ning verstaan alle koffie- en bierhuizen, heibergen, tapperijen,
kiosken en in het algemeen alle voor het publiek toegankelijke
gehouwen en hunne open aanhoorigheden, waar men gelagen zet
of ververschingen toedient.
Onder de benaming van koffiehuishouder wordt in deze verorde
ning verstaan elke houder of houdster van een der bovengenoemde
inrichtingen.
Hoofdstuk Y. Openbare gezondheid.
Afdeeling I. Reinheidsmaatregelen.
Art. 34. Met boete van ten hoogste vijf en twintig gulden
wordt gestraft ieder, die binnen 10 Meters van woningen, van
voor het publiek toegankelijke wegen of van inrichtingen voor
watervoorziening hetzij op den grond, in een wagen, kruiwagen,
kist of op andere wijze aanlegt of houdt: eenige verzameling van
vuil, mest, faecaliën, urine, vischafval, slachtafval of ander afval
van menschen, dieren of planten, hetzij vast, hetzij vloeibaar, of
wel eenige open of gesloten bergplaats tot bewaring van een of
meer van gemelde stoffen, zonder daartoe te hebben de schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders zullen zoodanige vergunning niet
anders kunnen verleenen dan tot wederopzegging toe.
De bepalingen van alinea 1 en 2 zijn niet toepasselijk op in
richtingen als bedoeld bij artikel 2 sub VII der Hinderwet en op
beerputten, voldoende aan de bepalingen der geldende Bouw- en
W oningverordening.
Art. 35. Met boete van ten hoogste tien gulden wordt gestraft
ieder, die meststoffen, secreetvuil daaronder begrepen, asch, vuilnis,
bloed, puin, blad, uitwerpselen of afval van dieren of planten over
de wegen vervoert of doet vervoeren
1°. indien de middelen van vervoer niet zoodanig zijn ingericht
of geladen, dat bij het vervoer niets van de vervoerd wordende
stoffen uit de vervoermiddelen kan vallen of ontkomen
2°. indien het vervoer van faecaliën, urine, vischafval, slacht
afval of ander afval van menschen of menagewater plaats heeft
vóór des avonds elf uur of na des morgens zes uur, tenzij in
daartoe van gemeentewege goedgekeurde stanklooze wagens of
toestellen
3°. indien het vervoer van asch en anderen huishoudelijken
afval plaats heeft anders dan op de door Burgemeester en Wet
houders te bepalen tijden of indien zulks geschiedt door andere
werklieden dan daartoe door Burgemeester en Wethouders aange
wezen personen.
Art. 36. Met boete van ten hoogste een gulden wordt gestraft
a. ieder, die op of langs straten of wegen watert of die wegen,