80
Art. 43. Voor zooveel daartegen in de Hinderwet geen straf is
bedreigd wordt met boete van ten hoogste tien gulden gestraft:
a. ieder, die zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester
en Wethouders in de maanden Juni, Juli, Augustus en Sep
tember op andere tijden dan tusschen zonsondergang en acht
uur in den voormiddag in landerijen, bosschen, tuinen, erven,
wegen, paden en andere open terreinen hagesnoeisel, of ander
afval van hout of plantgewas of tuinvuilnis verbrandt.
b. ieder, die de door Burgemeester en Wethouders ter zake van
de vergunning gestelde voorwaarden niet in elk opzicht nakomt.
A f d e e 1 i n g II. Toezicht op levensmiddelen.
Art. 44. Met boete van ten hoogste tien gulden wordt gestraft
ieder, die een zijn natuurlijken dood gestorven of een ziek, uit
nood geslacht, stuk vee in consumptie brengt.
Deze strafbepaling is niet van toepassing op hem, die tot liet
in consumptie brengen een door den Burgemeester afgegeven bewijs
heeft ontvangen of van een ander daartoe wettelijk bevoegd persoon
vergunning heeft bekomen.
Art. 45. Voor zoover daarin niet bij het Wetboek van Strafrecht
is voorzien wordt met boete van ten hoogste tien gulden gestraft
iedere slachter, vleesch- of spekverkooper, winkelier of ander handel
of neringdrij vend persoon, die voor de gezondheid schadelijk vleesch,
spek, visch of eenige andere eetwaar, meel- of voedingsartikel
verkoopt, verruilt, ten geschenke geeft, invoert, vervoert of in of
bij slachterij, winkel, woonhuis of bergplaats voorhanden heeft.
Art. 46. Bij het verschijnen of dreigen van besmettelijke ziekten
kunnen Burgemeester en Wethouders, bij openbare aankondiging,
het verkoopen, verruilen, ten geschenke geven, invoeren, vervoeren
of in of bij slachterij, winkel, woonhuis of bergplaats voorhanden
hebben van bepaald aangewezen levens- of genotmiddelen aan de
in artikel 45 bedoelde personen verbieden voor den tijd van hoog
stens 3 maanden.
Is het noodig dit verbod gedurende langeren tijd te doen gelden,
dan geschiedt dit krachtens besluit van den Baad.
Bij overtreding van dit artikel worden de in alinea 1 bedoelde
personen gestraft met boete van ten hoogste vijf en twintig gulden
of hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Art. 47. Alle in de artikelen 45 en 46 bedoelde waren, die in
strijd met het bij die artikelen bepaalde worden verkocht, verruild,
ten geschenke gegeven, ingevoerd, vervoerd, in of bij slachterij,
winkel, woonhuis of bergplaats Voorhanden zijn, worden in beslag
genomen. Het in beslag genomene wordt dadelijk gewaardeerd.
Neemt hij, te wiens laste de inbeslagneming is geschied, met de
inbeslagneming of die waardeering geen genoegen, dan wordt, mits
hij dit onverwijld verzoekt, het in beslag genomene binnen 12 uren