- 96 Deze strafbepaling is niet van toepassing op hem of haar die ten deze handelt op last of met vergunning van den Burgemeester of diens plaatsvervanger. Art. 11. Met boete van ten hoogste 5.—wordt gestraft de bewoner van een huis staande in de nabijheid van een brandend perceel, die nalaat, op aanzegging der Politie, zijn huis aan de straatzijde te verlichten. AEDEELINtf III. Slotbepalingen. Art. 12. De Burgemeester, Burgemeester en Wethouders, de Kommandant der brandweer, de brandmeesters, en hunne plaats vervangers en het uit den aard hunner dienstverrichting tot het bin nengaan der perceelen aangewezen personeel der brandweer, alsmede de politiebeambten wordt bij dezen de last verstrekt de door brand aan getaste, bedreigde of naburige gebouwen en erven ondanks de be woners, gebruikers of eigenaars binnen te gaan met inachtneming der bepalingen der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad N°. 83). Art. 13. De Kommandant der brandweer, de brandmeesters en de opzichters genieten, ten laste der gemeentekas, eene jaarlijksche belooning. Het overige personeel zal uit de gemeentekas worden schadeloos gesteld voor het geldelijk nadeel veroorzaakt door tijdverzuim, het gevolg zijnde van den van hen gevorderden dienst en tot een be drag door Burgemeester en Wethouders na eiken dienst te bepalen. Onkosten van vertering worden niet vergoed. Art. 14. Met in werking treden dezer verordening zijn alle vroegere bepalingen tot regeling der brandweer vervallen. BESLUIT van Burgemeester en Wethouders ter bepaling van het getal dienstplich tigen, dat bij iedere brandspuit zal worden aangesteld en tot vaststellingeenerDienst- regeling en Instructie voor de bevelheb bers en manschappen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Bloemendaal, Cfelet op de artt. 2, 3°, 4° en 4 der Verordening tot regeling van den Persoonlijken dienst enz. tot blussching van brand in deze gemeente. BESLUITEN. 1°. aan te stellen: A. tot bediening van de brandspuiten te Bloemendaal en te Ooerveen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 128