- 108 -
Hoofdstuk.
O N D E R W E R P.
Artikel.
IV.
Voorschriften voor het geheel of een gedeelte
vernieuwen van gebouwen
50, 51
V.
Voorschriften voor het in gebruik nemen of
geven van gebouwen of gedeelten van ge
bouwen
52, 53
54-64
VI.
Voorschriften betreffende bestaande woningen
Afd. 1. Inleidende artikelen.
54, 55
2. Privaten
56
3. Beschikbaarheid" van drinkwater
57
4. Voorkoming van brandgevaar
58, 59
5. Voorkoming van vochtigheid
60, 61
6. Hechtheid van fundamenten, vloe
ren, trappen, zoldering en dak.
7. Verwijdering van rook, water en
62
vuil
63-
8. Toevoer van licht en lucht
64
VII.
Voorschriften nopens behoorlijke bewoning
65—72
VIII.
Voorschriften betreffende de bouw-en andere
vergunningen
73—82
IX.
Voorschriften betreffende het geheel of ge
deeltelijk sloopen van gebouwen
83—85
X.
86, 87
XI.
Slotbepaling
88
Hoofdstuk I.
Algemeene Bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing dezer verordening wordt
verstaan onder
1°. „Openbare weg"
a. alle vóór het publiek toegankelijke straten, wegen, lanen,
paden, bermen, wegkanten, stoepen, wallen, pleinen, loop
paden, bruggen, stegen, sloppen, hofjes en open plaatsen,
onverschillig wie daarvan eigenaar moge zijn en of ze ai
dan niet voor den publieken dienst bestemd zijn
b. elke strook gronds, waaromtrent bij een Raadsbesluit, als
bedoeld in art. 27 der Woningwet, is bepaald dat zij in
de naaste toekomst voor den aanleg van eene straat,
eene gracht of een plein bestemd is