114
Burgemeester en Wethouders kunnen van deze bepaling
vrijstelling verleenen, mits de afvoer van huishoud- en hemel
water voldoende verzekerd zij,
Afdeeling IV.
De hoogte van de gebouwen.
Art. 15. Gebouwen, opgericht aan openbare wegen, mogen,
gemeten van uit den aangrenzenden beganen buitengrond tot
aan het hoogste punt van het dak, tot niet hooger dan lb
Meter worden opgetrokken, zonder dat de gevelhoogte meer
mag bedragen dan de breedte van den aangrenzenden open-
baren weg.
In bijzondere gevallen kan hiervan door den Raad onthet-
fing worden verleend onder de daarbij te stellen voorwaarden.
Het verzoek tot ontheffing wordt gedurende twee weken ter
secretarie ter inzage van een ieder gelegd, welke nederlegging
door Burgemeester en Wethouders op de gebruikelijke wijze
aan de ingezetenen wordt bekend gemaakt.
De bepalingen van dit artikel zijn niet toepasselijk op villa s
in villaparken, indien bij de te bouwen villa eene grondopper-
vlakte van minstens 600 M2. onbebouwd zal zijn en blijven.
Afdeeling V.
Afmetingen der ter bewoning in te richten vertrekken
en van trappen en portalen.
Art 16.1°. De horizontale oppervlakte binnen de omtreksmuren
van elke in' een gebouw te maken woning moet, m een vlak
gemeten, ten minste 46 M2. bedragen; deze oppervlakte mag
niet door betimmering, inspringend metselwerk of op andere
wiize worden verkleind.
2o. De Raad kan voor nader aan te wijzen gedeelten de
gemeente toestaan dat van dit voorschrift wordt afgeweken
mits de oppervlakte binnen de omtreksmuren minstens 60 JVH
bedraagt. A
Art 17 In gebouwen, voor de bewoning door meer clan
één gezin bestemd, moet de in het vorig artikel genoemde
oppervlakte voor de woning van elk gezin beschikbaar zijn.
Art 18 Elke woning in den zin van de twee voorgaande
artikelen, zal minstens twee woonvertrekken moeten bevatten
Een dier woonvertrekken zal een horizontale oppervlakte moeten
hebben van ten minste 16 M2. en het andere van ten minste
12 M2 in beide gevallen gemeten tusschen de muren, na
aftrek "'van alle betimmeringen en inspringend metselwerk
(bedsteden, kasten, schoorsteenen, enz.)