117
en bij, naar diens oordeel, gebleken schadelijke samenstelling
af te keuren, het gebruik daarvan te verbieden en de pomp
of ander middel van watervoorziening te sluiten of onbruik
baar te maken.
De eigenaars en bewoners zijn verplicht deze keuring, sluiting
en onbruikbaarmaking toe te laten
Het is verbeden afgekeurd water als drinkwater te gebruiken
of er melkemmers z.g, mede te reinigen of met melk of andere
voedingsmiddelen in aanraking te brengen.
Hij, die weigert de keuring, sluiting of onbruikbaarmaking
toe te laten of handelt in strijd met het verbod van bet vorig
lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen
of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Afdeeling VIII.
Voorkoming van brandgevaar.
Art. 26. Gevels of gedeelten van gevels van gebouwen
mogen niet van hout vervaardigd worden
Burgemeester en Wethouders kunnen geheel of gedeeltelijk
vrijstelling van dit verbod verleenen, in welk geval zij nadere
eischen, met het oog op brandgevaar, kunnen stellen.
Geen gebouw mag geheel of gedeeltelijk met riet of andere
licht-ontvlambare stoffen worden gedekt.
De Baad kan voor den bouw van alleenstaande gebouwen
geheel of_gedeeltelijk vrijstelling van dit verbod verleenen.
Art. ,27. Iedere schoorsteen, die in of in de onmiddellijke
nabijheid van het hoogst gelegen punt van het gebouw uit
komt, moet minstens 0.60 Meter daarboven zijn opgetrok
ken; zoo de schoorsteen zijdelings het dak uitkomt of langs
een buitenmuur is opgericht, moet hij minstens 1.30 Meter
boven het hoogste punt van den uitgang uit het dak of boven
den bovenkant van den muur zijn opgetrokken en in dat ge
val van een of meer ijzeren schoren zijn voorzien.
Schoorsteenen, boven platte daken uitkomende, moeten eene
hoogte hebben, als voor elk bijzonder geval door Burgemeester
en Wethouders zal worden bepaald.
Is bij de inachtneming dezer voorschriften de afstand van
den bovenkant van den schoorsteen en van het naastbijzijnde
dakschild minder dan een Meter, dan zal de schoorsteen zoo
veel hooger moeten worden opgetrokken, als tot het bereiken
van den afstand van één Meter noodig zal blijken.
Art. 28. Elke schoorsteen, stookplaats of rookleiding, moet,
tenzij Burgemeester en Wethouders het bezigen van een me
talen pijp schriftelijk hebben toegestaan, worden gemetseld