- 123
Art. 48. Rioolleidingen, vergaarbakken of putten mogen
nimmer onder een woonvertrek en rioolleidingen slechts bij
uitzondering en met goedkeuring van Burgemeester en Wet
houders, onder door dezen te stellen voorwaarden, onder de
gang of het portaal eener wening worden aangebracht.
Af deeling XII.
Toevoer van licht en lucht.
Art. 49. In elk woonvertrek moeten één of meer van ven
sterglas voorziene lichtramen zijn, die geopend moeten kunnen
worden, in de buitenlucht uitkomen, en te zamen een oppervlakte
hebben van ten minste één zesde van de oppervlakte van
den vloer.
In elke keuken en elke werkplaats moet minstens één zoo
danig lichtraam zijn, dat geen mindere oppervlakte heeft dan
van 1 M2. in den dag.
De in het eerste en tweede lid bedoelde lichtramen of althans
een gedeelte daarvan, moeten zoodanig geopend kunnen wor
den, dat de opening ten minste l/s in den dag bedraagt.
Elke bedstede moet door middel van een gemakkelijk afsluit
baren luchtkoker of van een raampje met de buitenlucht in
verbinding staan; de kleinste doorsnede van den luchtkoker
of de oppervlakte van het raampje moet ten minste 0.04 M2.
groot zijn. De zoldering van elke bedstede mag niet lager zijn
dan de zoldering van het vertrek, waarmede zij in verbinding
staat. Al het houtwerk in de bedsteden moet los zijn aange
bracht, zoodat na verwijdering daarvan, de ruimte van vloer
tot zoldering vrijkomt. De zolderingen van bedsteden moeten
gestucadoord zijn.
Hoofdstuk IV.
Voorschriften voor het geheel of een gedeelte vernieuwen
van gebouwen.
Art. 50. Onverminderd het bepaalde bij artikel 5, eerste
lid, der Woningwet, is het verboden een gebouw geheel of
voor een gedeelte te vernieuwen:
a. met wijziging of afwijking van het plan van vernieuwing,
overeenkomstig hetwelk de schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders werd verleend, zonder dat
op die wijziging of afwijking de nadere goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders vooraf is verkregen;
h. anders dan met inachtneming van de voorschriften welke
bij dit hoofdstuk op het geheel of voor een gedeelte ver
nieuwen van gebouwen toepasselijk worden verklaard, of