133
In geval van verlenging moet binnen den verlengden termijn
met de werkzaamheden worden aangevangen, bij gebreke waar
van de vergunning als vervallen wordt beschouwd.
Indien de verleende vergunning betrekking heeft op meer
dan één gebouw, geldt het vorenstaande voor elk gebouw af
zonderlijk.
Akt. 82. De afschriften van de verleende vergunningen met
de daarbij behoorende teekeningen moeten tijdens den gehee-
len duur van het werk aldaar aanwezig zijn en blijven. Op
eerste aanvrage van de gemeente-ambtenaren, belast met het toe
zicht op de juiste naleving van de Woningwet of van de voor
schriften dezer verordening moeten deze stukken telkens aan
deze ambtenaren ter inzage worden verstrekt.
Overtreding van dit artikel wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste ƒ25,
Hoofdstuk IX.
Voorschriften betreffende het geheel of gedeeltelijk sloopen
van gebouwen.
Art. 83. Het is verboden zonder een voorafgaande schrifte
lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders of zonder
inachtneming van de door Burgemeester en Wethouders ter
uitvoering dezer verordening aan een verleende vergunning
verbonden voorwaarden een gebouw, dat op korteren afstand
dan zes Meters van een openbaren weg is gelegen, geheel of
gedeeltelijk te sloopen of uit te breken.
Overtreding van dit verbod wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste zes dagen of eene geldboete van ten hoogste 25,
Als overtreder wordt beschouwd ieder, die eenige handeling
in strijd met dit verbod heeft verricht of doen verrichten.
Abt. 84. Burgemeester en Wethouders verklaren binnen 14
dagen na de indiening der aanvrage of en zoo ja welke voor
zorgsmaatregelen bij het sloopen of uitbreken moeten worden
in acht genomen
Wordt die verklaring niet binnen dien termijn gegeven, dan
kan tot het sloopen of uitbreken zonder verdere formaliteiten
worden overgegaan.
Art. 85. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld
boete van ten hoogste ƒ25,— wordt gestraft de eigenaar van
een erf, waarop een gebouw langs of binnen een afstand van
minder dan twee Meters van de naastbijgelegen grens van een
openbaren weg heeft gestaan en die, indien daarop binnen zes
maanden geen nieuw gebouw wordt gesticht, na de slooping