141
Art. 18. Onder de nader door den Raad vast te stellen
voorwaarden en bepalingen, bedoeld bij de beschikkingen van
Burgemeester en Wethouders, waarbij voor het in werking
treden dezer verordening bereids vergunningen zijn verleend,
worden verstaan de bepalingen dezer verordening.
Art. 19. Onder perceelen in den zin dezer verordening wor
den verstaan alle gebouwde en ongebouwde^ eigendommen,
waarvoor aansluiting wordt verleend. Wat als één perceel moet
worden beschouwd, wordt in elk bijzonder geval bepaald door
Burgemeester en Wethouders, behoudens beroep op den Raad.
Art. 20. In gevallen, waarin deze verordening niet of slechts
ten deele voorziet, is de beslissing aan Burgemeester en Wet
houders opgedragen
Deze verordening treedt in werking op den eersten Septem
ber 1902.