In gevallen, waarin het onderzoek niet kan geschieden zon
der ontkleeding of waarin dat onderzoek meer ingrijpend moet
zijn, is voorafgaande toestemming der ouders of verzorgers
noodig.
Art. 7. Yan den uitslag van elk onderzoek wordt aantee-
kening- gehouden op een kaart, waarvan het model door Bur
gemeester en Wethouders wordt vastgesteld. De kaarten wor
den door het hoofd der school naar de klassen gerangschikt
en bewaard. Zij worden op verzoek, aan Burgemeester en Wet
houders en aan den schoolarts ter inzage gegeven.
Gaat de leerling over naar eene andere school in de Ge
meente, waarop toezicht op den gezondheidstoestand wordt
uitgeoefend, dan wordt zijn kaart door het hoofd der school in
gesloten omslag naar het hoofd der andere school ge
zonden
Art. 8. De schoolarts bezoekt de school ten minste éénmaal
per maand op met het hoofd der school overeengekomen dagen
en uren.
Hij heeft het recht te allen tijde de school te bezoeken, doch
kan behalve in geval van besmettelijke ziekte of van een andere
dringende omstandigheid ter beoordeeling van den Burge
meester, alieen dan leerlingen onderzoeken, als hij zijn bezoek
ten minste 2 maal 24 uren te voren aan het hoof'd der school
heeft aangekondigd.
De schoolarts is verplicht, ook buiten de tijden in artikel 5
en in dit artikel bedoeld, zoo spoedig mogelijk de school te
bezoeken, wanneer hem dit door het hoofd der school schrif
telijk wordt gevraagd bij het vermoeden of bestaan van be
smettelijke ziekte of wegens een andere dringende omstandig
heid ter beoordeeling van den Burgemeester.
Art. 9. Geeft het onderzoek, bedoeld in de artikelen 5 en 8,
den schoolarts aanleiding om geneeskundige behandeling van
een leerling wenschelijk te achten, dan doet hij hiervan mede-
deeling aan het hoofd der school. Deze geeft daarvan schrif
telijke kennis aan de ouders, voogden of verzorgers en zendt
aan den schoolarts bericht, welk gevolg aan deze mededeeling
is gegeven.
Is de schoolarts van oordeel, dat aan deze mededeeling geen
of geen voldoend gevolg is gegeven, dan geeft hij daarvan ken
nis aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 10. De schoolarts is niet bevoegd aan het hoofd der
school bevelen te geven.
Acht hij voor een leerling een bijzonderen maatregel (zooals
het aanwijzen van een bepaalde zitplaats) noodig, dan verzoekt
hij het hoofd der school hierin te voorzien of hieromtrent voor
stellen te doenIs hij van oordeel, dat aan zulk een verzoek