KORTE TOEDRACHT eener huwelijksvol trekking IN EEN NEDERLANDSCII RAADHUIS MET TOEPASSELIJKE VOORDRACHT DOOR DEN AMBTENAAR VAN DEN BURGERLIJKEN STAND. 181 De ambtenaar heet bruid en bruidegom en allen die de plech tigheid met hunne tegenwoordigheid vereeren, welkom. Zijn er ouders of voogden aanwezig, dan vraagt de ambtenaar of dezen voor zooveel noodig hunne toestemming tot het te voltrekken huwelijk verklaren te geven. Alvorens tot het sluiten van het huwelijk over te gaan, wijst de ambtenaar de aanstaande echtelieden op het gewicht van den stap, dien zij wenschen te doen. Het huwelijk immers is eene wettig tot standgekomen ver bintenis van een man en eene vrouw om duurzaam elkander toe te behooren, lief en leed met elkander te deelen en in de nauwste gemeenschap samen te leven. Duurzaam zijn de echte lieden wederkeerig elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Die wederkeerige verplichting is van stoffelijken en van zede lijken aard. De man beheert als het hoofd der echtvereeniging de goederen, de vrouw gedraagt zich naar zijne aanwijzingen wat betreft de inrichting van de huishouding en de uitgaven die zij daarvoor doet, de man beschermt zijne vrouw tegen alle aanvallen van buiten en verschaft haar, volgens zijn staat en vermogen, alles wat de leden van het huisgezin noodig hebben om als eerlijke Nederlanders te bestaan. Maar het is niet genoeg, dat de man het verdiende geld inbrengt, zorgt voor behoorlijke woning, voeding en kleeding; het is niet genoeg, dat de vrouw dit alles op de zuinigste wijze gebruikt. Echtelieden moeten daarenboven bezield zijn en blijven met de goede gezindheid jegens elkander; dat is de zedelijke beteekenis van de schoone verplichting der getrouwheid die de echtgenooten krachtens de wet elkander verschuldigd zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 233