ONZE GEMEENTE.
Wie een wandelkaart van Haarlem en omstreken
voor zich neemt, ziet tusschen stippellijnen, waarmede
de grenzen der gemeenten zijn geteekend, Bloemendaal
in den vorm van een bijl met den scherpen kant van
het ijzer tegen de zee geleund, terwijl de steel zich van
Noord tot Zuid uitstrekt van Yelsen tot de Zilk. In
werkelijkheid is het de rijkst denkbare afwisseling van
vlak strand, begroeid duin, zieh hooger daarop verhef
fende donkere dennenpartijtjes en naast eikenboschjes de
groene tapijten van tegen den duinvoet aangevleide wei
landen, in het voorjaar is het alles donzig groen en blank, in
het rijke najaar stil opfeestend in de tinten van licht- en
donkerbruin en grijsgroen met de bruine deftigheden der
ouderwetsche huizingen en de roode daken en witte gevel-
vlekken der nieuwerwetsche villa's daartusschen. Ze begint
al, die kern van het schoon van Kennemerland, in het
noorden der gemeente bij Velserend, waar de als in ver
weerde reuzendobbelsteenen neergekantelde ruïne van
Brederode in zacht joode en groenige kleur opdoemt
uit het kwalmend moeras der grachten, een oud beklimopt
menschennest, roerloos pronkende tusschen berk en water-
wilg' het zet zich voort in bosch aan wei en wei aan bosch