tot waar het meertje van Caprera in zijn oneffen riet- ommanteling vlak ligt en staroogt omhoog en, de witte wolken en de blauwe lucht weerkaatsende, spiegelstil mijmert over het verleden, toen het nog een deel uitmaakte van den eenmaal uren breeden rivierarm, die daar dood liep tegen de uit zee gestoven duinen. Westwaarts van de kom van weilanden en water en eenige van ouderdom krom gebogen boomen met verwilderd loof, liggen de zware zandbergen stil te rusten, zonder dat de op hun rug ge groeide eikenboschjes met hun ruischen en de vroolijke landhuizen met hun gerinkel van menschelijke huishouden tjes, zonder dat de kleine menschenstemmetjes van die het hooge Koninginneduin bestijgen, hun slaap van eeuwen storen. Slaapt nog eeuwen door onbewuste, stoere wachters voor ons lieve landDaarboven op het duin is het land heel anders en weer anders mooi. Het rijkste vergezicht van Holland ligt aan onze voeten. In fijnere schakeeringen van groen dan in een droom de rijkste verbeelding zich voortooveren kan, geurende in het voorjaar van hyacinth en tulp en viool, in den zomer van tijm en duinroos, in het najaar van verstervend blad en grijzig hout, strekt breeduit de beboschte binnenduinzoom zich naar het zuid westen en het zuiden uit, het torentje van 't Bloemen- daalsche kerkje spitst er kinderlijk uit op, daar achter de grijze Bavo, als een grootmoeder met breeden schoot vertellende van oude dingen aan hare kleinkinderen, de tallooze ietwat groezelige huizenrijen rondom haar heen een spoortreintje, naar het zuiden glijdend, puft' er de witte rij rookwolkjes omhoog en.verdwijnt waar weer andere torens van Overveen, van Heemstede en van Yogelenzang oppuntend uit de bosschen zich vervagen in het verschiet, en keer u om, daar is de zilvren streep der 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 24