Landmeters Antony en Cornelis Velsen, en Maurits
AValraven, zijnde van die „metinge" ook nog Verbalen
gehouden, waartoe deze laatste relatie is hebbende",
t geen op 11 Augustus 1729 is geaffirmeert" door C.
Velsen, die zegt, dat alles „volgens ordre van Haarlem's
Burgemeesteren en de Regeerders" is gedaan in de jaren
1723 tot en met 1729.
Bij eersten oogopslag doet de begrenzing der drie
heerlijkheden eenigszins denken aan den tegenwoordigen
bijl vorm der gemeente. Aan het strand westelijk van het
tegenwoordige Jagtlust liep de grenslijn, een hoek van
ongeveer 70° makende met de strandlijn, recht op Vel-
serend af, Velserend, dat o.a. aan den eigenaar der
Haarlemsche brouwerij 't Scheepje: Loo heeft toebe
hoord. In de buurt van Velserend moeten niet minder
dan 6 „limietpaalen" staan, van daar ging de grens in
zuid-oostelijke richting door 't „Molenduyn" (nu Duinlust)
naar Sinneveld en verder in oostelijke richting tot de
Delft en dan naar het zuiden langs de Delft, kruisende
de Ivleefferlaan tot waar deze destijds met één tak doodliep
tegen den Zijlweg of Overveense weg, dan in dezelfde rich
ting door kruisende de Rampenvaart (de tegenwoordige
Brouwersvaart), langs de loodrecht daarop staande oude
Brouwersvaart en oude Brouwerskolk en Houtvaart, zoo
danig dat tusschen deze grens en de „vrijdom" (het
rechtsgebied) van de stad Haarlem een reep Heemstede
lag, de grens volgde dan de Houtvaart tot even voorbij
de Aerdenhoutslaan, die in den Zandvoorterweg overging.
Haarlem zal aan die heerlijkheden geen rijk bezit
hebben gehad. Op de Caarte van de Limietscheidinge
immers is nagenoeg de geheele uitgestrektheid aange
geven en geteekend als duinen, slechts een betrekkelijk
10