definitieve grensregeling te vorderen ook ten koste onzer gemeente,
waardoor in de behoefte aan ruimte voor een goede en doel
matige uitbreiding van Haarlem voor langen tijd zal zijn voorzien.
De behoefte van hen, die woningen zoeken, treedt hier op
den voorgrond.
Deze behoefte zich voor oogen houdende, gaat Haarlems
bestuur uit van de voor ons niet zeer vleiende vooron
derstelling, dat het voor hen, die wenschen te wonen in eene
stedelijke^ bebouwing, een stellig vereischte is, dit te doen op
grond, niet ressorteerende' onder ons, maar onder Haarlems
gemeentebestuur.
Wij kunnen die stelling niet deelen.
Niet meerder kracht heeft het ander argument, dat door
het bestuur van Haarlem tegenover uw College schijnt te zijn
gebezigd, te weten, dat door aanhechting van een deel onzer
gemeente aan de hare.meer dan thans met eischen van volksge
zondheid, verkeer, rioleering enz. valt rekening te houden.
Ook deze motieven beteekenen in hunne vaagheid niets.
Ons is niet duidelijk, hoe de algemeene gezondheidstoestand
zal toenemen door de annexatie van een gedeelte onzer gemeente
Die gemeente verschaft aan de bewoners van Haarlem eene
zeer gezochte en hoog gewaardeerde gelegenheid, om door ont
spanning m de open lucht hunne gezondheid te bevorderen.
Dit zal waar zijn vóór en nü de annexatie, hierboven bedoeld.
Alaar daarna toch in mindere mate, als te voren. Immers, wan
neer men Bloemendaal mag beschouwen als een groot en uit
nemend park ten profijte van Haarlem, zoo wachte deze laatste
gemeente zich wel onze hulpbronnen te verminderen, zonder
welke dit park moeielijk in uitnemenden staat kan worden
gehouden.
Inkrimping van het aantal belastingschuldigen der gemeente
Bloemendaal kan derhalve een nadeeligen terugslag hebben op
de ontspanning der bewoners van Haarlem, dus op die ge
meente zelve.
Bovenstaande beschouwing heeft zeker evenveel waarde,
als de ongestaafde stelling, clat voor de gezondheid van Haarlem
eene gedeeltelijke opheffing van Bloemendaal noodig is.
lin evenmin is ons bekend, dat wij ooit eene belemmering
zijn geweest voor het verkeer. Hieronder moet toch zeker wop-
den verstaanhet algemeen en openbaar verkeer op wegen en
vaarten. Nu meenen wij dit steeds te hebben bevorderd en zijn
ook vast besloten, daarnaar te blijven streven.
Keeds ons eigenbelang is hiervoor een voldoende waarborg.
iS iets toch is ons aangenamer en wordt meer door ons bevorderd
dan dat, gelijk onze eigen bewoners, zoo ook die van Haarlem,
zich geriefelijk in en door onze gemeente bewegen.