322
De Ontvanger, die binnen den door den Raad bepaalden
tijd de meerdere zekerheid niet heeft gesteld; wordt beschouwd
zijn ontslag te hebben gevraagd.
Art. 112. Het bedrag der door den Ontvanger gestelde
zekerheid kan, met inachtneming van het bepaalde bij artikel
110, door den Raad worden verlaagd
lo. bij aanmerkelijke vermindering van de jaarlijksche in
komsten der gemeente
2o. wanneer, nd de benoeming van den Ontvanger, eene
regeling omtrent de bewaring van gelden, als in het derde lid
van voormeld artikel bedoeld, wordt ingevoerd.
Art. 2. Achter artikel 114 wordt ingevoegd een nieuw artikel
114 bis, luidende
Het bepaalde bij de twee voorgaande artikelen lijdt uitzon
dering, voor zoover de Raad, onder goedkeuring van Gedepu
teerde Staten, ter zake van met name aangewezen inkomsten,
ontvangsten en betalingen andere regelen stelt.
De artikelen 196, 197, 198, 200, 201 en 202 zijn ten deze van
toepassing.
Art. 3. Art. 115 wordt gelezen als volgt:
Van de door hem voor de gemeente ontvangen inkomsten
en gedane uitgaven houdt hij geregeld boek en doet hij jaar
lijks rekening aan Burgemeester en Wethouders.
De boekhouding en de rekening worden ingericht volgens
voorschriften, door Gedeputeerde Staten, onder onze goedkeuring
te geven.
In de rekening of de daarbij behoorende bescheiden worden
alle ontvangsten en uitgaven van het dienstjaar, waarover zij
loopt, vermeld, met inbegrip van die, welke door andere
rekenplichtige ambtenaren zijn gedaan.
Art. 4. Artikel 116, tweede lid, wordt vervangen door de
navolgende bepalingen
De Raad kan, met goedkeuring van Gedepiuteerde Staten,
aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid geven, het
opnemen van de boeken en de kas aan een lid van hun col
lege of een daartoe aangewezen ambtenaar op te dragenDe
artikelen 196, 197, 198, 200, 201 en 202 zijn ten deze van toe
passing.
Burgemeester en Wethouders en het lid van hun college of
de ambtenaar, met de opneming belast, zijn bevoegd zich
hierbij door een deskundige te doen bijstaan. Gedeputeerde
Staten kunnen ten allen tijde opneming van boeken en kas
van hunnentwege gelasten.
De in dit artikel bedoelde opneming kan ook de in art. 114
bis genoemde inkomsten, ontvangsten en betalingen omvatten.
Art. 5. Aan artikel 118 wordt een derde lid toegevoegd, luidende