De Commissie van ingezetenen door de kiezers van
den raad gekozen ter beoordeeling van het ontwerp van wet,
bestond in Bloeinendaal uit de heeren dr. D. Bakker, J. B.
Bos Azn., A. KoolhovenJ. J. Roozen Bzn., S. R. Rijnierse,
P. W. Yoet en A. J. de Waal Malefijt. Zij vergaderden
op 2 September 1902 in liet gemeentehuis te Overveen.
De heer J. W. A. Immink, burgemeester, leidde de ver
gadering als voorzitter van ambtswege. Aan het verslag
dier vergadering ontleenen wij het volgende:
22
I)e voorzitter "wijst op de vreemdsoortig ontworpen grens
lijn vol sprongen en hoeken, bestemd om een grens te ver
vangen die natuurlijk en regelmatig is. Thans toch wordt deze
gevormd door de Delft een de naam duidt het reeds aan
oudtijds gedolven afvoerkanaal, toebehoorende aan Bloemendaal
en Haarlem te zamen. De voorgestelde grens loopt over gronden
van particulieren, zoodat de overheid niet eens bevoegd zou
zijn haar door palen of steenen aan te duiden. De heer Kool
hoven vraagt: welke motieven geven Gedeputeerden voor hun
voorstel op.
Het antwoord van den voorzitter luidt: Het bestuur van
Haarlem heeft zich destijds bij Gedeputeerden beroepen op de
begrippenstelselmatige uitbouwing, bevordering der volksge
zondheid (vooral door verbetering der rioleering) en bevordering
van het verkeer.
De heer Bos wijst er op, dat die motieven werden aange
voerd voor het oude, niet in het ontwerp van wet vervatte
plan, doch ook afgezien daarvan was z. i. de voorgestelde ge
deeltelijke overgang van Bloemendaal op Haarlem allerminst
gerechtvaardigd, immers, omdat de tegenwoordige uitbreiding
van het gebouwde gedeelte van Bloemendaal, welke Haarlem
blijkbaar begeerig heeft gemaakt, geenszins eene bebouwing is
van stedelijken aard.
De heer Koolhoven geeft in overweging, onder die omstan
digheden een schrijven aan Gedeputeerde Staten te richten,
waarin wordt verzocht, om uiteenzetting der motieven van het
wetsontwerp.
Komt hierop zoodanig uiteenzetting, met redenen omkleed,
zoo zal de commissie een regelmatiger basis hebben verkregen,
dan waarover zij nu beschikt, en, zoo zij door die motieven
niet overtuigd wordt, alsdan het ontwerp meer grondig kunnen
bestrijden.