23
Dat de gemeente Haarlem een gedeelte noodig heeft van
Schoten en Heemstede, spreker vindt geene aanleiding om flit
te ontkennen, maar niet de minste reden ziet hij, dat Haarlem
ook een deel van Bloemendaal zou moeten annexeeren.
De voozitter kan zich met het denkbeeld van den heer
Koolhoven, om een schrijven in bovenbedoelden zin aan Gede
puteerde Staten te richten, wel vereenigen, maar meent toch,
dat de missive van dit college weinig aanleiding geeft, om te
verwachten, dat het eene 'dergelijke gedachtenwisseling zal
aanvaarden.
De heer De Waal Malefijt zegt, dat, naar hij meent, even
eens in de Haarlemsche commissie het denkbeeld van zoodanige
gedachtenwisseling is geopperd, maar hoe ook daar is gewezen
op de waarschijnlijkheid, dat van wege Gedeputeerde Staten
geen antwoord zou inkomen, dienstig om eene goede beoor-
deeling te bevorderen.
Het eenig belangrijk argument, hetwelk spreker ten gunste
van het wetsontwerp heeft hooren uitspreken, is, dat de
knechten of werklieden der Bloemendaalsche bloemisten groo-
tendeels in Haarlem wonen.
Spreker acht dit argument niet van alle gewicht ontbloot.
De heer Rijnierse voert daartegen aan, dat dit argument
beteekende het iets toepasselijk zou zijn op heel het
ambachtswezen, daar ongeveer alle knechts van. hen, die, in
Bloemendaal gevestigd, aldaar een ambacht uitoefenen, in de
gemeente Haarlem wonen.
De heer Roozen merkt op, dat Gedeputeerde Staten, wijl
zij in hun vroeger schrijven, waarbij zij van hun plan aan het
bestuur van Bloemendaal kennis gaven, zich op de motieven
van Haarlem hebben beroepen, daardoor geacht moeten worden,
die motieven tot de hunne te hebben gemaakt.
Hieruit vloeit voort, dat men, het ontwerp willende be
strijden, dit moet doen op den grondslag dier motieven van
Haarlem.
De voorzitter verklaart, met dit denkbeeld te kunnen
medegaan.
De heer Koolhoven daarentegen meent, dat wat blijkens
die mededeeling het bestuur van Haarlem als redenen van
grensverandering heeft opgegeven, geen voldoende behoorlijk
geformuleerde en uitgewerkte motieven zijn.
Werd misschien te kennen gegeven, dat Haarlem overlast
heeft van Bloemendaalsche riolen? In dit geval meent spreker,
dat liet argument veeleer moet worden omgekeerd. De annexatie
bij Haarlem zal allicht den afvoer voor Bloemendaal bemoeielijken.
De voorzitter leest het schrijven van B. en W. van Dec.
1901 aan Gedeputeerden voor en sluit zich, wat de rioleering