30 wettige wijze bij de uitbreiding van het gebied van Haarlem te betrekken is,maar ware het dan niet billijker geweest dat aan Bloemendaal, zij het met een wenk, door Uw College te verstaan gegeven was, dat het zich ter bestrijding van de wenschen der gemeente Haarlem niet zeer behoefde in te spannen? öf Uw College wilde zijne aan het algemeen belang ontleende argumenten voor het wetsvoorstel bewaren voor het advies aan den Minister, en ze niet in behandeling gebracht zien in den Raad der kleine gemeente; maar is daardoor de deugdelijke overweging van het wetsvoorstel niet onmogelijk gemaakt? Blijft den Raad dan wel iets anders over dan in het wilde te schermen tegen de argumenten van Haarlemsche zijde gehoord? En is eene zoodanige behandeling dezer aangelegen heid, waarbij twee twistende gemeenten zijn betrokken in over eenstemming met den voorgeschreven geest van welwillendheid, welke ook in de bepalingen der Provinciale wet zoo duidelijk tot zijn recht komt? Van een deugdelijk rapport van ons gevoelen kan in deze omstandigheden niet wel sprake zijn. I)e Raad vereenigt zich in hoofdzaak met hetgeen door Burgemeester en Wethoiiders van Bloemendaal bereids ter kennis van Uw College is gebracht, naar aanleiding van de vroeger voorgenomen wijziging der grenzen der gemeente. De Raad acht elke wijziging der grenzen, althans eene zoo ruim als in het wetsontwerp is bedoeld èn onnoodig, dus on wettig, èn onbillijk. Hij meent, dat wettigheid en noodzakelijk heid ten deze één te noemen zijn. Dit erkent ook Uw College, dat in de beweegreden van het ontwerp de noodzakelijkheid voorop stelt. Noodzakelijkheid in het publiek belang! Er worde dus niet gevraagd of Haarlem en hoe vurig Haarlem annexatie vraagt, slechts of het niet voldoen aan dat verlangen de publieke zaak zou schaden. Waar de publieke aangelegenheden van politie, brandweer, hygiene, verschaffen van kunstlicht en drinkwater in grensge bieden niet op andere wijzen doeltreffend te regelen zijn, daar is eene annexatie van dat grensgebied veelal op hare plaats. Eene gemeente, die in een en ander niet voorziet, moet voor eene sterkere nabuur die dit wel doet, wijken, de algemeene welvaart eischt, dat de gemeente die het best is ingericht, de zegeningen van haar betere bestuur uitbreide over het bewoond onmiddellijk aangrenzende gebied van eene andere gemeente. Maar verder gaat de wettigheid van annexatie niet. Is hier die wettige noodzakelijkheid aanwezig? Is ooit be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 50