I
-
31
weerd, laat staan bewezen, dat Bloemendaal in eenig opzicht
van bestuur bij Haarlem achterstaat? Is Haarlem eene wel
varende gemeente, Bloemendaal is naar verhouding veel wel
varender en zijn bestuur is dus in staat veel meer te doen in
het belang' der algemeene zaak. Heeft Bloemendaals bestuur
zijn taak dan zoo verwaarloosd? Is er in Bloemendaal een
grensgebied dat niet in toom gehouden worden kan? Wordt
daar wanordelijk gebouwd? De feiten die men daarvoor aan
zou kunnen voeren blijven uit.
Is er dan in de toekomst wanbeheer en een onordelijke
toestand op het grensgebied te wachten? De feiten, die zooiets
waarschijnlijk maken worden niet genoemd. Noch algemeene,
noch bijzondere belangen vereischen een verandering van den
bestaanden toestand. G-een enkele bewoner van het grensgebied
van Haarlem of van Bloemendaal heeft eenige behoefte aan
verandering. Aanleg van wegen, straten, parken heeft in Bloe
mendaal reeds sedert tal van jaren stelselmatig plaats, dit zal
zoo blijven ook al vloeit eenmaal op eenig punt een huizenrij
meer van Haarlem in een Bloemendaalsche over. Politie, brand
weer, verlichting en waterleiding zijn in Bloemendaal zoo goed
als elders, het verkeer vindt er veel beter wegen dan in de
steden, om haar gezondheid wordt de plaats door velen steeds
bezocht en woningtoestanden, gelijk in Haarlem nog bestaan,
zijn er gansch onbekend. Waarom zou Bloemendaal voor Haar
lem wijken en Haarlem niet veel liever al zijne aandacht wijden
aan zoovele misstanden, die binnen hare grenzen welig tieren,
veeleer dan met een ongemotiveerd beroep op eigene voortref
felijkheid aanspraak te maken op een grensgebied van Bloe
mendaal, voorloopig nog van stedelijke ongezondheid, stedelijke
ondeugd vrij Onnoödig is hier elke wijziging der grenzen, dus
onwettig, en onbillijk, speciaal is zulks een wijziging als bij het
ontwerp wordt beoogd.
De Raad kan deze stelling met beroep op onderscheidene
bijzonderheden staven.
Hoe zonderling om bij het stedelijk bebouwd gebied van
Haarlem, dat zich slechts op enkele punten uitstrekt tot de
grens van Bloemendaal een landelijk gebied te willen trekken,
dat daar niet bij past. Wie zegt dat langs den Zijlweg, aan de
Houtvaart enz. eenmaal een stedelijke bouw verrijzen zal, hij
heeft de werkelijkheid niet voor oogen. Een sterk verhoogde
spoordijk is alom het beste middel gebleken om eene stedelijke
bebouwing tot staan te brengen, dit spreekt van zelf, een spoor
dijk heeft slechts weinig overwegen, nog minder tunnels en
beneemt het uitzicht en bederft zoodoende het verkeer en het