47 van aanbesteding der werken en leverantiën, ten behoeve der ge meente te doen, voorbehouden. De aanbesteding geschiedt in het openbaar, behoudens de gevallen, waarin, om bijzondere redenen, onderhandsche aanbesteding in het belang der gemeente ware. 143. De Raad beoordeelt en beslist of van wege de gemeente of voor een barer afdeelingen, die zich in het geval bevindt door art. 217 omschreven, een regtsgeding zal worden gevoerd. Bij geschil over burgerlijk regt tusschen zoodanige afdeeling en de gemeente of eene andere afdeeling derzelfde gemeente, onder werpt de Raad de zaak aan Gedeputeerde Staten, en benoemen deze, zoo zij tot het voeren van een geding magtigen, uit de ingezetenen der afdeeling eene commissie, daarmede belast. Elk ingezeten kan, daartoe volgens art. 194 gemagtigd, ten zijnen laste, namens de gemeente een eisch in regten doen, die volgens zijne meening door den Gemeenteraad in het belang der gemeente behoorde te zijn gedaan. 144. De Raad besluit tot het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen. 145. Hij benoemt en ontslaat alle gemeente-ambtenaren en be dienden, wier benoeming niet bij deze wet of de plaatselijke ver ordeningen aan anderen is opgedragen. 146. Hij laat zieh jaarlijks verslag doen van den toestand van alle in de gemeente aanwezige godshuizen, gestichten van weldadig heid, genootschappen en andere instellingen van openbaar nut, die niet Rijks of Provinciale instellingen, of aan het algemeen of provinciaal bestuur onmiddellijk ondergeschikt zijn. 147. Hij benoemt, zooverre de benoeming niet aan anderen behoort, op de wijze, bij plaatselijke verordeningen te bepalen, de leden en be ambten van het bestuur der godshuizen en andere instellingen van liefdadigheid. Hij schorst en ontslaat de door hem benoemden. 148. Zijne goedkeuring wordt vereischt op de begrooting en rekening der godshuizen en andere instellingen van liefdadigheid, die uit de gemeentekas onderstand genieten. Van de plaatselijke verordeningen. 150. De plaatselijke verordeningen, waaronder alle voorschriften en beschikkingen van den Raad en van Burgemeester en Wet houders worden verstaan, treden niet in hetgeen van algemeen Rijks- of provinciaal belang is. Bij twijfel, of eene verordening dit deed, verbindt zij, tot dat art. 153 is toegepast. Van de plaatselijke verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, in het bijzonder. 161. De Raad kan op overtreding zijner verordeningen, voor zooveel daartegen niet bij eene wet, eenen algemeenen maatregel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 71