53 -
zijn aangewezen op een post, waarmede die uitgaven niet overeen
stemmen, tenzij blijke, dat zij tot het bevelen dier uitgaven niet
hebben medegewerkt persoonlijk aansprakelijk jegens de gemeente,
indien die uitgaven, bij het in art. 222 bedoeld besluit van Gede
puteerde Staten niet onder de uitgaven der gemeente worden op
genomen.
De Raad benoemt, wanneer daartoe volgens dit artikel termen'
zijn, iemand uit zijn midden, met de regtsvervolging tot schade
vergoeding belast.
228. De termijnen van verjaring, voor do vorderingen ten laste
van het Rijk, bij de wet bepaald of te bepalen, zijn op de vorde
ringen ten laste der gemeente van toepassing.
Burgemeester en Wethouders brengen de termijnen, minstens
eene maand vóór den afloop daarvan, bij openbare kennisgeving
in herinnering.
Van de bijzondere soorten van plaatselijke belastingen.
240 Tot dekking der plaatselijke uitgaven kunnen de gemeente
besturen de volgende belastingen heffen:
a. opeenten op de hoofdsom der grondbelasting;
b. opeenten op de hoofdsom der personeele belasting;
c. eenen hoofdelijken omslag of andere directe belasting naar
het inkomen;
d. eene belasting op de honden;
e. eene belasting op tooneelvertooningen, en andere openbare
vermakelijkheden
f. de regten, loonen en andere gelden, bedoeld in art. 238;
g. de belasting, bedoeld in art 239;
h. belastingen, waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten
geschiedt.
Bovendien mogen bijzondere belastingen worden geheven:
i. wegens gebouwde eigendommen, die zelve of wier aanhoorig-
heden aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden, en
j. wegens gebouwde eigendommen en hunne aanhoorigheden, die
gelegen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente,
een en ander naar grondslagen, volgens welke van de belasting
schuldigen in billijke evenredigheid eene bijdrage gevorderd wordt
in de kosten ten laste der gemeente komende, in het geval onder
i. voor aanleg en onderhoud der straten of wegen, voor hunne
verlichting en voor afvoer van water en vuil van de in de belas
ting vallende eigendommenin het geval onder j. ten behoeve van
den aanbouw in de aldaar bedoelde gedeelten. De laatstgenoemde
belasting mag alleen wegens de na invoering der belasting gestichte
gebouwen en hunne aanhoorigheden worden geheven.
241. Belastingen op voorwerpen van verbruik worden niet ge
heven.