54
242. Het getaljder opcenten op de grondbelasting kan voor de
gebouwde eigendommen tot veertig, voor de ongebouwde tot tien gaan.
243. I. De directe belastingen, bedoeld in artikel 240c. worden
met of zonder aangifte der belastingschuldigen geheven, hetzij naar
het geschatte inkomen, hetzij naar een inkomen, afgeleid uit den
uiterlijken staat, volgens in de belastingverordening vermelde
grondslagen.
II. Bij schatting van het inkomen worden, behoudens het hierna
bepaalde, die deelen daarvan die voortspruiten uit een vermogen
van f 13,000.of hooger, op hun werkelijk zuiver bedrag in
rekening gebracht, en kunnen de overige deelen met ten hoogste
vijf en twintig ten honderd worden verminderd. Wisselvallige
inkomsten kunnen berekend worden naar het gemiddelde over twee
of meer jaren.
III. Het belastbaar inkomen wordt verkregen door het geschatte
of afgeleide inkomen te verminderen met eene som voor noodzakelijk
levensonderhoud, welke som voor alle aanslagen gelijk is of, in
verband met de samenstelling van het gezin, op gelijken voet be
rekend wordt.
De heffing kan echter op die wijze worden geregeld, dat door
hem, wiens geschat of afgeleid inkomen de som voor noodzakelijk
levensonderhoud slechts met een gering bedrag overtreft, niet in
de belasting wordt bijgedragen.
IY. Het percentage van heffing is voor alle belastbare inko
mens gelijk.
Met afwijking van dezen regel is het geoorloofd het tarief der
belasting op zoodanigen voet in te richten dat een stijgend per
centage wordt geheven van toenemingen van het belastbaar inko
men op dat tarief, mits geene toeneming als hierboven bedoeld
zwaarder wordt belast dan met tweemaal het percentage geheven
van een belastbaar inkomen gelijk aan anderhalf maal de kleinste
;som welke voor noodzakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken
en het percentage hetwelk van toenemingen wordt geheven bij
geen enkele opklimming in het tarief daalt.
V. Indeeling der inkomens in klassen is geoorloofd, mits de
verdeeling der lasten daarbij slechts weinig verschilt van die, welke
bij toepassing van de in dit artikel gestelde regelen zou worden
verkregen.
Afwijkingen van de regelen, onder III en onder IY gesteld,
zijn geoorloofd, wanneer de bestaande verordeningen of andere
omstandigheden daartoe aanleiding geven, mits de verdeeling dei-
lasten daarbij niet aanmerkelijk verschilt van die, welke bij opvol
ging van die regelen zou worden verkregen.
245 In de belasting onder c van art. 240 bedoeld wordt bijgedragen:
1°. door hem, die tijdens het belastingjaar in de gemeente zijn
hoofdverblijf heeft.