611 bovendien: 2°. door hem, die er gedurende meer dan 90 dagen van bet be lastingjaar voor zicb of zijn gezin een gemeubelde woning of een kantoor of andere inrigting tot persoonlijke uitoefening van eene betrekking, beroep of bedrijf beschikbaar houdt; 3°. door hem, die er in het belastingjaar gedurende meer dan 90 dagen verblijf houdt; 4°. door hem, die er in het belastingjaar op meer dan 90 dagen aanwezig is tot uitoefening van een beroep of bedrijf in een kan toor, winkel, werkplaats of andere vaste inrigting of tot vervulling eener dienstbetrekking. Het eerste lid geldt alleen voor natuurlijke personen en is voor zoover het bepaalde sub. 2°., 3° en 4°. betreft niet toepasselijk op hen, die ter waarneming eener openbare betrekking tijdelijk buiten de gemeente van hun hoofdverblijf vertoeven. Wie belastingschuldig is volgens 1°. van het eerste lid, draagt in de belasting bij over zoovele twaalfde gedeelten van den aanslag over een vol jaar als het getal maanden bedraagt, waarin hij zijn hoofdverblijf in de gemeente had, gedeelten van maanden voor geheele te rekenen. Ter zake van hoofdverblijf in de eerste 15 dagen van de maand van verhuizing wordt in de gemeente van vertrek niet bijgedragen. Wie belastingschuldig is volgens een of meer der nommers, 2, 3 en 4 van liet eerste lid, draagt in de belasting bij voor vier twaalfde gedeelten van den aanslag over een vol jaar. In welke gemeente het hoofdverblijf gevestigd zij, wordt niet uitsluitend naar de verklaring in art. 76 van het Burgerlijk Wet boek bedoeld, maar naar omstandigheden beoordeeld. 247. De opcenten op de personeele belasting worden op alle aanslagen in de gemeente tot een gelijk getal geheven. Indien echter het getal hooger dan 50 is, blijft het tot 50 be perkt voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huur, waarde niet te boven gaat het dubbel van de som, in art. 12 der wet van 16 April 1896 {Staatsblad n° 72) bepaald, en stijgt het op in de verordening tot heffing aan te geven wijze, geleidelijk zóó, dat het volle getal bereikt wordt uiterlijk bij de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde het vijfvoud van de bedoelde som bedraagt. Op de aanslagen van hen, die niet naar den grondslag huur waarde worden aangeslagen, wordt het volle getal opcenten ge heven. 253. Op honden, uitsluitend gehouden ten dienste van den land bouw of eenig bedrijf van nijverheid, of ter bewaking van gebouwen of erven, wordt geene, of eene mindere belasting, dan op andere honden, gelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 79