Het voorstel tot sluiting der beraadslagingen kan ook uitgaan
van een lid van den Baad. Dit voorstel moet om in behandeling
te kunnen worden genomen, door ten minste twee leden worden
ondersteund.
Art. 17. Nadat de beraadslaging gesloten is, wordt tot stemming
overgegaan.
Deze geschiedt mondeling bij hoofdelijke oproeping of indien
niemand er zich tegen verzet, bij acclamatie.
Vóór de hoofdelijke omvraag wordt door het lot beslist bij welk
plaatsnommer de omvraag een aanvang neemt; zij geschiedt daarop
naar volgorde, met deze uitzondering, dat de "Wethouders eerst na
de leden, in volgorde van hunnen ouderdom, te beginnen met den
jongsten. hunne stem uitbrengen en de Voorzitter, zoo hij lid van
den Baad is, het laatst.
Deze volgorde van mondelinge stemming wordt vervolgens ge
durende dezelfde vergadering in acht genomen.
Art. 18. De leden spreken met duidelijke stem, begeven zich
daarvoor niet van hunne plaatsen en stemmen met de woorden
„voor" of „tegen" zonder eenige andere bijvoeging.
Art. 19. Ieder lid is verplicht zijne stem uit te brengen, tenzij
hij te kennen geve. dat hij zich ingevolge de Gemeentewet van
stemming moet onthouden.
Art. 20. Voorstellen van Baadsleden moeten om op de oproe
pingsbriefjes vermeld te worden, minstens drie maal 24 uren vóór
het houden der vergadering schriftelijk zijn ingediend.
Zijn de oproepingsbriefjes reeds verzonden, dan wordt het punt
afzonderlijk ter kennis van de Raadsleden gebracht.
Voorstellen, vreemd aan de orde van den dag, moeten zoo
mogelijk daags te voren schriftelijk aan den Burgemeester ter
hand gesteld worden.
De vergadering beslist, of het voorstel al dan niet in dadelijke
behandeling zal worden genomen.
Besluiten in een vorige vergadering genomen, kunnen dan alleen
-worden ingetrokken, als het voorstel daartoe op de oproepings
briefjes vermeld is.
Art. 21. De vergadering heeft het recht wijzigingen in alle
voorstellen aan te brengen.
Ieder lid kan daartoe een amendement of sub-amendement in
dienen.
Alle amendementen of schriftelijke voorstellen van Burgemeester
en Wethouders moeten zooveel mogelijk minstens vier en twintig
uren vóór de vergadering schriftelijk worden ingediend.
Bij voorgestelde amendementen of sub-amendementen wordt eerst,
over deze, te beginnen met het amendement of sub-amendement van
de verste strekking, en eerst daarna over het al dan niet-geamen-
deerde voorstel gestemd.