Noorder Stationsweg, den Bloemendaalscheweg, de Donkerelaan, de
Aelbrechtsberglaan en de Zomerzorgerlaan, ten Westen van den
Hooge Duin- en Daalscheweg, ten Zuiden van den Midden Duin
en Daalseheweg, den Parkweg, de Busken Huetlaan en de Klever
laan, ten Noorden van de Kleverlaan, ten Noord-Oosten van de
Korte Kleverlaan, ten Oosten van den Bloemendaalscheweg en ten
Zuiden en Oosten van den Yijverweg tot aan den spoorweg Haarlem-
Uitgeest ter hoogte van liet station Bloemendaal.
De kom te Overveen wordt begrensd door en ligt binnen de
aaneengesloten lijn, die aanvangt bij den Bloemendaalscheweg ter
hoogte van de Dompvloedslaan, vervolgens loopt evenwijdig aan
en op een afstand van 60 Meter ten Noorden van den Ter Hoff-
steedeweg, ten Westen van den Kweekduinweg, ten Zuiden van
den Tetterodeweg, ten Westen van den Bloemendaalscheweg langs
Belvédère, ten Westen van den Korte Zijlweg tot Elswoutshoek,
ten Oosten van den Korte Zijlweg vanaf Elswoutshoek, ten Zuiden
van den Zijlweg tot aan de grens der Gremeente Haarlem, ten
Noorden van den Zijlweg vanaf die grens, ten Oosten van den
Bloemendaalscheweg tot de Dompvloedslaan.
De kom te Aerdenhout wordt begrensd door en ligt binnen de
aaneengesloten lijn, die aanvangt op den weg langs Oosterduin,
60 Meter uit het snijpunt van den Aerdenhoutsweg en den Schulp
weg, vervolgens loopt evenwijdig aan en op een afstand van 60
Meter ten Noorden van den Schulpweg, ten Westen en ten Zuiden
van den Doodweg, ten Westen en ten Zuiden van den VanLennep-
weg, ten Zuiden van de Aerdenhoutslaan tot de Houtvaart, van
daar ten Noorden van de Aerdenhoutslaan en ten Oosten van den
Aerdenhoutsweg tot het uitgangspunt.
De kom te Vogelenzang wordt begrensd door en ligt binnen de
aaneengesloten lijn, die aanvangt op den Vogelenzangscheweg 60
Meter noordwaarts uit het snijpunt van dezen weg met de Beks-
laan en vervolgens zuidwaarts loopt evenwijdig aan en op een
afstand van 60 Meter ten Westen en ten Oosten van den Vogelen
zangscheweg tot aan de Leidschevaart.
Afdeeling II. Het nummeren der gebouwen.
Art. 2. Met boete van ten hoogste drie gulden wordt gestraft
ieder, die over een tot bewoning bestemd gebouw, kerk of soort
gelijk gebouw daaronder begrepen, hetzij voor zich, hetzij voor een
ander beheer voert (de huurder of gebruiker daaronder begrepen),
indien deze niet zorg draagt dat aan de buitenzijde, naast of boven
den hoofdingang van dat gebouw, op duidelijk leesbare wijze met
zwarte verf, op witten grond niet lager dan 2 Meter en niet hooger
dan 2.50 Meter uit den beganen grond de wijkletter en het plaat
selijk en het afdeelingsnummer van het perceel volgens door Bur
gemeester en Wethouders vastgesteld model, ten Raadhuize gede-