- 10 -
8ste tot 9e Naast de genoemde Kennemer moederkerken (zie
700) lezen we ook van boerenhutten uit hout en
zoden met riet gedekt.
In de lijsten der goederen van Bonifacius'
klooster te Fulda aan den Weser of van den
Utrechtschen dom worden verschillende kleine
kapellen in Kennemerland vermeld, b.v. St. Aagten-
kerk, Heemskerk, Assendelft, Spaarnewoude,
Sloten, Egmond, Alkmaar en de dorpen Haarlem,
Vennip, Adrichem, Bakkum, Bergen, Kamp, Schoorl
en Limmen. Ook blijkt dat er menschen bestaan,
die vrije beschikking over hun eigendom hebben,
althans over een gedeelte daarvan, daar zij aan
een klooster of hoofdkerk land of inkomsten
schenken. Naast hen treffen we anderen aan, die
als „manicipia que jure debentur propria fore",
als onderhoorigen, worden aangemerkt. (Zie 12e
eeuw, 1ste helft).
Het ontstaan der grafelijkheid in deze streek
valt in deze eeuw (Zie 11e tot 12e eeuw).
In een oorkonde van dit jaar komt de naam
Kinnehem of Kinhem voor het eerst als historisch
vaststaand voor 2).
Vermoedelijk is deze streek niet door de Noren
gespaard. Althans in dit jaar wordt Chinheim
genoemd onder de graafschappen, die in het
midden der eeuw aan den Noorman Rorik en
in dit jaar aan Godfried worden afgestaan.
Overblijfselen uit den tijd der Noren in deze streek
x) De gouwgraaf werd ook hier van aanzienlijk ambtenaar
min of meer erfelijk bezitter van het ambt, in nauw verband
met het grondbezit en het daarmede samenhangend aanzien
zijner familie.
2) Heim: hier blijkbaar een afgeperkt stuk grond, een be
grensd terrein, een district. Wat het eerste (Kin of Kinne) be
duidt is niet duidelijk.
Eeuw.
9e Eeuw.
855.
880