11
bezitten wij niet en de naamsverklaringen aan de
hand der Noorsche godenleer zijn dan ook
gewoonlijk de uitkomsten van eene zeer sterk
ontwikkelde verbeeldingskracht.
9e tot de Zeker is het, dat de verwarde toestand in den
10e Eeuw. Norentijd in deze streek op de oorspronkelijke
zeker meer algemeene, vrijheid der „cives" of
„burones"x) een nadeeligen invloed heeft uit
geoefend, als ook dat de ontwikkeling van het
z.g. leenstelsel en van het ridderwezen in de 10e
en 11e eeuw, voor die vrijheid niet gunstig is
geweest.
De Kennemerlanden heeten nog „Fresia", al
blijft het karakter der oude bewoners zich in de
gemengde Friesch-Bataafsche bevolking nog hand
haven.
De bevolking van Kennemerland komt hare
dienstverplichtingen reeds grootendeels in geld na
en niet meer in goederen of persoonlijke diensten.
Dit wijst op een vrij ver gevorderden economischen
toestand.
In dit jaar zou reeds gesproken worden van
Bentveld. Onder de goederen van St. Maarten te
Utrecht zullen ook twee „mansi" behoord hebben
in „Bentfelda" 2). (Zie 1596).
Opkomst van den landadel. (Zie 11e tot 12e
eeuw).
Er wordt reeds gesproken van „Velsereburg",
het adellijk huis te Velsen 8).
10e Eeuw.
960.
10e tot 11e
Eeuw.
1063.
28 Dec.
Buren, van waar boeren.
2) Medegedeeld door Jero. deVriesin „Eigen Haard",
1910, bladz. 404 v. v. Bent moet van ouds de naam zijn ge
weest van een slecht soort gras.
3) „Oorkondenboek van Holland en Zeeland". I, 85. De ver
schillende datums zijn door mij gegeven zooals ik ze in de
stukken vond. De jaarstijl werd door mij niet herleid, om meer
in overeenstemming te blijven met den inhoud van deze kro
niek, die geen historische verhandeling is,