65
1874
waarvan het uiteinde opgehaald kon worden (thans
over een aarden dam) aan de poori, die in een
vierkanten toren staat en den toegang verleent tot
een tweede, door grachten omgeven en met wallen
verdedigde, enceinte. Deze poorttoren, die nog
geheel in wezen is, was aan de zijde van het
kasteel geopend. Daardoor kon men op de boven
verdiepingen gemakkelijk krijgsmaterieel ophijschen,
en was het mogelijk de poort van het kasteel uit
te beschieten, wanneer deze in handen van den
vijand mocht zijn gevallen. Achter de poort staat
een vierkant gebouw, nog slechts gedeeltelijk in
wezen, waarin het logies was van de verdedigers
der enceinte. Een houten brug leidt van hiernaar
het met grachten omgeven kasteel. Men moet eerst
door een vierkant binnenhof, dat met wallen ver
dedigd is; aan de n.o. zijde staat de eenige ronde
toren, dien men alhier gebouwd heeft. Ten zuiden
vindt men de overblijfselen van twee ruime ver
trekken en aan den z.o. hoek een vierkanten toren,
die de gracht bestrijkt. Van de poort, door welke
men in het binnenhof komt, moet men over een
houten vloer het kasteel binnen treden, dat de
westzijde inneemt. Deze vloer kon in tijden van
gevaar weggebroken worden. Thans is dit terrein
nog met puinhoopen versperd. In het kasteel had
men twee ruime vertrekken, waarvan aan de eene
zijde de muur verdwenen of liever omgeworpen
en in de grachten terecht gekomen is, waar men
er de kolossale brokken van ziet liggenbeneden
waren de keukens, boven was een hoog verheven
ridderzaal, bedekt met een houten zoldering. Aan
deze zalen grenst ten z. een vierkante toren, die
den z.w. hoek van het kasteel beschermde. Ten
noorden der zalen verheft zich een dubbele kolossale
vierkante „donjon", het laatste toevluchtsoord der
verdedigers. Hij bestaat uit vier verdiepingen,
5