75 1877 volgende vermeld De genoemde commissie weigerde, omdat zij van meening was, dat bij algemeenen maatregel van bestuur een dergelijke bezwarende verplichting niet aan het gesticht kon worden opgelegd. De leden van de commissie werden te dezer zake allen gedagvaard voor den kantonrechter te Haarlem en tegen ieder hunner werd eene geldboete met subsidiaire gevangenis straf geëischt. De commissie droeg hare verde diging op aan den advocaat mr. Aug. Philips te Amsterdam. Zoowel door den kantonrechter, als in hooger beroep door de arrondissements rechtbank te Haarlem, werd de commissie in het gelijk gesteld en een beroep in cassatie werd door den Hoogen Raad verworpen. Nadat later bij de wet van 17 April 1887 (Stsbl. no. 67) het houden van bevolkingsregisters door besturen van gestichten behoorlijk was geregeld, heeft de com missie besloten tot het aanleggen en het houden van een bevolkingsregister van het gesticht. Sedert 1 Januari 1888 wordt dat register gehouden en geschiedt aan het kantoor van Meerenberghet werk, dat te dezer zake vroeger aan de secretarie van Bloemendaal was verricht. (Zie 24 Oct.). 24 Oct. In het waschhuis van Meerenberg heeft een gasontploffing plaats, die een aantal glasruiten verbrijzelt. (Zie 1878). Uit het gemeenteverslag blijkt dat zeer weinig gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid tot verkrijging van duinwater te Overveen. (Zie 1876). In hetzelfde verslag wordt wederom herhaald dat „eigenlijke armoede" hier niet bestaat. Veel x) Men zie de klachten in de gemeenteverslagen van Bloe mendaal van 1877 en volgende jaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1913 | | pagina 91