10
Onder de vele pogingen om Haarlem te helpen herinneren,
we slechts aan die van den heer Van Batenburg, die over
Sassenherm en Noordwijkerhout tot den Haarlemmerhout was
genaderd en daar 8 juli 1573 werd verslagen. De Spanjaarden
veroverden daarbij acht veldstukken, die op het Huis ter Kleef
werden geplaatst. Den 14 Juni trokken de Spanjaarden de stad
Haarlem binnen. Daarop werden, in weerwil der overeenge
komen voorwaarden, nadat alles bij elkaar geschraapt was om
de bedongen afkoopsom van f 240.000,- te vinden, nog vele
unzen geplunderd, En ofschoon het leven der burgers gespaard
bleef, te feller woedde de vijand tegen de dappere bezetting.
Vele hoplieden en vaandrigs werden o. a. op 't Huis ter Kleef
gevangen gezet. Onder de slachtoffers bevond zich ook de
edele Kipperda, die zijn Frieschen naam bij de verdedigino-
van Noord-Hollands hoofdstad vereeuwigd heeft. Hij werd op
denzelfden dag met zijn luitenant Horrenmaker, een Gentenaar
onthoofd, iets later ook jonker Jan van Duvenvoorde, kolonel
er Schutterij van Haarlem, eft, Lancelot van Brederode halfbroer
van Hendrik, een der beroemdste Watergeuzen en ijverigste
voorvechters in den strijd der vrijheid. De bezetting van Haar-
em, van 3 a 4 duizend man was versmolten tot 1800 en van
dezen werd de helft omgebracht, maar den vijand had dit
beleg 12000 man gekost. Eén hoofddoel had de Spanjaard nu
bereikt Door den val van Haarlem was Noord-Holland van
Zuid-Holland gescheiden.
Het einde van bet oude slot naderde nu vast. Uit het Memo-
riaelboek' blijkt, dat ,,na de gehoucte belegering dit fraye
buys m den jare 1573 door ondergelegd buskruit uit last van
den Spaanschen generaal", werd opgeblazen. Geen muur bleef
er heel. Niets dan een verwarde murenhoop met brokstuk
ken var. torens en een massa puin van steen, pannen en
eien blee) er over. Van, te voren waren d.e meubelen uit het
s ot vervoerd. Misschien heeft Don Fredierico zoo gehandeld uit
haat tegen Brederode. Waarschijnlijk vreesde hij, dat zoo
Brederode weer in 't bezit van het Huis ter Kleef kwam, deze
vandaar uit Haarlem zou kunnen bestoken. Door latere heeren^
van Brederode werd tegen een zeskantig torentje „een nieuw
en tamelijk fraai gebouw met een spitse kap gedékt gemetselt
Deze ridderhofstede, nog bekend als „de hofstede met het
torentje" diende „tot een somwijligen optrek:, als zij in Kenne-