61
Bij weigering van den Raad zijn de leden van liet College
van Burgemeester en Wethouders, die tot het besluit hebben
medegewerkt, persoonlijk voor de uitgaaf aansprakelijk.
Van de rekening en verantwoording.
Art. 35.
De Commissie biedt jaarlijks vóór 1 Mei aan Burgemeester
en Wethouders aan:
a. een balans van de bezittingen en schulden van het be
drijf op 31 December van het afgeloopen jaar;
l). een winst- en verliesrekening over het afgeloopen jaar,
waarvan de indeeling aansluit aan de door den Raad
goedgekeurde begrooting van het bedrijf
q. tot toelichting van de balans een kapitaalstaat, aan
gevende de vermeerderingen en verminderingen, welke
de verschillende deelen van het stamvermogen door uit
breiding en verbetering eenerzijds en door afschrijving
op de waarde en vervreemding van bezittingen ander
zijds, hebben ondergaan en een omschrijving van de
financieele verhouding van het bedrijf tot de gemeente;
d. een volledigen inventaris der aanwezige goederen op 31
December van het afgeloopen jaar.
Deze stukken, welke in dubbel worden ingezonden, moeten
vergezeld gaan van een rapport, uitgebracht door een door den
Raad te benoemen accountant.
Deze accountant is bevoegd tot inzage van alle boeken en
bescheiden, waarvan de kennisneming tot vervulling van zijne
taak noodi'g is alsmede tot opneming van kas en magazijn.
Art. 36.
Burgemeester en Wethouders onderzoeken de hun door de
Commissie aangeboden balans, winst- en verliesrekening en de
daarbij overgelegde bescheiden zoo spoedig mogelijk en die
nen deze, al dan niet gewijzigd en met vermelding van het
geen Burgemeester en Wethouders tot hun verantwoording
dienstig achten, vóór 1 Juli bij den Raad in.
Art. 37.
De Raad stelt de balans en de winst- en verliesrekening vast.
Ten spoedigste na de vaststelling wordt een exemplaar van
de in Art. 35 genoemde stukken aan Gedeputeerde Staten
ingezonden.
Art. 38.
Het besluit van den Raad tot vaststelling van balans en
winst- en verliesrekening strekt aan Burgemeester en Wet
houders en de Commissie tot ontlasting.