13
of -hout1) genoemd. Het volk, dat later de beteekenis
niet meer begreep, veranderde den naam Herthahout in
Aerdenhout-
Aanteekening. Deze legende is van Sicilië naar hier over
gebracht. Zie o. m. Gouw, J. ter, De volksvermaken, Haarlem.
1871. Blz. 153. En verder de aanteekening onder de volgende
legende.
Aerdenhout. (b.)
In oude tijden hielden de Graven van Holland hun
verblijf in Haarlem en bezaten in de omstreken verschil
lende jacht- of lusthuizen. Meermalen werden de edelen
des lands uitgenoodigd tot het houden eener groote
jacht op grof- en klein wild. Jaarlijks werd eenmaal een
zeer schitterend grafelijk jachtfeest gehouden en op dezen
dag hadden de Haarlemmers het recht om in de naburige
duinen vrij te jagen. Vooral trachtte men dan herten te
bemachtigen. Ter herinnering hieraan ontving het boscli
nabij Haarlem den naam van Hertenhout, een naam die
later door het spraakgebruik is veranderd in Aerdenhout.
Aanteekening Zie Allan, Geschiedenis van Haarlem, II, 135.
„Arnhemsche Courant" van 15 Augustus 1874.
Samuel Ampzing schreef hiervan in 1628:
Hoe dickwils komt de Prins in Brêroos wijde palen
Hoe dickwils menig wild uit onze duynen halen
Hoe menig snelle hind, hoe menig wakker hart,
Werd op der Heren jagt gevangen en benard
En hier van daen so schijnt ons Hartjesdag te komen
Al word hiervan ook schoon geen vast bescheyd vernomen.
Want als de Graef hier joeg in 't recht zaeysoen van 't jaer,
Wie twijfeld of dat was met toeloop van de schaer
Dit is het oud gebruyk, 't is so en 't was voor desen:
Daer groote meesters sijn, daer wil 't gepeupel wesen.
Over den Haarlemschen Hartjesdag leze men o. a. „De Aard
bol.Jrg. 1840, blz. 91 en J. ter Gouw. De Volksvermaken. De
Amsterdamsche Hartjesdag heeft zich steeds doen kennen als
„een dag van dronkenschap en zedeloosheid". Te Haarlem was
dit anders. De Spaarnestad-bewoners gingen op den Blinkert
zitten „onder 't genot van eenige medegebrachte versnaperin
gen" en als die op waren, gingen zij voor tijdverdrijf de duinen
„afrollen". En wie daarin geen lust had, ging te Overveen of
eiders „onder het geboomte zitten om naar de voorbijgangers te
kijken."
Hout bosch.