Bakker? Hij hoort alles „bedaard en met eene koele onverschilligheid aan". En ontkent met een stalen gezicht, dat hij ooit dronken is geweest. Wel ja, waarom niet Ontkennen dat is afdoende. Jammer voor meester, dat er niet eén maar tientallen geloofwaardige Bloemendalers met eigen oogen dronkenschap hebben geconstateerd, op verschillende dagen en bij verschillende gelegenheden. Toen werd besloten meester Bakker te schorsen. Aan den „ondermeester G. Veenendaal werd de waarneming zijner functies provisioneel opgedragen". In October kwam Bakker vragen om weer in al zijn ambten her steld te worden. Maar dat ging niet. Want „met aandoening" waren aangehoord nog andere klachten, tegen hem ingebracht. Deze kwamen van de zijde der kerkvoogden. Meester Bakker had zich niet ontzien „bij sommige der opgezetenen rond te gaan, om geld voor huur van kussens in de kerk en schoon houden van de banken op te halen". En nog erger. Slechts een heel klein gedeelte van dat geld had hij aan kerkvoogden afgedragen, terwijl hij alle quitanties ver hoogd had. Alles om aan drank te komen. Matig be gonnen niemand begint onmatig matig en netjes een glaasje drinkende, was hij zóó geëindigd. Zoo iemand handhaven kon niet. Maar boventoon had het medelijden. Vijf en dertig jaren had hij te Bloemendaal gewerkt. Glorieus begonnen, was hij via één glaasje dronkaard en dief geworden. Men gaf hem pensioen. Levenslang. Droevig einde van een bijna 70 jarige. Maar hijzelf was blij met dat besluit, „over hetwelk hij zijne tevredenheid betuigde, de leden van den kerkeraad bedankende voor hunne edelmoedigheid en goedwilligheid", zegt de oude kroniek. Waar meester Bakker gebleven is? Niet te Bloemendaal. Waar hij heenging weet niemand. Behalve wie- zijn pensioen uitbetaalde. En die heeft gezwegen totdat hij meldde „dat het niet meer noodig was", omdat den voormaligen gravenmaker, het eigen graf was gedolven. BI. J. A. v. L. 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1918 | | pagina 19