THIJSSE'S HOF.
Wie zich van den Bloemendaalscheweg af door de
Mollaan naar het bosch begeeft, stuit recht voor zich
uit tegen het koepeltje bekend onder den naam van
„Het Pannekoekenhuisje". Het Bloemendaalsche
Bosch was vroeger een geliefde ontspanninsplaats
voor Haarlemsche familie's. Bij feestelijke gelegen
heden gaven de gegoeden en ook wel eens de zoo
half en half gegoede burgers van Haarlem een
„buitenpartij"; de jongelui kwamen aan het huis
gastheer en gastvrouw samen en dan reden er een
of meer Jan Pleziers voor, soms ook nog een brik,
voor mevrouw met de juffrouw, de dienstbode en
de taartendoozen, en dan ging het naar het Kolkje,
naar Kraantje Lek, naar de Leeuwenkuil of naar
het Pannekoekenhuis. De Leeuwenkuil, die zich
ongeveer ter plaatse bevond van het schoolgebouw
van ,,'t Kopje" aan de Koepellaan, was de ietwat
deftiger ontspanningsplaats; bij het Pannenkoeken
huisje behoorde een groote schommel, en schomme
len werd in den tijd waarvan wij spreken, 40 a 50
jaar geleden, voor gevaarlijk en vooral voor meisjes
als niet heelemaal netjes beschouwd; de Leeuwen
kuil verdween het eerst; toen heeft het Pannen,
koekenhuisje het langst den roem van het Bloemen
daalsche Bosch als ontspanningsoord opgehouden.
Met den overgang van het bosch van de Maatschappij
„Veen en Duin" naar de Gemeente brak een nieuw
tijdperk aan; mej. Kalkman, die nu eenmaal in het
Pannenkoekenhuisje woonde, mocht er blijven
wonen, maar het bosch werd een wandel- en auto
park, de Natuur maakte plaats voor de Cultuur.
Achter dit in zijn oorspronkelijke gedaante gehand
haafd Pannekoekenhuisje bestond een door akker
maalshout omgeven aardappelveld, dat door de
geleidelijke uitdroging, waaraan onze bodem in de
laatste 15 jaar bloot stond, ook wel braak heeft ge
legen. Men is op de goede gedachte gekomen dit veld
uit zijn staat van achteraf gelegen geminacht en
verwaarloosd boschgedeelte te verlossen en het ver
worpen deel is thans het meest merkwaardige en
15