DE HOND
Eenige jaren geleden ging een heerenboer uit de buurt naar
de school waar zijn kinderen op gingen, gevolgd door den
bulhond der boerderij. Zoodra zij het hek door waren,
rende Turk, zoo heette de hond, de speelplaats op, waardoor
hij al de kinderen geducht deed schrikken. De hond merkte
het, maar op het geschreeuw der jongens en meisjes, hield
hij ineens stil en keek ze aan; daarop keerde hij terug en
ging achter zijn baas staan. Op een woord en een teeken
an dezen laatste, trok Turk zich in een hoek terug en
bleef daar zitten. ,,Je ziet, kinderen", zei de baas, ,,dat je
voor een hond niet bang hoeft te zijn. Alleen verkeerde en
slecht gezinde lieden moeten hem vreezen, en hij weet die
zeer goed van brave menschen te onderscheiden. En
verwonder je er niet over; deze dieren hebben een
bewonderenswaardig, ja soms onbegrijpelijk instinkt. Maar
wat zeg ik, instinkt? Een hond heeft meer dan dat. Hij
X
Huizen, September 1927.
Noodig of niet noodig, wordt de trekhond, die onder de kar is aange
spannen, van voren vastgemaakt met ketting of touw aan de kar.