of eigenbelang, geen wraakzucht of vrees, dan alleen die om te mishagen. Hij is altijd vol ijver en goeden wil, en steeds gereed om te gehoorzamen. Een slechte behandelinq kan hem niet ontmoedigen, hij verdraagt of vergeet die en herinnert haar zich alleen, om zijn trouw te verdubbelen; wel verre van zich boos te maken of te vluchten, stelt hij zich aan nieuwe kwellingen bloot; zooals wij reeds gezien ebben, lekt hij de hand die hem geslagen heeft, en een klacht is zijn eenig verwijt; en hij verheugt zich slechts, als hij door geduld en onderworpenheid zijn vijand kan ontwapenen. Wie zou, bij dit alles, een hond niet liefhebben? Hij ziet ons zoo vroolijk en liefderijk aan, dat men bijna 'Ou Selooven, dat hij tegen ons zal gaan glimlachen: hij toont zich op allerlei manieren de ware vriend van den mensch. Is hij het niet, die ons verdedigt en die onze schildwacht is als wij slapen? Hij zou zijn leven geven om dat van zijn meester te beschermen. Hij gehoorzaamt op een teeken of blik; ja, hij raadt bijna wat men van hem wenscht. En wat vraagt hij tot loon van zijn diensten? Een S. v. K., Amersfoort, 27 Juli 1928. WlH°ldrWerd ïtfleSPSD.?fI1? gefotografeerd. Het hierboven volgend doet zien hoe schrikkelijk verwaarloosd het dier er uitzag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1929 | | pagina 20