XV werkers. En een hard werker heeft Bloemendaal, als Bur gemeester, noodig. Er is meer. De Burgemeester zeide ook: „Men heeft mij gevraagd wat mijn plannen waren. Het éénige antwoord wat ik geven kon was: Mijn werk doen. Meer niet",, Oók dat doet hoopvol gestemd zijn. Zijn er niet menschen die als ze de taak aanvaarden een heel programma van werk zaamheden opsommen, die beloften doen, waarvan het later blijkt, dat ze ze niet kunnen gestand doen, zoodat van heel dat programma in de praktijk niets terecht komt. Dat zijn de voorbarigen. Tegenover die allen is het eenvoudige woord van Jhr. Mr. den Tex „Ik zal mijn werk doen" van groot gewicht. Want van gestadig werken, niet van het doen van beloften hangt het al af. Alleen aldus kan iets tot stand komen. Van helder inzicht getuigde het, dat de Burgemeester er zooveel nadruk oplegde, dat alles er van afhangt, van de goede samenwerking tusschen Burgemeester en Raad; een samenwerking die gevestigd moet zijn op de grondslagen van wederzijdsche sympathie. Weder een waarborg dat het de gemeente onder Burgemeester Jhr. Mr. den Tex goed zal gaan. Die samenwerking, die de Burgemeester begeert is onontbeerlijk, willen de gemeentezaken goed behartigd kunnen worden. Ten slotte gaf de Burgemeester de verzekering, dat hij —de man, die, zoo we zeiden, groot bewustzijn van. zijn taak heeftde belangen van Bloemendaal „met al zijn kracht zal voorstaan en bevorderen". Een verklaring, die gegeven door een man als Jhr. Mr. den Tex van het aller grootste gewicht is. De Burgemeester is nog jong; hij is eerst 41 jaar oud. Diepenheim was de eerste gemeente waarvan hij het hoofd was. Indien hem krachten en gezondheid worden gegeven, kan hij hier vele jaren zijn gewichtig ambt uit oefenen. Hem wacht hier een schoone taak. Hij moge haar volvoeren tot voldoening van zichzelven en tot heil der gemeente. Met vol vertrouwen kan zeker, deze indruk is gevestigd, de gemeente Bloemendaal onder Burgemeester Jhr. Mr. den Tex de toekomst tegemoet zien. B,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1931 | | pagina 19