X en vooral 't Anker, dat onlangs weer op het hek is gezet, en Wilnis- of Wildernisoord, dat zooals het hoort, op Willemsoord moest staan, de Tetterodeweg, de garen- later „vodden" (let wel nette kleeren-) „bleek" van Gehrels, de Nachtegaal, Kweekduin en Middenduin, de Zeereep, 't Kolkje, Kraantjelek, Elswout, de Aerdenhout, Relle, Koekoek, Bekslaan en Vogelenzang, al deze aan het langs onze openbare wegen zichtbare herinnerende woorden klinken in ons oor welluidend als gezang van lijsters en merels! Den schrijver der Noordhollandsche Arkadia van 1732 ging het niet anders. Hoor maar zijn tweespraak tusschen Weetlust en Waarmond: (Weetlust) „Hoe steekt hier 't groen af bij 't verschiet?" (Waarmond) „Hier is het dat de rijke Haarlemiet, „En Amstelaar na 't afdoen hunner zaken, „In 't schoonst saizoen bij 't lommer zich vermaken!" Dus toch geen boeren in dit dorp? Alleen maar heeren? Een men gelmoes van beiden. Ieder heer hier heeft iets boersch, ieder boer iets heerigsch over zich gehad, en nóg. 2. En wij spreken met hen. De 72-jarige vischverkooper verhaalt ons van het Oude Hoog-Waterschap van Woerden dat zelfs nog voor tientallen jaren in Spaarndam dacht te gebieden. De in Bloe- mendaal geboren tuinman zegt ons, dat de diepte van het meertje van Berkhout, bij Caprera wel de 2 Meter niet overstijgt, maar dat op den bodem altijd bij het baggeren klei gevonden is, duidende op ouden grond. Een ander zegt Cl, dat zijn grootvader zich herin nerde, dat men in harde winter op schaatsen de duinen door van De Vogelenzang naar Aelbertsberg reed, alleen hier en daar afbin dende om „blinkers" te overschrijden, de heer Gehrels toont Cl het vernuftig, sterk en nog goed bruikbaar, bijna ongeschonden hout werk zijner bleekerij nog juist zóó in gebruik als honderd jaar ge leden; de paal aan welke de waschmanden werden opgeheschen (oudtijds tweemaal in het jaar, in Maart en in October) is weliswaar gebroken, maar de stampers en de kuipen en de kruiwagens zijn nog van vorm en stof geheel gelijk de vroegere en 't steentje met de letters „d.w.m." er op in den buitenmuur van 't drooghuis duidt gelijk de geschriften ook uitwezen op de garenbleek van eene de Waal Malefijt. Nog noemt men de De Neufvillelaan: Novililaan, spreekt van De Hospesbrug, en de oude poortwachter van Elswout weet Cl een schat van overleveringen te verhalen, die zich aanknoopen aan de kunstwerken, die gij langs de Elswoutslaan reeds zaagt, de sluis bij de Marcelisvaart, het oude poortgebouw, en de oud-holland- sche poorthekken, wederzijds van Duinvliet, een bij de brug van Sandenhoef, een brug bijna nog geheel in den ouden staat. En verderop bij het Klaphek raken wij niet uitgepraat, en nog verder dan en over Boekenrode. Een der vroegere eigenaren, nu rustend burger, toont ons voorwerpen en oude kaarten, oirconden en andere geschreven en gedrukte stukken; rijen familienamen gaan aan ons voorbij, inheemsche en uitheemsche, vele ook die nog een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1934 | | pagina 14