XV] DE DUINEN De gemeente Bloemendaal onderscheidt zich, met menig ander dorp van Kennemerland, van de steden door dat het grootste gedeelte van ons grondgebied bestaat uit deels beboschte, deels met een korst van groen bedekte duinen, waarvan door de goede zorgen der particuliere en andere eigenaren (zooals de stad Amster dam) zich tegenwoordig maar zeer weinige in verstuifbaren staat bevinden. Het is uit de geschriften der natuurkundigen en de verhalen der natuurliefhebbers algemeen bekend, dat de duinen ook in Bloemen daal en het door deze gemeente ten Noorden en ten Oosten inge klemde Zandvoort, niettegenstaande er geregeld zooveel water aan onttrokken wordt als de mensch met ondergrondsche buizen en met zuigwerktuigen daaruit vangen kan, nog een schoone weideplaats voor velerlei gevogelte en kleine viervoeters bieden. Ook bieden de duinen aan den echten liefhebber van het buiten leven een gezonde woonplaats. Over den plantengroei in de duinen kan het werkje „Onkruid" van F. W. van Eeden ons volledig inlich ten wat betreft omstreeks de tweede helft der 19e eeuw. Voor lateren tijd verwijze men elkaar naar de terecht befaamde boekjes van Heimans en Thijsse en de tallooze in verschillende periodieken als „De Natuur" en „De Groene Amsterdammer" ver schenen beschrijvingen van de duin-flora door Dr. Jac. P. Thijsse, naar wien „Thijsse's Hof" genoemd is, de tuin deel uitmakende van het Bloemendaalsche bosch ter hoogte van het z.g.n. Panne- koekenhuisje aan de Mollaan. (vroeger kon men daar inderdaad pannekoeken eten bij Mej. Kalkman) en die bedoeld is om als levend museum van de duinflora (trouwens ook van een deel der duinfauna) in enkele exemplaren het blijven voortbestaan mogelijk te maken. De duinen bij Bloemendaal bevatten twee zanderijen, de oude reeds door Molijn begonnen te Overveen, waaruit het zand per schuit door de Zandvaart wordt weggehaald, welke zanderij thans eindigt achter Elswout, en een zandkarrerij aan het einde van de Zomer- zorgerlaan op de noordelijke helling van de duinen, waarvan het Wilhelminaduin (of Kopje) het hoogste gedeelte is. Wij spreken van zandkarrerij omdat men vroeger een droge zanderij een zand- mennerij noemde, Zoo werd bijv. het zand van oudsher uit de reeds genoemde Hargerzantmennerij onder Schoorl vervoerd met gemende paarden en wagens, terwijl uit de genoemde Zomerzorger zandkarrerij het zand alleen wordt vervoerd met motorvrachtkarren. De Harger zandmennerij onder Schoorl werd ook wel Hondsbosch zantmijnderij genoemd, zij bestond uit een droge afzanderij, niet dieper dan het maaiveld afgegraven. „Men delft er" zoo staat in het rapport van 1798 beschreven „niet beneden den bovengrond". Ze leverde een uitnemend bekwaam ingrediënt op om fijn wit glas te maken. „Daartoe halen de Engel- schen het met volle ladingen van hier". Veel belangrijker dan de genoemde afzandingen en van groot nut voor Amsterdam, ja voor geheel Noordholland is het droog afzanden van alle duinen geweest, ook in deze buurt. Het duinzand werd ge bruikt om de boorden van Haarlemmermeer, IJmeer, Uitgeestermeer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1934 | | pagina 20