3
overschot gestadig toe. Daarnaast ontwikkelden ook de rand
gemeenten (Bennebroek, Bloemendaal en Heemstede) zich in
een snel tempo tot belangrijke woongemeenten. Hierbij dient
vermeld te worden, dat deze gemeenten de woonplaatsen voor
het meer welgestelde deel van de bevolking gingen vormen.
Tijdens de tweede wereldoorlog kwam de woningbouw
praktisch tot stilstand. Na de bevrijding werd er met kracht
naar gestreefd het grote woningtekort zo snel mogelijk in te
lopen.
Allereerst werden hiervoor terreinen benut welke grens
den aan de bestaande bebouwing.
Zo ontstonden in het noordelijk stadsdeel'de wijken Sin-
nevelt en Delftwijk. In het oostelijk stadsdeel kwam Parkwijk
tot stand. Haarlem heeft zich voornamelijk in noord-zuid-rich-
ting ontwikkeld. Dit heeft vooral in het noordelijk stadsdeel
tot een minder aantrekkelijke structuur geleid.
Ten noorden van het station zijn circa 80.000 mensen
gehuisvest in een gebied dat een lengte heeft van 3,5 km, ter
wijl de gemiddelde breedte slechts 1,5 km bedraagt.
Thans wordt met man en macht gebouwd aan de nieuwe
woonwijk Schalkwijk.
In dit stadsdeel, dat tussen het Spaarne en de Ringvaart
ligt, zullen in de toekomst ongeveer 40.000 mensen huisvesting
vinden, verdeeld over vier wijken: de Europawijk, de Boerhaa-
vewijk, Meerwijk en Schalkwijk „C". Er is naar gestreefd onge
veer 1/3 gedeelte van het in Schalkwijk te bouwen aantal wo
ningen als eengezinswoning uit te voeren. Daarnaast is ook aan
de situering en de opzet van de flatwoningen veel aandacht be
steed.
Na realisering van deze wijk, zal er nagenoeg geen ruimte
in Haarlem meer aanwezig zijn voor woningbouw. Het is duide
lijk, dat dit het gemeentebestuur dwingt tot een - in kwalitatie
ve zin - zo optimaal mogelijke benutting van de nog resterende
ruimtelijke mogelijkheden, opdat Haarlem ook in de toekomst
een aantrekkelijk woongebied met een hoog voorzieningenpeil
te verwachten industriële ontwikkeling van dit gebied, met het
natuurlijke- en woonmilieu, de economische groei, de werkge-
legenheidsstructuur en het verkeer.
Al deze zaken worden bestudeerd in nauwe samenwer
king met vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van
Bloemendaal, Zandvoort, Velsen, Heemstede, Bennebroek,
Haarlemmermeer en Haarlemmerliede c.a.
Hoe belangrijk het college van burgemeester en wethou
ders van Haarlem de bezinning op deze ontwikkeling acht, mo
ge blijken uit het feit, dat iedere maand een extra vergadering
aan deze onderwerpen wordt gewijd. Zo werd veel aandacht be
steed aan goede verkeersverbindingen naar het noorden waar
toe Haarlem o.m.de aanleg van een tweede Velsertunnel heeft
bepleit - en naar het oosten en zuiden, teneinde een betere ver
binding te verkrijgen met het midden en zuiden van ons land
en daarmee met het nationale en internationale verkeerswegen-
net. Tot in het midden van de vorige eeuw was de Haarlemse
samenleving gevestigd binnen de singels. Binnen deze duidelijke
grenzen had zich in de loop der eeuwen een stedelijke gemeen
schap ontwikkeld, welke in de rij der Hollandse steden een ei
gen plaats innam. De belangrijke industriële ontwikkeling wel
ke in de tweede helft van de vorige eeuw in ons land op gang
kwam, beroerde ook Haarlem.
Es vestigden zich hier een aantal belangrijke bedrijven,
welke uiteraard behoefte hadden aan werknemers.
De onzekere levensomstandigheden op het platteland,
waar een redelijk bestaan vaak niet mogelijk was, bracht velen
ertoe zich in de steden te vestigen, waar werk was voor vele
handen.
Binnen de historische stadsgrenzen waren onvoldoende
mogelijkheden aanwezig om de sterke bevolkingsaanwas op te
nemen en zo ontstonden buiten de stadswallen de „werkmans
buurten".
Door verscheidene annexaties werd het grondgebied van
Haarlem steeds verder uitgebreid. Tot 1940 nam de bevolking
van Haarlem zowel door geboorteoverschot als door vestigings-