Geraniumstraat (plan Zuid). Parallelweg n.o. van de Burgemees ter Kasteleinweg, tussen de Ophelialaan en de Spoorlaan. Gloxiniastraat (plan Zuid). Verbindingsweg in z.o. richting tus sen de J. G. Mensinglaan en de Hortensialaan. Hadleystraat (plan Zuid). Eerste hoofdweg links vanaf het Dorp. tussen de Stommeerweg en de Burgemeester Kasteleinweg. Helling (Dorp). Tussen de Kerkwetering en de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; kruist de Dorpsstraat tussen de num mers 29 en 31. Herenweg (Kudelstaart). Vanaf de Kudelstaartseweg in z.w. richting langs de Westeinderplas, tot de grens met de gemeente Leimuiden. Hornweg (Oosteinde). Evenwijdig met de Aalsmeer der weg, vanaf de Zwarte weg tot de grens .met de gemeente Nieuwer- Amstel. Hortensialaan (plan Zuid). Eerste (gedeeltelijk dubbele) dwars straat van de Hadleystraat, Ophelialaan en de J.G. Mensing laan tot de Zwarteweg. Kanaalstraat (Dorp). In het verlengde van de Zijdstraat, vanaf hoek Dorpsstraat tot de ringvaart van de Haarlemmermeer polder (pontveer voor voetgangers en wielrijders). Kastanjelaan (plan Zuid). Over de spoorweg, eerste dwarsstraat in z.o. richting van de Ophelialaan. Kasteleinweg, Burgemeester (Dorp en plan Zuid). Het gedeelte van de - provinciale hoofdverkeersweg Heemstede-Hilversum, tussen de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder tot de grens met de gemeente Uithoorn (bij de Legmeerdijk). Kerkweg (Oosteinde). Verbindingsweg tussen de Oosteinderweg en de Aalsmeerderweg, nabij de Oud Katholieke Kerk. Kleine Noorddijk (Oosteinde). Voet- en rijwielpad in het ver lengde van de Oosteinderweg (door het Amsterdamse Bos). Kudelstaartseweg (Kudelstaart). Langs de Westeinderplas, vanaf de Zwarteweg (nabij de watertoren) tot de Herenweg. Legmeerdijk (Oosteinde). Vanaf de Geniedijk (Vuurlijn) in noordelijke richting tot de grens met de gemeente Nieuwer- Amstel. Luwte (Oosteinde). Tussen Schinkeldijkje en de R.K. Kerk te Bovenkerk. Lijnbaan (Dorp). Verbindingsweg tussen de Dorpsstraat en de Oosteinderweg. 324

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Aalsmeer | 1959 | | pagina 338