getes, Euphorbia splendens, Adiantum, Gloxinia, Veronica, Pri
mula sinensis, Pelargonium grandiflorum, Maranta en de snijbloe
men Calla, Strelitzia, Prunus serrulata en Ixia.
Omzet 25.000 tot f 50.000: Impatiens, Fuchsia, Bladbegonia,
Columnea, Primula malacoides, Echeveria, Ageratum, Petunia,
Ficus repens, Hoya, Genista, Mesembryanthenum, Thunbergia,
Nectera en de snijbloemen Dahlia, Sneeuwbal, Duizendschoon,
Nerine, Bouvardia, Eikeblad, Callistephus, Helleborus en Liatris.
Uit bovenstaand overzicht blijkt duidelijk hoe sterk de teelten te
Aalsmeer gevarieerd zijn, ondanks de overheersing van de anjers
en rozen, die samen 60,4% van de totale omzet voor hun rekening
nemen.
Deze sterke variatie in de produkten en de aanwezigheid van
kwaliteitsprodukten hebben de Aalsmeerse veilingen doen uit
groeien tot echte exportveilingen. Van de anjers, rozen, seringen
en freesia's wordt de helft of meer uitgevoerd.
De export moest na de oorlog weer geheel worden opgebouwd.
Ondanks vele moeilijkheden is de export van snijbloemen uitge
groeid tot een bedrag van 138,5 miljoen en die van bloemisterij-
planten tot 24,5 miljoen (1965).
foto Theo Wenzel
Interieur Centrale Aalsmeerse Veiling
15