De produkten werden in de begintijd alle per schuit naar de grote
steden gebracht, hetgeen voornamelijk geschiedde door een be
paalde categorie, namelijk de kweker-handelaars, die tevens de
produkten der overige kwekers, de z.g. thuis-verkopers opkochten.
Aan deze wijze van werken kleefden verschillende fouten, o.a. dat
de handelaars natuurlijk eerst hun eigen produkten probeerden te
verkopen. De drang om een zekerder en gemakkelijker afzet van
de produkten te verkrijgen heeft geleid tot de oprichting van een
tweetal veilingen in 1912, namelijk de coöperatieve Veilings
vereniging „Bloemenlust" in Aalsmeer-Oost en de Coöperatieve
Vereniging „Centrale Aalsmeerse Veiling" (C.A.V.) in het dorp.
Aan eerstgenoemde veiling worden alleen snijbloemen verkocht;
aan de C.A.V. tevens potplanten. Deze beide veilingen hebben in
1968 besloten tot fusie. Deze nieuwe vereniging hoopt op 1 jan. 1972
een geheel nieuw veilingcomplex te betrekken. De veilingen, die
thans door duizenden vreemdelingen worden bezichtigd, hebben
er veel toe bijgedragen, dat de bloementeelt zich sterk ontwikkelde,
doordat hier voor de handelaars de mogelijkheid geboden werd hun
bloemen en planten in grote hoeveelheden op een centrale plaats
in te kopen, waarbij het tevens een gelukkige omstandigheid was,
dat de verbindingen met Aalsmeer steeds verbeterden. Terwijl
Interieur Centrale Aalsmeerse Veiling foto Theo Wenzel
9