JN6DEWANMSHE KflST
1 BLOEIENDE KAMERPLANTEN
'T KLEVERPARK
I „DE DAHLIA", WBEUNDER, 1
KUNST
DIERENVRIENDEN.
HEDENMIDDAG (13 FEBRUARI) OPENING
Ruime gelegenheid voor Auto-Stalling
P. van der Stad
Eerste Jaargang
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT,
BENTVELD EN VOGELENZANG.
U ITGEVER: G. EIKELENBOOM
BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
BLOEMENDAALSCHEWEG 42 TELEFOON 22324
ABONNEMENTSPRIJS: VOOR EEN HALF JAAR 1.50
IN VEREEN IGSING M:ET DE
LEO HUIJKMAN
Kleine Houtstraat - Haarlem
H Azalia's, Camelia's, Clivia's enz. |j
Speciaal adres voor TUINAANLEG
VAN DE NIEUWE RUIME GARAGE
AAN DE MEESTER CORNELISSTRAAT 54
bij de Middelb. Technische Schooi
Agentschap der Packard, Nash en Ajax Automobielen
Telefoon 15013 - GEERT HOOGEVEEN
J. S.
KUNST EN SPORT
KUNSTHANDEL BOSKAMP - OVERVEEN
Uitzending van Diners aan huis
G* J* Gude - Cuisinier
Ondeugdelijke eet- en drinkwaren.
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1926.
Dit blad verschijnt minstens éénmaal per week.
No. 23
BLOEMENKAAL'S EDITIE
ADVERTENTIEPRIJZEN: Per regel ƒ0.15. Bij afname van 500 regels:
0.12'/2 per regel; 1000 regels: 0.10 per regel; 2000 regels: 0.09
per regel; 5000 regels 0.07'/2 per regel. Kleine Advertenties, t.w.
Koop en Verkoop, Huur en Verhuur, Vraag en Aanbod, etc.: 0.50
per Advertentie van hoogstens 10 regels, mits bij vooruitbetaling.
Er is een spreekwoord, dat zegt: „dieren
vrienden zijn menschenhaters", en daarin is
iets waars. Er zijn zeer zeker enkelen, die na
bittere ondervinding zich teleurgesteld af
wenden van de menschen, en al de liefde
waartoe hun wezen in staat is, richten op
dieren, die ongecompliceerd, zich geven zoo
als ze zijn, en zich niet aardig voordoen om
het een of ander voordeel te behalen. Maar
ook deze door het leven gewonden hebben
zich slechts tijdelijk teruggetrokken op een
terrein, waar ze veilig zijn voor nieuwe ver
wondingen, waar hun ziel rustig genezen
kan en van waaruit zij voorzichtig opnieuw
zal reiken naar de groote wijde menschen-
wereld.
Als regel echter zal iemand, die van dieren
houdt geen menschenhater zijn, maar hij zal
zijn liefde voor de menschen uitgebreid en
verdiept hebben tot liefde voor alle levende
wezens. Hij zal daardoor rijker en gelukkiger
zijn. Daarnaast leeft een zeker procent van
menschen, dat niet van dieren houdt. Een zeer
klein gedeelte (gelukkig!) uit dit gebrek aan
liefde in wreedheid, in bewuste weigeweten
wreedheid. Dat zijn de menschen, die wetten
en strafbepalingen noodig hebben, om hen
tegen zichzelf te beschermen. Want dat elke
wreedheid tegenover een dier begaan, den
bedrijver zélf diep neerhaalt, dat niets een
mensch zoo verlaagt als genoegen in ander
mans leed of pijn (al is dit ook „maar" een
dier!), dat begrijpen deze menschen niet;
hèn weerhoudt slechts de straf en het onge
rief, dat daar voor hen uit volgt.
Dan zijn er zeer velen, die weliswaar niet
van dieren houden, maar die van zich zelf
kunnen getuigen: „ik zal ze geen kwaad
doen." Het zijn de menschen, wier logisch
verstand hun zegt, dat zij dieren, die leven,
lieven en voelen als zij, geen onrecht mogen
doen; tot méér dan deze negatieve houding
koïnen zij echter niet.
En toch zouden zoo velen uit deze groep
gemakkelijk tot een zeer positieve dieren
liefde te brengen zijn. Toch sluimert in bijna
allen de kiem hiertoe, een kiem, die onder
goede leiding had kunnen uitgroeien en
vrucht had kunnen dragen. Dit gevoel zou
hun leven rijker gemaakt hebben, hen tot een
beter en dieper mensch-zijn hebben gebracht;
afgezien nog van het goede, dat er voor de
van den mensch afhankelijke dieren uit voort
gevloeid zou zijn.
Voor hen, wier liefde voor dieren niet zóó
sterk is, dat die zich uiten móet, is een op
wekking noodig. Zij moeten lééren, belang
stelling te krijgen voor het dikwijls opmer
kelijke dierenleven. Er zijn kinderen die, nau
welijks in staat zich voort te bewegen, dik
wijls al in de kruipperiode een felle belang
stelling en een verteederde liefde voor dieren
aan den dag leggen. Dat zijn de peuters, die
juichend achter poes aankruipen, om ze met
onhandige en stuurlooze handjes te streelen;
die eiken vreemden hond op straat tegemoet
loopen en zonder eenige vrees of gedachte
aan gevaar in hun gebroken taaltje tegen
hem praten en onmiddellijk vriendschap met
hem sluiten. Zulke kinderen hebben geen op
wekking van noode, hun warm hartje zal hun
den weg wel wijzen. Zij voelen dikwijls heel
jong al zeer zuiver aan, wat zij zich mogen
veroorloven tegenover hun vriend den hond,
wat hij prettig vindt en wat niet. Het feit
alleen al, dat zij hun eigen wenschen onder
geschikt maken aan die van hun speelkame
raad, ook al is dat een dier, bewijst dat zij
onbewust diens rechten als levend wezen er
kennen. Mocht hun weinige ervaring om zich
te verplaatsen in de gevoelens van anderen,
hen tóch een enkele maal tot een verkeerde
behandeling leiden, dan is een enkele aan
wijzing van vader of moeder vaak voldoende,
om hun dat te doen begrijpen.
Maar ook kennen wij allen kinderen, die
een schichtige angst toonen, wanneer een
hond of kat in hun nabijheid komt. Dikwijls
zijn het nerveuze kinderen, die door schreien
reageeren op de onrustige, dolle sprongen
van een hond of de gracieuze maar onvoor-
Men is gewend de voeten min of meer
te verwaarloozen.
Niemand zou er aan denken een hoed
te dragen die hem knelde en pijn deed.
Schoeisel dat Uw voeten pijn doet,
kan onmogelijk sierlijk staan.
Passend maatschoeisel, waarin Uw
voeten aangenaam gesteund worden,
maakt houding en gang elegant.
VOETKUNDIG SCHOENMAKER
E
ziene bewegingen van een poes, zooals zij
zouden reageeren op elk plotseling lawaai
dat hen verschrikt. Kalm en geleidelijk kan
men die angst overwinnen, door hen eerst
vanuit een veilig hoekje, later van wat meer
nabij, het aardige dierengedoe te laten gade
slaan. Met het zien komt de belangstelling,
met het begrijpen komt de liefde; en als de
angst, de groote rem in den omgang met
dieren, is weggevallen, dan groeien uit deze
aanvankelijk zoo schuwe kinderen vaak de
grootste dierenvrienden.
Die Irdvfe uioci gewekt wurchsu eii'lioeveed
middelen staan ons hiertoe ten dienste! Laten
wij de kinderen eens wijzen op de grappige,
onbeheerschte, maar altijd mooie capriolen
van jonge poesjes. Vooral dat onnoozele,
onbeheerschte, dat hen telkens een misreke
ning doet maken en hen hun doel voorbij
schieten of heelemaal missen doet! Laten wij
hen eens opmerkzaam maken op de zorg
waarmee de moeder-poes over haar kleintjes
waakt! Wij maken ons niet aan overdrijving
schuldig, wanneer wij verzekeren, dat poes
net zooveel van haar kleintjes houdt, als een
menschenmoeder van haar kinderen. Immers
het instinctieve moedergevoel van dieren is
even mooi als dat van menschen, ook al ver
mag een dier dit niet om te zetten in een be-
wusten, blijvenden zorg. Laten wij hun eens
doen letten op die duizend lieve trekjes,
waaruit valt af te leiden de dankbaarheid en
aanhankelijkheid, die een hond voelt voor
hen, die goed voor hem waren! Als kinderen
eenmaal dien bijna menschelijken blik in hon-
denoogen gelezen hebben, dan zullen zij
nooit meer hard en meedoogenloos voorbij
kunnen gaan aan een dier dat lijdt; en veel
minder nog een dier zélf leed doen.
Laat kinderen van jongsaf aan actief mee
werken aan de verzorging van dieren: het
zal hun de oogen openen voor het vele lieve,
dat er aan op te merken valt en het zal hun
jeugd en hun later leven zoo rijk maken.
Neemt één of meer dieren op in den huise-
lijken kring, maargeeft er den kinderen
nooit de volkomen vrije beschikking over,
vóór zij terdege hun verantwoordelijkheid
tegenover zulk een dier beseffen. Doet men
dit niet, is er geen toezicht op de wijze, waar
op kinderen met dieren omgaan, dan kan dit
uit pure onwetendheid en onnadenkendheid
leiden tot een groote marteling voor het on
gelukkige dier. Vaak ziet men kinderen ein
deloos met een jong katje sjouwen; telkens
wordt het opgenomen en aangehaald; uit
pure liefde gunnen de kinderen het geen
oogenblik rust. Het weerlooze, kleine wezen
wordt aangekleed en in den poppenwagen
gereden en de kinderen en ook vaak de vol
wassenen!) beseffen vaak niet, hoe ze daar
mee hun lieveling plagen. Echter is een
oudere verplicht zich rekenschap te geven
van dergelijke handelingen; hij moet er den
kinderen op wijzen, dat zoo'n jong beestje,
evenals een kleine baby, om te groeien be
halve voedsel ook slaap, véél slaap behoeft.
Wanneer die het wordt onthouden, komt het
te kort. In China bestaat een straf voor mis
dadigers, die een zwaarderen vorm is van
den gewonen doodstraf: men belet den ver
oordeelde het slapen volkomen en dit heeft
na een korten tijd den dood tengevolge. Dit
bewijst nog eens te over, hoé onmisbaar de
slaap is voor elk levend wezen en hoeveel te
meer voor een groeiend organisme. Vanzelf
ziet een kind dit niet in, dat moet hem eens
uitgelegd worden.
Laat de kinderen vooral in de wintermaan
den het vogelleven eens gadeslaan. Ër is
weinig toe noodig om de vogels in dezen tijd
tot een telkens herhaald bezoek aan onzen
tuin te krijgen en wij kunnen door verschil
lend voedsel neer te strooien en op te hangen
zoo velerlei soort vogels lokken, die ieder hun
eigenaardige maniertjes hebben en wier druk
gedoe zoo grappig is om aan te zien. De mus-
schen en spreeuwen, die ook bij overvloed
van voedsel elkaar geen stukje gunnen en elk
oogenblik vechtend en ^reeuwend omhoog
vliey"cir,' ue'iufcEsjes"Cftfc*T}CMi~eK~siérIijk Schom
melen aan hun slingers van apenoten en die
na nuffig en sierlijk nü eens hier, dan eens
daar gepikt te hebben, hoog in een boom hun
zacht fluitgeluidje laten hooren. Het is zoo
belangwekkend voor kinderen en volwasse
nen, en ook hier wordt uit de belangstelling
de liefde geboren.
„In de liefde voor dieren spreekt uw
beter-ik."
RECLAMEPLATEN VOOR DE ZILVEREN
VOETBALCOMMISSIE.
Daar zullen maar weinigen zijn, die in deze dagen
nog kunnen en willen denken aan wederzijdsche toe
nadering van Kunst en Sport.
Oppervlakkig bekeken zal men ook niet veel aan-
knoopingspunten ontdekken, terwijl ik vermoed dat,
behoudens de meer ingewijden, men niet weet dat
reeds duizenden jaren geleden kunst en sport de meest
ideëele en innig verknochte uitingen van gansch een
volk waren. Ik bedoel bij de oude Grieken.
Gedurende honderden jaren zijn de sportieve creaties
van het Grieksche volk steeds een bron van inspiratie
voor de kunstenaren gebleken. Daartoe zal zeker
hebben bijgedragen de groote mate van zelfbewust
heid, welke het kenmerk was van alle handelingen der
Grieken, zelfbewustheid en eén drang naar zelfbestem
ming, die echter nooit leidden tot gemakzucht en
bandeloosheid.
Immers wat volgens Herodotus door den Griek
Demarotos tot den Perzischen woesteling Xerxes werd
gezegd, zal zeker als algemeene Grieksche overtuiging
hebben gegolden, n.l.: „Zij (de Grieken) weten zich
onderworpen aan een macht, welke door hen meer
wordt gevreesd dan gij door uw pnderdanen; en zij
doen slechts wat deze macht hen gebiedt."
Daarnaast kenden de Grieken nog een andere wet,
n.l. die van het eigen inzicht. Treffelijk komt dat tot
uiting in kunst en philosofie. Vooral de beeldende
kunsten spreken tot in dé kleinste en schijnbaar nietig
ste uitingen van een verantwoordelijkheidsgevoel, dat
zijns gelijke niet heeft in de geschiedenis der kunst.
Voor de ontwikkeling van het beeldend element zijn
bovendien de Olympische spelen van onberekenbaren
invloed geweest.
De renners, discus- en speerwerpers, de zwaard
vechters, de worstelaars, waren allen menschen van
idealen lichaamsbouw.
De kunstenaars bestudeerden hun modellen door
onmiddellijke aanschouwing van de werkelijkheid. Dit
was natuurlijk in de eerste plaats mogelijk, doordat het
Grieksche volk op een buitengewoon hoog peil van
moreele ontwikkeling stond. Het naaktfiguur, dat in
onzen, tijd zoo mogelijk nog uit Musea e.d. wordt ver
wijderd, of anders angstvallig bedekt met een aller
noodzakelijkst kleedingstuk; het naaktfiguur was voor
Tentoonstelling van Teekeningen, Houtsneden en Aquarellen door
KEES KOEMAN, is verlengd tot 22 Februari
Op werkdagen van 10~-6 uur Op Zondagen van 11 -6 uur
Jordenstraat 74 - Haarlem - Telef. 13132
Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden
het Grieksche volk even gewoon als iedere andere
vorm van leven.
Daarom kon het zijn, dat deze cultus van het
schoone, gezonde en sterke lichaam zich weerspiegelde
in de kunst; vooral in de beeldhouwkunst, doch ook
in de schilderkunst, voorzoover deze dan als vlakke
decoratie werd toegepast. En in deze naturellistisch-
synthetische weergave van het natuurlijke blijkt zeer
duidelijk hoeveel dichter de Grieken bij de natuur
stonden dan wij in onzen voetballenden, boksenden,
tennissenden tijd; wat echter niet belet, dat wij in onze
dagen toch meer de harmonie der onderlinge dienst
baarheid tusschen Kunst en Sport zouden kunnen be
trachten.
Daar is tot op heden niet veel van te bespeuren, al
moet ook hier worden erkend, dat de uitzonderingen
den regel bevestigen en het beter inzicht Iangzaam-aan
begint door te dringen.
De gemeente Amsterdam, toch reeds bekend om haar
Kunstzinnige Voortvarendheid, Weeft b.v. a<m een der
meest moderne architecten den bouw van het groote
Stadion voor de Olympische Spelen opgedragen.
Maar afgezien van deze en andere partiëele pogin
gen, blijft er nog zoo goed als alles te doen.
Primair zijn daar de beesten van affiches, welke
gemeenlijk de aankondiging van dezen of genen wed
strijd plegen te zijn. Reeds jaren kan ik mij b.v. er
geren aan het gemeene profane prentje, nog wel de
officieele mededeeling van een zeer gesitueerde voet
balclub, hetwelk in den beruchten plakplaatjesstijl van
een vorige generatie den spiegel bi] mijn coiffeur
ontsiert. In de tweede plaats noem ik de wisselbekers,
of hoe die prachtstukken anders mogen heeten, ge
woonweg gruwelen van smakeloosheid; of de me
dailles. lauwertakken en wat dies meer zij.
Het is spijtig te bedenken hoeveel knappe kunste
naren, inplaats van deze „schund", prettige en smaak
volle dingen zouden kunnen maken en.... dit alles
zou geen cent méér behoeven te
kosten.
De zilveren voetbalcommissie nam het niet genoeg
te prijzen initiatief voor haar 25-jarig jubileum een
affiche te laten vervaardigen door een Nederlandsch
kunstenaar.
Onder toezicht van de afdeellng Rotterdam van het
Nederlandsch Kunstverbond werd een prijsvraag uit
geschreven, waarop reeds eenigen tijd geleden een
77-tal ontwerpen zijn ingekomen. De jury bestond uit
een aantal bekende kunstenaars van verschillende rich
ting (een eerste vereischte bij een prijsvraag), zoodat
een onpartijdige beoordeeling gewaarborgd was.
De tentoonstelling der 77 platen, welke thans in het
Stedelijk Museum te Amsterdam wordt gehouden, geeft
een uiteraard heterogeen beeld van Hollandsche
reclame-kunst En dan alles bij elkaar genomen, valt
het resultaat niet mee.
Slechts in enkele ontwerpen is een bevredigend com
promis bereikt tusschen reclame en kunst, tusschen
zakelijkheid en sierlijkheid de schoone suggestie,
zeggen de kunstenaren! Want feitelijk komen hier
twee opvattingen in conflict, n.l. die van den han
delsman, die z'n reclame voor alles zakelijk wil hebben
en die van den kunstenaar, die z'n onderwerp gaarne
van den ideëelen kant bekijkt.
Daar zijn ook menschen die beweren, dat alle
reclame-kunst larie is, dat reclame slechts d' aandacht
trekkend is zoolang ze leelijk blijft. Echter deze pes
simisten wil ik antwoorden: er zijn verschillende
manieren waarop men iemand iets kan vertellen, n.l. in
den vorm van een beschaafde rustige uiteenzetting en
ook op de wijze van een grove schreeuw. Voor dit
laatste kan ik U verwijzen naar het misbaar, dat de
Duitscher met zijn „kolossal-reldame" maakt, om deze
of gene voorstelling bij de massa er in te pompen.
Dat de Hollandsche kunstenaar meer voelt voor de
eerste methode, behoeft wel geen betoog, evenals dat
zijn aesthetisch product juist door den schoonen vorm
wel eens iets van de wervende kracht der reclame
zal moeten inboeten. In zekeren zin dan toch, want
aan den anderen kant zal zijn ontwerp ook weer een
verhoogde mate van belangstelling wekken, zij het bij
een ander deel van het publiek.
Daarom zijn ook de beste reclame-platen van dezen
Poelier. KI. Houtstraat 136
Opgericht 1870
Kalkoenen
Gemeste Ganzen
Poulardes
Braadkippen
Geme8teEendvogels
Reevleesch
Hazen
Fasanten
Patrijzen
Talingen
Wilde Eendvogels
Watersnippen
Duinkonijnen
TELEFOON 10188.
tijd, van Roland Holst, Jónger t, W ij de-
vel d, T o o r o p, S1 u ij t e r s e. a., ontegenzegge
lijk van ideëele strekking.
Naar mijn meening moest dan ook de opgave voor
een sport-affiche een groote aantrekkelijkheid hebben
voor de kunstenaren, hetwelk vreemd genoeg hier niet
is bewaarheid. Misschien komt het, doordat de kun
stenaren langzamerhand afkeerig worden van het
elkander beconcurreerende prijsvragen-systeem?
Daarvoor is zeker wat te zeggen, als men bedenkt,
dat bij deze prijsvraag, die werkelijk onbekrompen
was opgezet, toch maar vier ontwerpers een geldelijke
vergoeding voor hun gepresteerden arbeid hebben ont
vangen.
Inmiddels is het met den eersten prijs bekroonde
affiche van K. Vegter (oud-leerling van de Haar-
lemsche Kunstnijverheidsschool) zeker het beste en
meest voor het doel geëigend ontwerp.
Toch kan het mij maar matig bevredigen. De drie
figuren vormen wel een gesloten en suggestief wer
kend geheel, doch de arbeid van dezen ontwerper is
n. m. m. te veel door onze Oostelijke buren beïnvloed.
Het letterbeeld is weinig in het verband van het geheel
geconcipieerd, hetgeen een gebrek van de meeste hier
geëxposeerde affiches is. Ook het figuur, dat in een
sport-plaat natuurlijk domineeren mag, werd op de
meeste prenten slecht en onbeteekenend behandeld,
hetgeen temeer bevreemd, waar ons land over zooveel
knappe figuurteekenaars beschikt.
Daar zijn verder de geijkte typen als de man met de
krans; de traditioneele springer; de voetballer; de
hardlooper; het tennismeisje; een prent waarop een zeer
krijgshaftig militair te paard in dolce-far-niente met een
knappe jongedame is afgebeeld, en ten slotte nog vele
producten, die het vermelden eigenlijk niet waard zijn.
Over 't algemeen valt te zeggen, dat de kleur
belangrijke factor bij een straat-biljet in vele pren
ten verdienstelijk was. Echter verrassende vondsten
van vorm en kleur vermocht ik niet te ontdekken, want
Vegter, de eerste prijswinnaar, maakte zijn ontwerp
in louter zwart en wit.
En hoe tenslotte de jury van erkende en knappe
kunstenaars er toe gekomen is den derden prijs toe te
kennen aan een flitsend hokus pokus van ordinaire
kleuren en onregelmatige veelhoeken, een soort futu
risme met twee rarieteiten oftewel voetballende figuren,
raag op z'n minst een raadsel heeten.
Inderdaad, in raadselen wandelt de mensch op aard'!
Over 't algemeen is tusschen de reclame en de kunst
nog niet de ware harmonie der sfeeren bereikt, en blij
ven de meeste hedendaagsche affiches nog verre van
tegelijk practisch en kunstzinnig hun bedoeling te
demonstreeren.
Echter het streven naar verbetering is opzichzelf
beschouwd al te waardeeren, zelfs al heeft het resultaat
dikwijls meer principieele dan feitelijke waarde.
Want medewerking van den kunstenaar aan de
reclame, welke thans nog meestal door de vele onbe
voegden tot een vunzigheid gedegradeerd wordt, zal de
belangstelling hebben van allen, die in deze tijden nog
gelooven aan het schoone in de samenleving.
A. VAN DER BOOM.
VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID.
Het recht van den zuigeling.
Iedere zuigeling heeft recht op borstvoeding. Er zijn
maar weinig moeders, van welke de dokter verklaart,
dat zij niet in staat zijn, haar kind te zoogen. Ziekte en
sterfte zijn onder borstkinderen veel lager dan onder
fleschkinderen. Eene moeder, die haar kind wel kan
zoogen, maar het niet doet, brengt haar kind in ge
vaar.
Laat de bantwoording van de vraag, of gemengde
voeding wenschelijk is aan den dokter over.
GEZONDHEIDSRAAD.