FUNKE'S
Advertentie
bureau
STOEI
MOE
Rechts
ROGGEBROOD
I
RAAOSOVERZICHT
Maison Hetty
BLOEMENDAAL'S EDITIE
I PLAATSELIJK NIEUWS 1
AD
UW E
ELECTRIS
Dames- en Heeren Mode-Artikelen
HET
Kantoor: Bioemend'scheweg 42
Fa. J. LETSCHERT Co.
T
Bloemendi
Gedempte
Goede verzorging van het lichaam, is
het beste voorbehoedmiddel tegen
ziekten. Wie geregeld FUNKE'S
ROGGEBROOD eet is zelden ziek.
Krachtvoedsel tevens Bloed
zuiverend, is
geregeld gebruikt een garantie
voor gezondheid. Uw bakker levert het.
HET IS GEMERKT t M. FUNKE -
Ook halve Broodjes
Vergadering van Donderdag 11 Februari 1926.
„Misschien is alle gezeur en gezanik betreffende de
gronden langs den Zeeweg nu uit." 't Zijn wellicht
in de ooren van onze lezers geen goedgekozen woor
den, doch niemand minder dan de Voorzitter van
den Raad heeft ze gebezigd. M.i. waren de woorden
wel heel goed gekozen, want er is over gezanikt en
gezeurd van je welste. Zakelijk werd er heel weinig
gesproken; er werd maar steeds om de dingen heen
gepraat alsof de heeren hun eigenlijke doeleinden
wenschten te verbergen. Zoo zelfs, dat degenen, die
met verschillende bepalingen der overeenkomsten niet
konden meegaan en verbeteringen verlangden te zien,
of nog liever de heele overeenkomst naar de maan
wenschten, tenslotte den strijd opgaven en zich er maar
bij neerlegden om aan het „gezeur en gezanik" ook
van dezen dag, een einde te maken.
De bestrijding van al die bezwarende bepalingen
was ook in te goedmoedige handen, Hogenbirk, Kre-
mer, De Visser, drie gevoelsmenschen, die ten slotte
beter kunnen zeggen: „laten we dit artikel dan maar
zoo aannemen en bij de familie Van der Vliet aan
kloppen om te trachten gedaan te krijgen, dat zij wat
zullen bijpassen, 't zijn toch edele menschen", dan dat
zij blijven volhouden en zeggen: „zaken zijn zaken" en
„beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald".
Laten wij intusschen erkennen, dat de heeren Kremer
en De, Visser tenslotte consequent zijn gebleven en aan
het eind tegenstemden. De Dritte im Bunde, de heer
Mollerus, zei geen woord en verdween al na de eerste
akte.
Zoo'n smeekschrift aan de familie Van der Vliet
zal wel veel uitwerken. Alsof zij de verzoekers straks
niet zal verwijzen naar haar advocaat en haar rent
meester, of naar de firma Van Dam Zonen. Alsof
zij aan de gemeente zal gaan vergoeden wat deze zelf
(d.i. de gemeente) heeft bedorven. Wij kunnen niets
dan goeds van de fam. Van der Vliet meedeelen, doch
wij zijn toch niet zoo naïef om aan te nemen, dat dat
gebeuren zal.
De Voorzitter, die getoond heeft in deze
kwestie een vaste meening te bezitten, bracht in deze
vergadering, voor dat tot het geven van algemeene
beschouwingen werd overgegaan, zijn bezwaren nog
eens kort maar duidelijk ter tafel, in de 'vage hoop
misschien, dat het niet zou zijn de stem eens roependen
in de woestijn.
Zijne bezwaren tegen de betreffende overeenkomsten
luidden aldus:
le. dat die gemeente daarin het terrein van het
publieke recht, waarop zij zeer sterk staat tegen exploi
tanten van bouwterreinen, verlaten heeft voor het ter
rein van het private recht, waarop zij zeer zwak staat
tegenover exploitanten;
2e. dat daarin de belangen van de Erven van der
Vliet beter beveiligd zijn dan die der gemeente Bloe-
mendaal;
3e. dat niemand onzer de gevolgen er van kan
overzien.
De heer S c h u 1 z wond zich over die bezwaren
heel erg op. Of misschien niet zoozeer over de bezwa
ren doch meer over de manier, waarop ze ter kennis
der raadsleden werden gebracht. Of misschien ook al
weer daarover niet, doch meer omdat de V o o rz i tt e r
deze bewaren eerst niet in de B. en W.-vergadering
had gebracht. Of misschien was ook dat niet goed vol
te houden, want terecht merkte de Voorzitter op,
dat hij als V o o r z i 11 e r van den raad het recht heeft
te allen tijde zijn adviseerende stem te laten hooren,
ook al was hetgeen hij wenschte te zeggen een uur
of een dag of een week geleden op papier gebracht.
Waarover was de heer S c h u 1 z dan wel zoo op
gewonden? 't Maakte op mij heel erg den indruk, dat
er een stok moest worden gevonden, waarmee men
den hond zou kunnen slaan. En was dit protest nu
wel zoo noodig, of was het meer om krachtsvertoon
te doen, zooiets als vlagvertoon met oorlogsschepen in
vreemde haven? Onzes inziens moet de laatste vraag
bevestigend beantwoord worden. We zouden anders
van dat protest wel meer gehoord hebben.
Pas heeft men den Voorzitter zoo zwierig op
zijn plaats gezet, en nu heeft hij al weer een eigen
meening. Een meening, die niet naar den zin der voor
standers is en waarop toch niets valt aan te merken of
waarover niet valt te debatteeren, nog erger, die een
profetie inhoudt, waarmede wij 't geheel eens zijn.
Of men ZEd. al gouden bergen beloofde, of men al
aanvoerde, dat de Zeeweggronden Bloemendaal van al
de gemaakte kosten van aanleg en onderhoud zouden
ontlasten, het baatte niet. Zoo goed kon men niet re
deneeren, dat de Voorzitter ook maar iets van
zijn standpunt liet varen. In dat opzicht was het figuur
van den Voorzitter heel wat flinker, dan dat van
de andere tegenstanders.
In deze zaak ziet ZEd. nu eenmaal geen heil en
liefst zag hij, dat de Zeeweggronden werden geëxploi
teerd, zooals dat ook met andere gronden gaat, zoodat
de gemeente er geen risico bij heeft te dragen.
En dit is iets heel ongewoons in onzen Raad. Meestal
legt ZEd. zich er bij neer, zoodra een meerderheid,
voor welk punt dan ook, gevonden wordt.
Typeerend was de vraag van den Voorzitter, ge
richt tot den heer Schulz: „U spreekt toch in het
belang der gemeente en niet in het belang der Erven
Van der Vliet?
De heer Kremer was kort met het geven van een
beschouwing. Trouwens men kent zijn standpunt. In
hoofdzaak bepaalde deze spreker zich er toe, Vooral
duidelijk zijn goede gezindheid tegenover de familie
Van der Vliet te laten uitkomen. Zooveel vertrouwen
Gr. Houtstr. 128, Tel. 11780
Agentschap van „De Regenboog" Tilburg
Het beste adres voor Stoomen en Verven
had deze spreker zelfs, dat hij 't er op durfde wagen,
het bedrag van 80.000 (zijnde de helft van het oor
spronkelijk vastgestelde bedrag voor den aanleg van
gas, water en electriciteit) in de overeenkomst te laten
staan, overtuigd als hij was, dat indien zou blijken,
dat de helft der onkosten grooter mocht zijn dan in de
overeenkomst is opgenomen, de familie Van der Vliet
zoo fair zal zijn, het meerdere bij te passen.
Wij stipten hierboven reeds aan, dat wij hierop
allerminst rekenen. Dan zal de familie Van der Vliet
allicht zeggen: „zaken zijn zaken".
De heer De Visser prees onbewust zichzelf door
te vermelden, wat hij allemaal alzoo had moeten door
maken om zich van de zaak eenig begrip te vormen.
'tWas uitstekende arbeid, in den goeden zin. Het was
de moeite waard het verhaal der heele geschiedenis
vanaf 1904 van hem aan te hooren en te vernemen
hoe alles gekomen is tot wat het nu is geworden. Met
recht kon het een kranig stukje werk genoemd worden
om in 3 weken tijds alles zóó haarfijn na te gaan en
uit te pluizen.
Uit dit nauwgezet onderzoek bleek ook al weer heel
duidelijk, dat zoo'n verbintenis voor de gemeente nooit
voordeelig kan zijn, om de eenvoudige reden, dat zij
zich aan banden legt, en dit aan banden leggen eener
gemeente beteekent, alleen een voordeel voor de tegen
partij. Natuurlijk maakt deze daar aanstonds gebruik
van. Dat is niet slecht, dat is niet gemeen, dat is een
kwestie van koopmanschap.
De firma H. van Dam Azn. en Zonen te Amsterdam
en Rotterdam, die uitstekende kooplieden blijken te
zijn, die wel eerder groote terreinen in exploitatie
hebben gebracht, heeft van hear standpunt gelijk. Ze
zou wel heel onhandig zijn, als ze er niet uithaalde,
wat er uit te halen was, door op een handige wijze
gebruik te maken van de verdeeldheid in onzen Raad.
Gelukkig waren het niet alleen de heeren van den
Vrijheidsbond, die voelden, dat er voor de gemeente
wel ter dege eenig gevaar aan verbonden was om deze
overeenkomst aan te gaan.
Door een commissie uit den Raad, de Commissie
voor de Bedrijven, waren de oude cijfers eens onder
de loupe genomen en nadat zij zich door deskundigen
had iaten voorlichten kwam zij tot een bedrag van
283.000 voor den aanleg van de noodige buizen en
geleidingen.
Wat in gewone gevallen altijd gebeurt met zoo'n
begrooting, deed nu ook deze commissie, nl. afronden
naar boven. Zij maakten er rond 3 ton van.
Natuurlijk was Leiden in last.
En de een ging al verder dan de ander. Wat is dat
voor een commissie. Volkomen onverklaarbaar dat
zulke heeren
Juist wel verklaarbaar, meent de heer Van Kes-
s e 1. De commissieleden zijn geen voorstanders van
de overeenkomst aan te gaan dus
Gelukkig was de commissie, n.b. bestaande uit de
heeren Hogenbirk, De Roo van Alderwereld en den
burgermeester, zoo verstandig op deze insinuatie hoe
genaamd geen acht te slaan. Wat ook maar het beste
was en blijk gaf van sterk staan, terwijl insinuaties
altijd blijk geven van zwakte, van ongelijk, van gemis
aan gezonde en eerlijke argumenten.
Voor den woordvoerder van deze commissie, den
heer Hogenbirk, een eeresaluut. Niet alleen ging deze
spreker niet in op de woorden van den heer Van
Kessel, doch hij achtte schijnbaar zijn standpunt te
zuiver om er een laag bij de grondsch debat van te
maken, of zelfs te antwoorden op .de zeer onzakelijke
argumenten van de verschillende woordvoerders. On
begrijpelijk alleen, dat hij toch ten slotte bakzeil
haalde.
Alleen voor den wethouder maakte deze spreker
een uitzondering. Dezen moest hij wel antwoorden.
Aanvankelijk had hij hem willen sparen, doch nu
deze bestuurder onzer gemeente ook de cijfers aan
valt, nu moet het er maar uit.
Niemand minder dan de heer Ochtman kwam op
een cijfer van 80.000 geraamd, zegt spreker, wij
hadden 90.000 voor den aanleg der gasleiding, dat
was een verschil van 10.000, doch de heer O. had
vergeten, den zig-zagsgewijze aanleg der persleiding
te berekenen.
De persleiding, welke noodig is voor de water
leiding is de goedkoopste en de cijfers zijn zuiver.
Een andere wijze van aanleg is zeer zeker duurder.
Wat de doode leiding betreft, spr. vindt dit zeer
gevaarlijk.
Betreffende het electrisch licht heeft de Commissie
zich gewend tot menschen ter zake kundig en spr.
meent en is overtuigd met ernstige menschen te doen
gehad te hebben.
De cijfers der commissie handhaaft spr. ten volle.
Al moet het geraamde bedrag zeer zeker niet in eens
uitgegeven worden, dan zal dit toch misschien in tijd
van enkele jaren geschieden. Maar het feit blijft, dat
het geld uit den gemeentepot gaat.
Er was echter geen praten tegen.
Het feit dót de - commissie de begrooting met
13.000.— had verhoogd, was zóó n afdoend bewijs,
dat het zaakje wel voor 160.000 kon worden klaar
gespeeld, dat niemand ten slotte daarvoor meer anders
durfde denken.
De heer Laan bekeek de zaak van den grappigen
kant en trachtte aldus de zaak te redden. Volgens
dezen wethouder zaten de heeren van den Vrijheids
bond een beetje met de zaak verlegen, daar 't toch
feitelijk hun schuld is, dat de gemeente thans zoo in
moeilijkheden zit. Hadden zij vroeger maar die actie
niet gevoerddan was de gemeente nu allang
bezig met het slachten van de kip met de gouden
eieren. Ja meneeren, zoo'n domheid wreekt zich later
altijd. Ik heb 't steeds gezegden volgehouden.
Dat doe ik altijd, begrijp je.
Toen deze spreker zich borg stelde voor hetgeen het
de gemeente eventueel meer zal kosten dan 80.000,
hoopten we en meenden we, dat hij ernstig werd.
Dan hebben we althans op dit punt voor de finan
ciën geen kopzorg meer.
En zeer ernstig was hij, toen hij 't verwijt tot den
voorzitter richtte omtrent het ontijdig publiceeren van
de cijfers der commissie.
Dat „Bloemendaalsche dingetje" had daardoor weer
stof tot schrijven.
Gelukkig was het de heer Hogenbirk, die zoo
eerlijk was, onmiddellijk te verklaren, dat niet de
burgemeester doch de commissie het wenschelijk had
Belast scich met liet plaatsen van
advertenties in alle Dag-, Week
en Maandbladen.
ACCURATE BEHANDELING
Telefoon 22324 - Bloemendaal
geoordeeld, dat deze cijfers werden verstrekt aan de
pers. Zoodat, indien van schuld kan worden gespro
ken de commissie daaraan debet stond.
Ook over dat verwijt werd niet verder gesproken,
zoodat na bovengenoemde verklaring de quaestie af
gedaan was. Wij moeten ons dan ook afvragen, of
het zoo heel erg was, dat Tiet publiek ter oore kwam
of kon lezen, dat men met cijfers nogal eens losjes kan
omgaan in onze gemeente. Heelemaal begrijpen we
niet, wat angsten men toch heeft voor een beetje
openbaarheid. Zijn dat democraten? Degenen, die het
doodelijkst bang waren voor een actie in het publiek,
voor de vroegere actie, toen de heer Otto aan het
hoofd stond, al was dat toen een actie uit alle
kringen der burgerij, zoowel voor de actie van nu,
waren de heeren Van Kessel en Schulz. Ik dacht
telkens, hoe heb ik het nu? Anders roepen deze twee
het hardst om de kiezers „er in te kennen" en nu
dwingen zij den heer Kremer de onbegrijpelijke be
lofte af, dat de Vrijheidsbond geen actie zal voeren
onder het publiek.
Bij den heer Van Kessel sprak de werkverruiming
een woordje mee. Dit kwam ook tot uiting in een
tweetal adressen, welke van R. K. zijde waren inge
komen en waarvan de slotalinea aldus luidde:
„Dringen er bij Uwen Raad beleefd, doch ten
sterkste op aan, om in uwe vergadering van
Donderdag, zoodanige besluiten te nemen, waar
door de exploitatie der Zeeweggronden mogelijk
wordt en daardoor mede te werken om aan velen
werkgelegenheid te verschaffen
We weten echter allen wel, dat dit spreken en
schrijven over werkverruiming slechts apenkooi is,
daar de bebouwing der gronden lang den Zeeweg
weinig of niets te maken heeft met de overeenkomsten,
welke in en door den Raad werden behandeld.
Ook de heer Schulz voerde dit motief nog aan,
teiwijl bij het voeren van algemeene beschouwingen
dezelfde spreker aanvoerde, dat de bebouwing van
die gronden nu eenmaal niet te keeren is.
De waarheid is, wat ija tuur lijk iedereen weet, dat
zoodra de exploitanten het gewenscht vinden, begon
nen zal worden met den verkoop van gronden. Niet
eerder, en ook geen half uur later. Trouwens er is
ook niet één bepaling opgenomen, waaruit zou zijn
af te leiden, dat de gemeente b.v. voor den winter
19261927 voor haar werkeloozen niet zal hebben
te zorgen, daar deze voor het overgroote deel aan
den Zeeweg kunnen worden te werk gesteld.
De rioleeringskwestie was een punt waarover men
't nog niet eens werd.
Zelfs de heer Schulz' was daar wel een beetje
bang voor.
Wel voerde de heer Laan aan, dat met geen mo
gelijkheid aan rioleering kan worden gedacht, daar
de hoogten en laagten van den Zeeweg dat nu een
maal technisch onmogelijk maken, terwijl bovendien
de septinc-tanks zoo goéd voldoen, dat van even-
tueele verstopping nooit of te nimmer sprake kan
zijn, maar overtuigen deed hij daarna eigenlijk niemand.
Als de villa's er éénmaal staan en men krijgt last
van water en vuil en de bewoners komen bij den
Raad om hulp't Gebeurt niet, Heeren, zegt de
Wethouder.
Goed en wel zegt een der Raadsleden, doch als de
gronden om zoo'n put heen dermate vervuild zijn,
dat zij geen vuil meer opnemen, wat dan?
Mijne heeren, het water, dat uit die putten komt,
kunt ge, bij wijze van spreken, wel drinken, ant
woordde de heer Laan.
Al weer goed en wel, zegt dat lid, doch als die
gronden eenmaal verzadigd zijn van 't water, dan zou
't toch kunnen zijn, dat men te eeniger tijd overlast
kreeg en geen raad meer wist.
Geen denken aan, antwoordt hierop op zijn beurt de
brave wethouder Van Nederhasselt. Die gron
den zijn daartengevólijë Van het'weghalen van alle
grondwater tloor de Amsterdamsche waterleiding, zóó
droog, dat de Sahara er maar een zandhoopje bij is.
Wethouder Laan noemde het bovendien nog bang
zijn dat men zich aan koud water brand. B.v. de
waterloozing van z°°A hotel aan het eind van den
Zeeweg, waar men ook al bang voor is, mijne heeren,
misschien beleven we het niet meer dat daar 'n hotel
komt.
Het is m.i. goed, dat deze uitlatingen nog eens wor
den neergeschreven Later als Bloemendaal-bad een
buurtschap op zichzelf is geworden waar de uit Zand-
voort verdreven kampeerders mede en nu letterlijk
hun tenten opslaan, en wanneer dan terdege zal blij
ken, dat althans die buurtschap zeker een riooleerings-
stelsel noodig zal hebben, kunnen we nog eens een na
praatje houden over de houding der beide wethouders
tegenover de Raadsleden in het algemeen en tegen die
genen, die dat nu reeds zien aankomen, in het bij
zonder.
Momenteel kunnen of willen we het ons nog niet
indenken, dat dit prachtige stuk natuur over een aan
tal jaren zal zijn veranderd in een huizenmassa, b.v.
een Zandvoort in het klein, doch komen zal het, daar
van kunnen we nu reeds overtuigd zijn.
Dan zal de gemeente het gelach moeten betalen
en dan zal er gelachen of misschien nog wel gehuild
worden, bij wijze van spreken, om de naieve wijze,
waarop deze overeenkomsten door toch verstandige
menschen zijn behandeld geworden. Of was het geen
naïveteit? Zoo nu en dan konden wij ons niet ont
trekken aan het gevoel, dat er eigenlijk niet „behan
deld" werd, er werd doorgezet. Vóór de Raadszitting
was al uit gemaakt, wat er gebeuren zou. En geen
pardon meer, durchhalten. 't Heeft nu lang genoeg
geduurd. Wij kunnen toch niet doen, alsof wij eens
verkeerd hebben gedaan. De gemeenteezel is geduldig.
Het zij zoo.
Enkele leden van den Raad hebben tot het einde
toe getracht het „kwaad" te keeren, en ook wij heb
ben in alle bescheidenheid tot het laatst toe de men
schen gewaarschuwd tegen iets was ons voor een
gemeente als Bloemendaal noodlottig toescheen.
In ieder geval is het, dank zij het werken van een
paar Raadsleden, toch zoover gekomen, dat een con
tract is samengesteld, dat al kan het in geen geval
voordeelig voor Bloemendaal zijn of worden toch
als men het bekijkt naast het ontwerp-contract van
voor een paar jaar terug, al heel wat is verbeterd.
Zóó gezien, is er inderdaad veel bereikt en dat ook
wij daaraan iets hebben kunnen doen, door publi
catie in ons blad of door onze zwakke stem toch nog
zoo duidelijk mogelijk te laten hooren, stemt ons tot
tevredenheid.
Het woord is nu aan de hoogere autoriteiten.
Vergadering van Donderdag 18 Februari.
In de laatste raadsvergadering is het voorstel-Van
Kessel, tot afschaffing van het klassenstelsel bij ons
politiecorps, hetwelk door dat lid van het hooge col
lege was aangekondigd in de vergadering van 11
December jl„ in behandeling genomen.
Absoluut los van de goede bedoelingen van den heer
Van Kessel, die meende een zeker onrecht te kunnen
en moeten herstellen, mag de vraag gesteld worden, of
aan de politie te Bloemendaal en aan de betrokken
politiebeambten in het bijzonder, wel een goede dienst
werd bewezen door van deze ongeschikte zaak een
stof-opwaaiend voorstel te maken, waarvan reeds da
delijk verwacht kon worden, dat de burgemeester, als
hoofd der politie, zich daartegen kanten zou.
De behandeling vooral van het voorstel is weinig
dienstig geweest tot verhooging of zelfs handha
ving van het prestige van ons politiecorps.
De zaak komt in het kort hierop neer:
Bij de laatste algemeene en zeer ingrijpende salaris
herziening van het gemeentepersoneel werd tevens aan
dacht geschonken door de toenmalige Unificatie-com
missie, gevormd meenen wij door de heeren
Hogenbirk, Van Kessel en Noorman, aan de organi
satie en samenstelling der verschillende diensten en
bedrijven. Zoo werd nopens de organisatie van het
politiecorps geadviseerd tot een nieuwe samenstelling,
nl. hoofdagenten en agenten van politie. Aangedrongen
zou worden bij den burgemeester om tot hoofdagenten
4 in getal slechts aan te stellen personen die het
politiediploma hadden behaald met het certificaat
„aanteekening" daarop.
De politie-organisatie, welke in December van het
vorige jaar in een adres aan den gemeenteraad ver
zocht om aan bezitters van het politiediploma, zonder
certificaat daarop, 50 per jaar toelage te verstrekken,
kantte zich destijds tegen het voornemen van de Uni
ficatie-commissie, die wilde adviseeren tot het verstrek
ken van een toelage van 100 per jaar aan hen, die
het certificaat „aanteekening" op het politiediploma
zouden behalen. De Unificatie-commissie vond er ten
slotte dit op: Zij achtte het noodzakelijk, dat er voor
de politiebeambten een prikkel tot verdere bekwaming,
dus tot studie, zou behouden blijven en adviseerde om
voor alle agenten de gelegenheid te openen de rang-
of titel van le klasse te kunnen behalen, mits voldaan
was aan den eisch van het bezit van een politiediplo
ma met het certificaat „aanteekening" daarop. De be
vordering, die door eiken politieagent te bereiken was,
zou met een verhooging van 100 per jaar worden
beloond.
Van de toen reeds in Bloemendaal aanwezige politie
agenten, personen veelal op middelbaren leeftijd met
eenige jaren politiedienst achter den rug, onderwierpen
de meesten zich aan den nieuwen eisch en zagen hun
niet geringe moeite beloond, door het verkrijgen van
het gewenschte diploma en de aanstelling tot agent
le klasse, dat een verhooging van de bezoldiging met
100 per jaar tot gevolg had.
De jongere, later aangestelde agenten hadden meestal
of behaalden reeds spoedig het verlangde certificaat.
Enkelen der ouderen echter wenschten niet de moeite
te doen van inspannende studie, ter verkrijging van het
certificaat. In stede van de getroffen maatregel óók te
bezien als een prikkel tot meerdere bekwaming in hun
ambt, werden zij „prikkelbaar", wat juist voor den
politiedienst minder wenschelijk moet zijn. Hun aantal
verminderde door pensioenneering of vertrek naar elders
zoodat er 2 agenten overbleven, die nog steeds niet
de titel van le klasse met de daaraan verbonden hoo
gere bezoldiging hadden verkregen, als gevolg van
eigen gemakzucht of onwil.
De heer Van Kessel nu heeft zich laten verleiden
om voor onwilligen de kastanjes uit het vuur te halen
en voerde als hoofdargument aan, dat in de meeste
plaatsen het klassenstelsel was afgeschaft.
Maar mag er in Bloemendaal wel over klassen bij
de politie gesproken worden? Tegenover 24 of 26
agenten le klasse zijn er 2 2e klassen. Kan hier ge
sproken worden van een trapsgewijze ondergeschikt
heid, wat een indeeling in klassen óók bij de politie
toch zeker onderstelt. Neen, in Bloemendaal is het toe
kennen van den titel slechts bijkomstig aan de resul
taten van eenigen tijcl- flinke studie als gevolg van
den door den raad 'zelve geschapen prikkel, tot het
verkrijgen van de hoogere belooning.
Daarom was het betoog van den heer Van K. over
de slechte eigenschappen van het klassenstelsel en af
schaffing daarvan en daarom in vele gemeenten, een
slag in de lucht; een betoog, dat niet kon rusten op
feitenmateriaal, omdat de redenen waarom in vele ge
meenten het klassestelsel werd vervangen door een
ander, zoo zeer in het bijzonder afwijken van die,
waarom het in Bloemendaal werd ingevoerd. Wij
kunnen respect hebben voor de wijze waarop de heer
Van K. is opgekomen voor de vermeende! be
langen van een paar politieagenten, maar of het tac
tisch juist gezien was van dat raadslid om te handelen
zooals hij deed, wagen wij te betwijfelen. Men schept
excessen, stel dat het voorstel-Van Kessel was aange
nomen. Noch den raad, noch den burgemeester of com
missaris van politie treft eenig verwijt, dat een tweetal
agenten niet de voor hun bereikbare bezoldiging heeft
verkregen. Dat is louter en niets anders dan eigen
Automobilisten laat Uw banden
met succes Vulcaniseeren bij de
EERSTE NED. VULCANISEERINRICHTING
KERKSTRAAT 2 h. Nieuwe Kerkapiein TEL. 10492
schuld. Te laken is het, dat onwilligen, door allerlei
fantastische verhalen over de nadeelen van een sedert
jaren werkend stelsel, op gronden van zuiver
eigen belang, een ijverig raadslid voor hun kar
retje spannen met de groote risico van een onaange
naam fiasco te moeten lijden. Het geïntrigeer over den
gang van zaken, omdat het niet gaat door eigen
onwil, zooals men verlangde, is zeer sterk af te
keuren. Ook de burgemeester is deze meening toege
daan, blijkens zijn minder vleiende uitlatingen aan het
adres van de belanghebbende agenten bedoeld. De heer
Van K. heeft veel moeite gedaan voor niets, wat wij
voor hem jammer zouden vinden, wanneer het andere
zaak gold. Nu zouden wij hem slechts den raad willen
geven niet voetstoots in te gaan op alles wat door
één of anderen ontevreden ambtenaar wordt aange
dragen. Dat bespaart onaangenaamheden!
Voor de betrokken agenten is het resultaat wel heel
erg negatief èn terecht!
OPMERKER.
BLOEMENDAAL.
De inwijding van het nieuwe kerkgebouw
van den Ned. Protestantenbond aan den
Potgieterweg.
Zondag 21 Februari j.l. 's nam. 2.30 uur, had de
inwijding plaats van het nieuwe kerkgebouw van den
Ned. Protestantenbond, afdeeling Bloemendaal, aan
den Potgieterweg.
Dat er veel belangstelling zou blijken te zijn voor
deze officieele plechtigheid was wel te voorzien, het
bestuur had hiervoor de noodige maatregelen geno
men: er waren nl. uitnoodigingskaarten uitgereikt. De
aanvragen voor deze kaarten waren echter veel groo
ter dan er konden worden gegeven, zoodat velen
teleurgesteld moesten worden; ondanks de mededee-
ling dat deze dienst uitsluitend voor leden en genoo-
digden toegankelijk, zagen we toch nog belangstellen
den, die geen plaats konden krijgen, onvoldaan
huiswaarts keeren.
Toen de voorganger, Prof. Dr. G. J. Heering te
Leiden, het spreekgestoelte betrad, was dan ook geen
plaats onbezet. Na het uitspreken van het votum
zong een meisjeskoor, uit de cathechisanten van den
Protestantenbond, onder leiding van Mevrouw Ver-
schuylVeltman, „Gebed" van Hauptman, wat, in
aanmerking nemend de korte voorbereiding, zeer goed
werd vertolkt.
Prof. Heering sprak daarna een gebed uit waarop
volgde het zingen door de gemeente van Lied 6; 1 en
2, uit den zangbundel. (Ps. 118 gewijzigd).
Spr. koos tot tekst Psalm 122, de gedeeltelijke ver
zen 1 en 4 „Wij zullen in het huis des Heeren gaan,
om den naam des Heeren te danken.
Het is heden voor de leden van den Ned. Protes
tantenbond, aldus begon spr., een waren feestdag,
waarin reden te over is om te danken, dank aan de
menschen, bovenal dank aan God. Spr. heet namens
de afdeeling alle genoodigden hartelijk welkom, in
zonderheid 't Hoofdbestuur van den Ned. Protestan
tenbond, de besturen van de afdeelingen Haarlem,
Haarlemmermeer, Heemstede, Hillegom, IJmuiden; de
afgevaardigden van den Religieusen Kring te Aerden-
hout, de kerkvoogden van de Ned. Herv. Kerk te
Bloemendaal en den kerkraad dezer gemeente, den
kerkraad van de Ned. Herv. Kerk te Santpoort, de
besturen van de Remonstrantsche-, Doopsgezinde-,
Luthersche- en Vrijzinnig Hervormden te Haarlem, den
burgemeester der gemeente Bloemendaal, Jhr. A. Bas
Backer en den heer Nienhuijs, den bejaarden vriend,
door wiens gulle en groote gave de verwezenlijking
van liet zoo lang begeerde nu reeds kon vervuld
worden.
Het moet voor hem inzonderheid aldus spr.
een bijzonderen blijden dag zijn, een dag van vol
doening en dank ziende hoe alles er keurig uitziet,
spr. wenscht hem toe nog lang getuige te mogen zijn
hoe dit geschenk gewaardeerd wordt en dat hij nog
menigmaal zich hier mag neerzetten om God dank te
brengen.
Vervolgens brengt spr. dank aan allen die met
gaven en hulp het hebben mogelijk gemaakt dat dit
kerkgebouw hier zoo naar wensch verrees, allereerst
de heeren architecten Mulder Van Asdonk, die
hun technische bekwaamheid hier zoo duidelijk heb
ben getoond, alles ziet er keurig en goed verzorgd
uit, daarna den heer Teitsma, aannemer alhier, die
„zijn hart in zijn werk heeft gelegd", aan Mevrouw
Verschuyl—Veltman als koorleidster en verder allen
die tot het welslagen van dit alles meewerkten, doch
boven dit alles dank aan God, die deze goede ge
dachten in des menschen ziel heeft gelegd.
Zoo zijt ge dan hier voor 't eerst in dit nieuwe
kerkgebouw, Vrijzinnigen van Bloemendaal, ja in een
kerkgebouw, want voorheen kwamen we samen in het
gymnastieklokaal der Bloemendaalsche Schoolvereenl-
ging en hoewel we niets kwaads van dit lokaal willen
zeggen, mogen we verblijd zijn dat het nu niet meer
behoeft: 't werd daar te klein, de spreker stond daar
vaak als ingemetseld op zijn preekgestoelte.
„De plaats waarop gij staat is heilig land", heeft
God tot Mozes gesproken, zoo moet ons ook dit
plekje grond, heilig en dierbaar zijn, waar we waar
achtige godsdienst kunnen beoefenen.
Als men hoort waarom de menschen naar de kerk
gaan, dan zijn de meeningen vér uiteenloopend, soms
om een goeden spreker te hooren of omdat men 't
gewoon is, doch dat is niet voldoende, er moet een
hooger doel in ons zijn en daarom kiezen we onzen
tekst, die ons zegt „Wij zullen in het huis des Heeren
gaan om den naam des Heeren te danken", want gods
dienst is weliswaar 't meest persoonlijke, maar ook 't
meest gemeenschappelijke, wat zoo heerlijk uitkomt in
het „O n z e Vader", dat is het heilige van dit gebed,
waar Christus onzichtbaar het middelpunt van is.
Ook in het loflied komt de gemeenschapszin uit,
't is als een volkslied, als men 't alleen zingt, zegt
het soms zoo weinig, maar zingen we het gezamenlijk
dan voelen we het dat het tot ons spreekt, zoo ook
met het loflied. Zulk
dan ook in geen religi
bruiloftskinderen vasti
voudige dingen.
De zwaarmoedige
geluk, maar de danl
er geen duisternis om
ons tegen, want waar
geluk. Menigeen ver
weldaad is waar we
geluk heeft de mens
voelen willen we in
zegenen en „Wij zuil
om den naam des H
Het koor zong dat
In het tweede ged
dat over het algemee
vonden wordt onder i
geleden, vooral in het
duidelijk uit. Tijdens
verkeerde zijn de me
zal ook een christer
mensch wordt geholp
maar daarna zal hij
voor zijn uitredding,
proefde mensch nu e
dan toch danken?
Als God ons beprc
geloofsbeproeving en
dank worden gebracl
den onbeproefde. Spi
die onherstelbaar zie
predikant bezocht, ei
gebeden voor het he
hem hartelijk voor i
voegde er nog aan to
om te danken."
Ais nu de Zondag
we ons opmaken om
Zoo moge dit gebouv
bezinning, opdat we
hetwelk dagen des
zullen trachten te b
leven en wat geeft
geef ik aan 't leven e
oogen houdende zul
leven komen, want
ook maaien.
Duizenden dingen
te trekken, maar eer
bezinning komen wal
dan zal er als vanze
huis des Heeren te c
danken. Spr. eindigt
leven in een danktoo
psalm er van sprec
den Heer.
Na het dankgebed
Evangelische gezang
Door menigeen
den tuin bezichtigd.
W oningbou wvi
De Woningbouw
houdt Donderdag 4
ledenvergadering in
Vreeburg" alhier.
Woensdagavond 1
Notaris Wildervancl
eenige genoodigden
plaats van de door
georganiseerde verlol
staande uit een con
de Nederl. Seintoest
len op Nummer 025
Personalia. Tot n
de Haarl. Rechtbank
Bloemen*
Het door het BI
houden liefdadigheic
van den watersnoot
van 80.—, welk
afgedragen.
Maandagmorgen
meester, vergezeld
per auto in botsi
wagen met graszod
met schuldeischi
heid voor rechti
mits gij tijdig
Voorts echtscb
arbeids- en erfer
Jarenlai
Kantooi
Vakkundige a
SANTPOO
vemEBBUË