Vruchtboomcarbolineum
STOEL's Woningbureau
INTEEKENBILJET
GEBR. R J, SCHUURING
BRANDSTOFFEN
T Cinema Palace T
POLA NEGRI
Wat Vrouwen Verwoesten
Het Groote Succes onzer Februari-Aanbieding
A. Tabernal Zoon - Santpoort
aae
J* L* van Dijk - Schoten
deed ons besluiten die ook voor de MAAND MAART te handhaven
Do it Now!
STADSSCHOUWBURG HAARLEM
LUXOR-THEATER
GOR
WASSCHERIJ Mevrouw!
VOOR DE KINDEREN
Brandstoffen
J. F. KROONE, BLOEMIST
Ziet onze Etalages* Kamperstraat 20-22
Groote Voorraad Nouveauté's* Seizoen 1926
P^5TOOM V/A 55CM EBV"
*öyVOE Ti ZQDT1
,ÖLOEMEriDAAb
3
A. G. POST
Firma GERARD SMIT
PARK
merk „Krimpen"
is gegarandeerd zuiver en geheel oplosbaar.
Overveen Kweekerlj aan den Dompvloedslaan Tel. 14423
Telefoon kantoor 22089
Bloemendaalscheweg 161, Bloemendaal
Colbert Costuum naar maat55.00
Mantel Costuum 68.00
Jaquet Costuum 75.00
Zwart Colbert en Vest met gestreepte Pantalon 65.00
Smoking Costuum75.00
=Z DAMES- EN HEERENKLEERMAKERS
N.V. „Brandstoffenhandel"
v.h. N. v. Breemen Co.
Bakenessergracht 78 Schouwtjeslaan 23
BILLIJKE PRIJZEN - PRIMA KWALITEITEN
AANZEGSHUIZEN
Zandvoortschelaan 38 - Heemstede - Tel. 26156
Transport van Piano's en Brandkasten
H. E. REURHOFF
AMSTERDAM
Verbindingsweg pbeovn!
3 Tuin-en Landbouw- R
8 Gereedschappen 1
Peg O'My Heart
Rijk en geen Geld
De Dames Lavendel
Gr. Houtstraat 111-113, Haarlem A
Een Tijdelijk Echtgenoot Gevraagd
Groote Houtstraat 139 - Haarlem
Vanaf heden vertoonen wij
het grootste filmwerk
Een Superfilm In 9 acten
WAT LUXOR BRENGT IS ALTIJD GOED
GecL Oude Gracht 38 t.o. Jacobijnestraat
99
Laat Uw GORDIJNEN met de a. s. schoonmaak
bij ons BEHANDELEN en U blijft Cliënt!
41 - TELEFOON 10131
Steeds in voorraad bij
WEET U REEDS
dat het beste en goedkoopste
adres voor al Uw
IS BIJ
Gen, Cronjéstraat 67 Telefoon 12S29
Wilt U er van verzekerd zijn dat Uw Tuinbordes of Rotspartij
smaakvol en solide wordt aangelegd en onderhouden vraagtdan
eens prijzen aan bij
Levering uit voorraad van
alle gewassen en materialen tegen uiterst billijke prijzen.
Begrooting en zoo noodig Teekening zonder verplichting.
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot wederopzeggens toe te abonneeren op
„Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.50 per
halfjaar of 80 cent per 3 maanden bij voor
uitbetaling.
Naam
Adres
Datum van ingang
TOT 1 APRIL GRATIS.
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
Vraagt S. V. P, onze uitgebreide STAALCOLLECTIE ter inzage
'MAAT.5 C hAPPy tot EL X P> LOITATI EL
1 «AM DC Cl
ITCLJ220I&.
TQ_220l&
TELEFOON 10070
TELEFOON 10848
ALLE SOORTEN
Generaal Cronjéstraat 28 - Schoten
KORTE KLEVERLAAN 23 - Tel. 22299 en 22568 - BOSCHLAAN 7
VOOR ENGROS:
&90OO0OOOOOOOOOOOOOOCO
Wagenmakerij en Carrosserie
g Levering van alle S>!
O
Verhuur-Inrichting van Handwagens
ooocoooocoooooooocoooo
Zaterdag 6 Maart Engelsch Tooneel-Gezelschap met
(Peggy mijn kind)
Zondag 7 Maart Het Schouwtooneel
Blijspel in 5 bedrijven, naar den roman van
E. Philips Oppenheim
Dinsdag 9 Maart Holl. Schouwtooneel
Spel in 3 bedrijven, op .het thema: „Liefde is
geen Speelgoed", door Daisy Fisher
Vrijdag 12 Maart Operette-Gezelschap
onder leiding van Jules Moes
Plaatsbespreken dagelijks van 10 tot 3 uur
Per telefoon 00189) alleen van 12 tot 3 uur
Vanaf VRIJDAG 5 MAART
in haar niouwste Paramount-film
Als Tweede Hoofdnummer
Alle materialen voor Etsen en Houtsnede
Japansch Zijde Papier voor Handdruk per rol en per M2
JAPANSCH KUNSTDRUKPAPIER
Drukinkt voor Houtsnede en Etsen - Kops-Peerenhout enz.
OMLIJSTEN VAN PLATEN EN TEEKENINGEN
99
Het land met de rozenstruik
in z'n wapen.
4)
Goudhaantje vloog regelrecht naar Kundeboud's
hut. O, wat vloog ze snel. Dat kwam omdat ze me
delijden had met Koert en omdat ze hoopte, dat de
knappe Kundeboud een middel zou weten, waardoor
Koert naar zijn land kon terugkeeren. Goudhaantje
kon eigenlijk ook wel Goudhartje heeten!
Toen ze bij Kundeboud's hut aan kwam, daalde
ze neer, vouwde haar vleugeltjes netjes op over haar
rug en klopte een héél klein beetje verlegen aan de
deur.
Kundeboud was zoo verdiept in zijn groote boeken,
dat hij niets hoorde, ook niet het kloppen van Goud
haantje.
Daarom klopte het meisje nog eens.
Kundeboud had juist het antwoord gevonden op
een héél moeilijke vraag en verheugd riep hij uit:
„Ja, ja, eindelijk! Gelukkig, ja, ja!"
Goudhaantje vond dit wel een vreemde manier om
iemand te zeggen dat hij mocht binnenkomen, ze dacht:
„zulke knappe dwergen zijn altijd een beetje anders
als wij, gewone meisjes" en daarom stapte ze maar
binnen.
Kundeboud keek echter vreemd op, toen Goud
haantje binnen stapte, maar omdat hij zoo'n vriende
lijke dwerg was, zei hij: „Zoo, mijn kindje, ik dacht
dat ik hier heelemaal alleen was."
„O, maar u riep toch, dat ik eindelijk mocht bin
nenkomen?"
„Hé? Wat? Wat bedoel je?maar op eens
begon Kundeboud luid te lachen. „O! nu begrijp ik
het. Ja, ja 't is in orde hoor. Je bent een lief gehoor
zaam kind om zoo zoet te wachten. Vertel maar eens
wat je van me wóu weten."
„Ach, "wijze Kundeboud, help ons toch. Hij is wel
erg wild en ruw, maar hij komt ook uit zoo'n bar-
baarsch land. Hij heeft wel een vogel gegooid, maar
zijn voorvaderen deden nog vreeselijker dingen, want
die maakten de vogels zelfs dood en zijn makkers ver
nielden de nesten. Zoo iets heeft hij hier nooit gedaan.
En ik heb hem zien huilen als een kind, omdat hij
zoo graag naar zijn vader en moeder
De oude Kundeboud verschikte de groote bril op
zijn neus en kuchte eens. „Je spreekt zeker over dien
reus, over Koert?" sprak hij.
Nu bedacht Goudhaantje in eens, dat ze niet eens
gezegd had dat ze Koert bedoelde. Ze kreeg een kleur,
want wat moest die wijze Kundeboud wel van zoo'n
kuikentje denken, dat maar praatte en praatte zonder
te zeggen over wien ze 't eigenlijk had.
„Ik was juist aan 't studeeren over hem", zei Kun
deboud.
„U hebt zelf gezegd, dat vogel Zwartrok hem in
reuzenland zou terugbrengen."
„Dat heb ik ook" zei de oude dwerg, die wel een
beetje gestreeld was toen hij merkte dat Goudhaantje,
het dochtertje van den burgemeester zoo veel aan
dacht aan zijn uitspraak had geschonken en zoo vast
in hem geloofde. „Dat heb ik ook gezegd en zal ook
gebeuren."
„Maar wie is die vogel Zwartrok?"
Nu vertelde men dat Kundeboud alles wist. En bijna
was dat ook zoo. Bijna! Maar toen hij op 't slot
Smullersteen den naam van den vogel Zwartrok ge
noemd had, was hij geschrokken van zichzelf, want
hij, die alle vogels kende, kende dezen vogel niet.
Vanaf dat oogenblik had hij thuis gezocht in alle
boeken van honderden jaren oud. Nog had hl] den
vogel niet gevonden, maar juist toen Goudhaantje
aan zijn hut klopte, had hij iets anders gevonden.
In een heel oud tooverboek stond verteld, dat
in het dwergenland eens een jonge reus zou komen
die voor het mooie en goede Wonderbariën nog te
grof en te onbeschaafd was. Maar wanneer hij toonde
dat hij toch in ieder geval van de andere reuzen hield,
en wanneer een dwergenkind zich moeite voor hem
getroostte moest men hem de taal der vogels leeren.
Dan kon hij gered worden.
Kundeboud vertelde dit. „Kijk, daér staat het," en
hij wees in een heel oud, geschreven boek een plaats
aan. Goudhaantje keek, maar ze kon er niets van
lezen. Alle woorden leken wel kleine figuurtjes, pop
petjes en huisjes. Maar als Kundeboud het zei, ge
loofde ze het. Natuurlijk.
„Dusen ze sloeg van blijdschap de handen
in elkaar. „Dusu zult Koert de taal der vogelen
leeren? Krijgt hij ook vleugels, vadertje?"
Maar Kundeboud, die door zijn boodschappers, de
bijen en de vlinders, reeds wist wat er op het markt
plein in Vijfeiken was voorgevallen, fronsde de wenk
brauwen. „Ook vleugels? Hij? Goudhaantje, wat heeft
Vogelhart, je vader, gezegd?"
Met een heel benepen stemmetje, waaraan duidelijk
te hooren was, dat ze bijna schreide, zei 't meisje:
„O ja! dat is waar ook." Maar opeens lachte ze. „Als
u hem maar de vogels leert verstaan, dan is 't ook
al heerlijk voor hem! Ik zal 't gauw gaan vertellen,
ja gauw, heerlijk!"
En het opgewonden Goudhaantje wipte alweer de
hut uit en zoo snel als ze kon, vloog ze hoog door
de lucht naar het marktplein van Vijfeiken. Kundeboud
keek haar glimlachend na.
Daar zat Koert nog altijd.
Vele dwergen stond rondom hem. de meesten wisten
niet of ze boos moesten zijn op Koert of dat ze mede
lijden met hem moesten hebben. Hij had zich erg ruw
en onbeschaafd gedragen, zooals een echte plompe
reus, maar hij scheen toch wel graag naar dat reuzen-
land terug te willen en dat hij kon huilen was een
teeken dat hij zijn medereuzen toch wel echt lief
had. En de Wonderbariërs laten dat altijd 't .meest
gelden.
Zoodra Goudhaantje in 't zicht kwam te Vijfbiken
werd zij reeds in de lucht omringd door honderd,
door duizend nieuwsgierige dwergen en dwerginnen.
Maar natuurlijk vloog ze eerst naar Vogelhart, haar
vader, den burgemeester. Aan dezen fluisterde ze
haastig iets in 't oor.
Vogelhart's lidteeken kreeg weer zijn gewone kleur.
Hij kon ook nooit lang werkelijk boos zijn en vond
dat altijd vreeselijk verdrietig.
Zijn gezicht begon bijna te glimlachen al poogde
hij dit te verbergen, toen hij Koert naderde.
„Reus, zie mij aan."
Koert hief zijn betraand jongensgezicht op. O, wat
zag hij er nu heel anders uit dan in zijn wilde jon
gensbuien. Alle Wonderbariërs hadden medelijden met
hem en zij wachtten vol spanning op de uitspraak
van Vogelhart.
„Reus, je bent slecht geweest. Je hebt vogels kwaad
gedaan, je hebt bloemen vertrapt. In jouw barbaren-
land schijnt dat de gewoonte te zijn. Wie weet, mis
schien vechten ze daar nog wel, ja misschien leeren
ze daar wel opzettelijk om elkaar dood te slaan, 't
Zou me niets verwonderen. Wij hier in Wonderbariën
zijn, Goddank, anders! Maar wel heb je gemerkt, dat
wij boos kunnen worden en dat wij kunnen straffen.
Welnu, gij zult gestraft worden!"
Vogelhart had tot nu toe nog zooveel mogelijk
een barsche stem opgezet en toen hij sprak over
straffen, begon Koert te beven over zijn geheele
lichaam.
„Luister" vervolgde Vogelhart. „Als wij straffen,
vragen wij twee dingen: ten eerste: hoeveel liefde is
er nog in het hart van den misdadiger en ten tweede:
hoeveel liefde hebben anderen voor je.
Nu hebben wij gezien dat je liefde hebt voor je
ouders en ook dat je houdt van de mede-reuzen.
Het is goed dat iemand houdt van de schepselen waar
hij bij hoort. Dus dit zullen we in aanmerking nemen
bij 't vaststellen van je straf.
In de tweede plaatsdenk je dat er in ons land
iemand is die iets om jou geeft?"
Goudhaantje wilde naar voren springen, maar Vo
gelhart wenkte haar zich rustig te houden.
Koert, die in zijn hart al eenige hoop had gekoes
terd toen Vogelhart de liefde voor zijn ouders roemde,
voelde zich nu weer alle moed ontzinken, want wie
zou in Wonderbariën iets om hem geven? Daarom gaf
hij geen antwoord op de vraag van Vogelhart en
sloeg de handen voor zijn gezicht, waar de tranen
arupf>elden door zijn vingers naar beneden.
Vogelhart kreeg toen zooveel medelijden, dat hij
zich niet langer kon bedwingen.
„Omdat een dwergenkind zich voor jou moeite ge
troost heeft en ondanks je ruwheid je toch helpen wil
daarom is je straf, dat je moet gaan naar den wijzen
Kundeboud om de taal der vogelen te leeren."
Koert gaf een kreet van blijdschap.
Waarlijk: dit land was met recht Wonderbariën;
Hier strafte men iemand door hem een gunst toe te
staan. Hier waren er onder de dwergenkinderen, die
in hun hart zelf van een ruwen reus als hij was, toch
nog hielden.
Koert stond op en Vatte Vogelhart's handen.
„Aan wie, aan wie heb ik dit te danken? Wie is
mijn weldoener?"
Vogelhart wees op Goudhaantje, die met een kleur
van verlegen blijdschap er bij stond.
Koert viel op zijn knieën aan haar voeten en hij
boog héél diep zijn hoofd. „Goudhaantje, Goudhaantje,
wat ben je goed voor mij," snikte hij.
Toen ontstond er plotseling een vreemd geruisch,
want alle Wonderbariërs werden zoo zenuwachtig dat
ze begonnen te kuchen en te niezen en hun neus te
snuiten.
Totdat een riep „Lang leve Goudhaantje."
En allen riepen: „Hoera, lang zal ze leven, lang
leve ons Goudhaantje."
Koert verhuisde van uit het slot Smullersteen naar
de hut van Kundeboud.
Boets bleef op Smullersteen achter.
't Was Koert wel vreemd in de omgeving van den
wijzen dwerg. Hij had gedacht dat hij dikke boeken
zou moeten doorleeren met allemaal vogelwoorden.
Thuis, voordat hij met de vliegmachine op hol was
geslagen, had hij juist op school een jaar Fransch
geleerd. Heele rijen woordjes. Bladzijden met allemaal
zinnetjes. Thema's en onregelmatige werkwoorden. Hij
had dit allemaal bij elkaar niet zoo erg prettig ge
vonden en hij was eerlijk gezegd ondanks zijn
blijdschap wel een beetje bang geweest, dat hij ook
allemaal vogelwoordjes moest leeren en vogelenthema's
zou moeten maken.
Maar o, wat viel hem dat mee!
Kundeboud had nog steeds denzelfden bril op als
toen Koert hem voor 't eerst zag. Zijn gezicht stond
nog altijd even vriendelijk ernstig.
Koert, lachte hem niet meer uit.
„Ziezoo Koert, nu moet je de vogelen leeren ver
staan," zei hij.
„Graag Kundeboud."
„Maarzouden de vogelen wel tegen je willen
praten??"
Kundeboud keek hem met opgetrokken wenkbrau
wen aan en zijn grijze oogjes flikkerden half ernstig,!
half ondeugend door de brilleglazen heen.
Koert begreep het wel. Den blauw-witten vogel
had hij immers bespot en hij had door zijn misbaar
en kwajongens-spektakel den rood-witten zanger de
stuipen op 't lijf gejaagd. Ja! zouden de vogels nog
wel iets met hem te maken willen hebben?
„Maar maar zei Koert aanzelend, „ik dacht
dat u zelf mij de vogelentaal zou leeren."
„Ik ben toch geen kanarie" zei Kundeboud en hij
lachte zoo grappig, dat Koert zich ook niet goed kon
houden.
't Viel gelukkig mee.
(Slot volgt).
»y>-