■NEDWttPRHE RIST
^flo Dah ia =ishe,adres voor=i
ijUG Ud I ld Artistiek Bloemwerk 1
Kenzen's Rijwielhandel
„DE DAHLIA", WBEUNDER, JffiKJSSS 1
RAADSOVERZICHT
PLAATSELIJK NIEUWS
Bloemendaal
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT,
BENTVELD EN VOGELENZANG.
UITGEVER: G. EIKELENBOOM
IN VEREENIGING MET DE
Hotel Duin en Daal
BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
BLOEMENDAALSCHEWEG 42 TELEFOON 22324
ABONNEMENTSPRIJS: VOOR EEN HALF JAAR 1.50
Het is voor een wielrijder(ster)
Verbindinsweg - Bloemendaal
„WAARHEID".
Venn. „All Risks"
Rechtsk.-Adviseur G. LOKERSE
KjESESE3EESE3S0E3EEgBE3E3EE8mE3ES&EBfflBE3EBBEEB
E3SB3EaaE3%aE3EaE3BSEaBaBE3SaBaEE3^BE3E3EBaBE3B
G. J. Gude - Cuisinier
A. H. van der Steur Jr.
Weggeld voor Autobussen.
f Eerste Jaargang
ZATERDAG 26 JUNI 1926.
Dit blad verschijnt minstens éénmaal per week.
BLOENENIML'S EDITIE
ADVERTENTIEPRIJZEN: Per regel ƒ0.15. Bij afname van 500 regels:
0.12'/2 per regel; 1000 regels: 0.10 per regel; 2000 regels: 0.09
per regel; 5000 regels 0,07'/2 per regel. Kleine Advertenties, t.w.
^jCoop en Verkoop, Huur en Verhuur, Vraag en Aanbod, etc.: 0.50
per Advertentie van hoogstens 10 regels, mits bij vooruitbetaling.
van overwegend belang om bij het
aanschaffen van een nieuw rijwiel, te
letten' op het merk dat men koopt.
Goede merken zijn B.S. A.-, Osmond
en Vcrika-Rijwielen, ze loopen licht,
worden gegarandeerd en billijk geleverd
door:
DE WATERLELIE.
Van binnen uit, ontplooit ze haar schoon
De wonderblanke leliekroon.
Natuur gaf haar 'n grooten schat,
Die diep in 't hart verborgen zat;
Nu heeft ze haar schoonheid wijd gespreid
In ongekende zaligheid.
Zij geeft al' schatten die zij won
O! dat de raensch zóó geven kon,
Z'n innigst innerlijke goed;
Z'n liefdeschat, z'n hartebloed!
Dan laat ons zwijgen, luist'ren stil;
Naar wat Natuur ons zeggen wil.
C. M. B. B.
(Ingezonden.)
De „Waarheid'' is!
En Zij staat als de „eenzame", want buiten
Haar is de on-waarheid, of de niet-waarheid,
Haar afwezigheid.
Want er is één grondslag, één basis, één
fundament, één groot princiep of levenbe
ginsel.
En deze „Waarheid", Zij rijst hoog op
boven de wereld en z'n menschengewriemel,
als de machtige Cathedraal eener staat.
En ontelbaar velen rennen haar voorbij,
zonder Haar te zien, de hoofden diep ge
bogen naar de aarde.
En daar' zijn er ook, die even opkijken en
dan ontwaren de massale grove basis, een
heel klein stukje van de Cathedraal in reuzen
vorm, het begin van den steeds fijner en
schooner wordenden bovenbouw.
En maar enkelen, die stil blijven staan en
rustig opwaarts blikken en meer zien van
Haar schoonheid.
Doch Haar geheel is zelfs voor die enkelen
niet te omvatten, want het opperste, het is te
hoog, te fijn, te subtiel voor het stoffelijk oog.
Daar zijn de „stofdienaars".
Niet slechts zij die jakkeren en zwoegen
om den broode, voortgezweept door den hon
ger of uit eigen zucht naar stoffelijk geluk;
doch ook de zwijmelaars in der aarde vetheid.
En allen hebben zij geen verlangen naar de
„Waarheid". En als zij verlangen dan is het
niet de „Waarheid", doch voedsel om de holle
en knagende maag te vullen; geld om 't op
te stapelen; intenser, fijner stoffelijk genot in
spijze, drank, kleeding, vermaak en wat dies
meer zij.
Zij zijn het die de „Waarheid" voorbij
sneven. O, zij weten wel van Haar bestaan,
maar zij hebben geen tijd om naar Haar op
te blikken, vervult als zij zijn van de „stof",
die al hun aandacht in beslag neemt. Allen
zien nederwaarts, doch dezen buigen zich
doordat de stof hen drukt, genen doordat de
stof hen trekt.
Daar zijn de „tragen".
Zij die gemakshalve slechts aannemen wat
anderen zeggen te weten van de „Waar
heid". En een blind geloof in die anderen
doet hen hun gevoel en rede, de middelen
waardoor we de „Waarheid" kunnen be
wust worden, op non-activiteit stellen.
Daar zijn de „zoekers".
En voor hen geldt 't woord: „Zoekt en
gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan
worden!" En met hun voelsprieten: gevoel en
rede vooruit, treden zij langzaam voorwaarts,
de „Waarheid" tegemoet.
Daar zijn de „weters".
En zij zijn de zoekers geweest. En de
„Waarheid" is hen geopenbaard geworden,
als een Licht dat langzaam breekt door de
duisternis. En zij zijn weinigen in getal. Doch
hun weten is eigenlijk nog maar een aan
schouwen, want het innerlijke 'wezen der
„Waarheid", ként slechts de „Waarheid"
zelve: en voor zooverre de „Waarheid" gaat
Telefoon 15442
•lansstraat 65 - - Haarlem
v.h. Chef blf wijlen Mis F. Willekes Macdonald
Incasso van achterstallige, dubleuse en kwestieuss
vorderingen, Informatlën en Recherches «p leder gebied.
Behandeling van alle Rechtszaken. Huur-, Erfenis-,
Fallli8ement- en Belastingzaken. Opmaken van alle Aoten
en Requesten. Billijke Tarieven.
pij 0n§ werk werd op de Intern. Tentoonstelling met de hoogste prijs bekroond
leven in hen, voor zooverre de „Waarheid"
één wordt met hen, of, anders gezegd: voor
zooverre zij zelf: „Waarheidworden, zullen
zij ook doel hebben aan - bewust worden van
Haar diepere Wezen.
De „Waarheid" is!
Waar is zij?
Niet hier en niet daar. Niet in een huis,
noch in een boek. Niet bij een zekere mensch
of menschengroep.
Ook is de „Waarheid" niet uitsluitend en
alleen in een zekeren tijd, lang geleden ge
geven aan een zeker aantal uitverkorenen,
als een louter geschenk, en hebben zij Haar
opgeteekend op vergankelijke bladen en heb
ben wij -dit te beschouwen als het bezit der
„Waarheid".
De „Waarheid" is in ons.
In ons allen, in u en in mij, is de „Waar
heid"!
Niet buiten ons is Zij. Zij is in al 't ge
schapene, in alle ding en in alle wezen. Zij
is in 't mineraal en in de plant: in 't dier en
in de mensch. Zoowel in 't grofste gesteente
als in de schitterendste diamant, zoowel in de
grashalm als in de roos; zoowel in de vloo
als in de walvisch; zoowel in de wilde als in
de hoogstontwikkelde onzer.
En al die levenstrappen zijn een steeds
hoogere uitdrukking, manifestatie of schep
ping der „Waarheid".
En met die steeds voortgaande hoogere
uitdrukking gaat dit paralel, dat het geopen
baarde steeds meer één wordt met het zich
openbarende. Er is een meer en meer neigen
tot elkaar, zooals twee vlammen eindelijk
worden tot één groote vlam. Eerst is daar
een kloof, doch die kloof wordt minder, al
minder. Eerst is daar de tegenstelling, de
tegenstelling tusschen de „Waarheid" en de
niet-waarheid. En het is als bij den beeld
houwer. Eerst is daar het ruwe, vormlooze
marmer, dat niet is de gedachte, de idee van
den kunstenaar, doch daaraan tegengesteld,
de „afwezigheid" van die ideé. Er is een kloof,
een afstand tussschen dat marmerblok en de
gedachte des kunstenaars. Doch allengs
wordt die afstand minder. De gedachte en
het steeds duidelijker uitgedrukte beeld dier
gedachte naderen elkaar en zijn straks één.
Alzoo ook bij de „Waarheid".
Er is altijd een begin vanaf beneden. Een
boom begint bij de wortels. Een bouwmeester
bouwt z'n huis om anderen op. De open
baring der „Waarheid" is eerst in de grove
materie. En hierin is de tegenstelling tusschen
stof en geest, want de „Waarheid" is „Ge
dachte", is „Geestelijk'. Doch die tegenstel
ling wordt minder en de eenheid grooter. En
wat bij het wordende b'eeld van den beeld
houwer niet geschiedt, dat geschiedt hier. Het
wordende beeld der „Waarheid" wordt zich
thans bewust van de „Waarheid", waardoor
die eenheid een bewuste eenheid wordt.
En dit groote doel is weggelegd voor den
mensch.
Op zijn trap van ontwikkeling kan slechts
die eenheid geboren worden. Doch op één
groote voorwaarde. En deze is dat hij mede
werkt, of beter gezegd: niet tegenwerkt. En
hiervoor is noodig, dat hij van zich doet, alle
aanneming van z.g. waarheid buiten zich.
Want voor die eenwording met de „Waar
heid" is het noodig, dat hij er voor bewust
wordt. Hij moet de „Waarheid" gevoelen,
innerlijk er mede in contact komen. Aange
nomen „waarheid"; „waarheid" naast en
buiten hem; „waarheid" die indruist tegen
gevoel en rede en nochtans wordt geaccep
teerd, is voor hem niet de „Waarheid",kan
het dit niet zijn, nooit en nimmer: ze laat
Kern koud: laat z'n innerlijk wezen onaange
roerd: heeft geen grein waarde voor hem.
De „Waarheid" moet in hem geboren
worden.
Daarom moet hij die de „Waarheid" wil
leeren kennen, zijn gevoel en zijn rede rein
houden; zuiver en schoon als de glazen eener
bril, opdat hij eenmaal de „Waarheid" klaar
en onbeneveld moge aanschouwen. Want
gevoel en rede zijn de twee groote factoren
waardoor de „Waarheid" zich aan ons open
baart.
En dat hij vóór alles erkenne dat de
„Waarheid" in ons is.
,.Het Koninkrijk der Hemelen, het geeste
lijk Domein der „Waarheid"' is binnen in
Ulieden!"
M.
Vergadering van Donderdag 17 Juni.
De heer Van Kessel bedoelde het goed, toen hij bij
de behandeling van punt 2 voorstelde, zooveel moge
lijk punten in de instructies voor de hoofdopzichters en
administrateurs vast te leggen, opdat zij precies weten,
waaraan zij toe zouden zijn, doch de Voorzitter was
toch zoo verstandig dezen goed bedoelden aandrang te
bestrijden, daar nu eenmaal niet alles is vast te leggen.
Hoe meer instructies, hoe meer controle, hoe meer
ambtenaren. Bovendien heeft men door precies alles
vast te leggen, meer kans, dat iets meer wordt gedaan
dan in de instructies is aangegeven.
Terecht merkte de Voorzitter op, dat men van de
instructies wel een roman kan maken, waarin iedere
stap wordt bepaald en waarin desnoods ook nog de
weg wordt aangegeven, dien een eventueel minnend
ambtenaar ('t kan voorkomen!) des avonds heeft af
te leggen.
De heer Van Kessel kreeg geen ondersteuning van
de zijde des Raads, zoodat alles bleef zooals het in
het ontwerp stond vermeld. De tijd zal wel leeren, dat
de Commissie van Bijstand voor de Bedrijven, daarin
bijgestaan door Burgemeester en Wethouders, of om
gekeerd, wel kans zullen zien, de ambtenaren naar hun
hand te zetten en geen ambtenaar zal er aan denken,
zijn positie in de waagschaal te stellen of een wenk
van zijn superieuren niet ter harte te nemen, ook al
staat daarvan in de tosiructa&v^tóüi»vermeid.
De Commissie van Bijstand voor het Waterleiding
bedrijf wil den waterprijs verlaagd zien met 5 ets. per
kub. Meter.
De Wethouder van Publieke Werken wil dat niet.
Dies is er verschil van meening.
En waar verschil van meening is, moet dit door
praten of op andere wijze worden bijgelegd, of moet
de wil van de meerderheid overheerschen.
Nu toont de balans van het laatste boekjaar aan,
dat de prijs van het water wel iets kan worden ver
laagd.
Ook de heer Laan kan dat niet ontkennen, doch,
zegt hij, zoo'n balans is nu wel heel prachtig, maar
daarbij moet men altijd de noodige reserve in acht
nemen. Niet alleen dat „toeval" voor zoo'n bedrijf 'n
groote^rol speelt, doch er zijn posten die nader bestu
deerd dienen te worden, 't Was niet onaardig, dit van
den heer Laan te hooren. Als de heer Hogenbirk zooiets
zegt over de begrooting der wegen in eigen beheer,
dringt dezelfde heer Laan opMaar nu was h ij
in de oppositie. De gemeente, zeide hij b.v. is een heel
groote afneeinster, door de wegen- en plantsoenen-
besproeiing in den zomer, terwijl zij daarvoor een prijs
mag betalen, waarbij het 't heele Dagelijksch Bestuur
groen en geel voor de oogen wordt.
Daarbij mag de gemeente voor een werkman van
genoemd bedrijf, indien zij er zoo een eens noodig
heeft, 1.10 per uur betalen, mijne heeren.
En wat krijgt omgekeerd de gemeente voor al de
buizen, die door de geheele gemeente verspreid liggen?
Geen centiem, mijne heeren!
Zooals uit de woorden van den wethouder op te
maken is, is hij niet zoo bijster tevreden over het
Waterleidingbedrijf; zeker niet zoo tevreden als de
Commissie van Bijstand dit wel zou wenschen. En
eerlijk gezegd, we kunnen ons dit best voorstellen.
Dat de gemeente een hooger prijs voor het water
moet betalen, terwijl zij de grootste afneemster is, is
niet geheel zuiver. Tenzij de gemeente ook voor het
bergen der buizen een behoorlijken prijs mag bere
kenen. Nu dit echter nog niet het geval is, dient toch
eerst het scheeve te worden rechtgezet, alvorens tot
verlaging van den waterprijs kan worden overgegaan.
Op die wijze is de kunst om winst te maken, niet
zoo bijster groot, en al gaat, om met den wethouder te
spreken, alles van het napje in het bakje, er zal toch
eens gepraat moeten worden.
Wethouder v. Nederhasselt, die een zekeren aanleg
heeft voor het vinden van schoone oplossingen, stelde
daarom voor, te doen wat de heer Laan wenschte, n.l.
uitstel van behandeling en inmiddels met elkaar eens
'n avondje van gedachten wisselen.
Aldus werd besloten.
Indien bij den gemeentelijken rechtskundigen adviseur
tijd geld is, kan de gemeente er van verzekerd zijn, dat
het advies, dat nog slechts moet worden verstrekt
over de Zijlweg-aangelegenheid, in de papieren zal
loopen.
In de vergadering van 1 December, waarin de be
grooting werd behandeld, kwam deze kwestie al ter
sprake. Ik lees daarover het volgende in het Raads-
verslag:
„De heer Laan belooft dat spoedig advies van
Mr. Van Stirum zal worden gevraagd, in hoeverre
Uitzending van Diners aan huis
Jordenstraat 74 - Haarlem - Telef. 13132
Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden
wij de trammaatschappij kunnen verplichten tot
betaling der door de gemeente te maken kosten.
De liter Van Stirum is er aan bezig en het kan
spoedig tegemoet worden gezien.
Besloten wordt den Zijlweg nog even te laten
rusten, totdat men weet, hoever men kan gaan."
Nu schrijven we half Juni en worden de Raadsleden
nog teleurgesteld met de mededeeling, dat het advies
er nog niet is.
Weliswaar deelde de Voorzitter mede, dat in de
besloten vergadering iets over die kwestie kan worde»
medegedeeld, doch daarmede is het advies er nog niet
en weet het publiek, inzonderheid de bewoners van
den Zijlweg en omliggende straten, nog niet wanneer
aan den minder gunstigen toestand van den Zijlweg
een einde zal worden gemaakt.
Al is Bloemendaal een bijzondere gemeente, toch
heeft zij als iedere gemeente haar zorg met de werk-
loozen.
Nu is die zorg hier een heel bijzondere, daar de
losse arbeiders zich niet meer als werkeloos beschou
wen, doch als arbeiders die formeel niet in vasten dienst
zijn doch toch prompt elke week op een salaris van
31.kunnen rekenen. En nu in het bloembollen-
bedrijf de loonen lager zijn, we hoorden spreken van
25 a 26 gulden, is het voor ons allen begrijpelijk, dat
door deze losse of vaste (hoe is het ook weer?) arbei
ders niet zoo heel hard werd gesolliciteerd naar de be
trekking van bloemistknecht.
Aan dit spelletje is thans echter op het' onverwachtst
een eind gekomen, doordat de gemeente-architect heeft
medegedeeld, dat de centen op zijn. Die mededeeling
werd weliswaar met de noodige reserve ontvangen,
immers in onze gemeente wordt zoo veel gesproken
over een „reservepotje", maar men vond bovendien de
woorden „de centen op" een minder aebruikelijken
vorm om zich uit te drukken.
Dus kwam deze kwestie terecht bij de Commissie
voor Sociale Belangen.
Vermoedelijk na veel wikken en wegen kwam men
tot het besluit, aan het Dagelijksch Bestuur voor te
stellen, aan den begrootingspost onderhoud wegen een
bedrag van pl.m. twintig duizend gulden toe te voegen
en dan nog enkele wegen te laten verbeteren, welke
daarvoor in aanmerking kwamen, om zoo de menschen
aan het werk te kunnen houden. Dit voorstel meende
men te kunnen verdedigen op grond van het feit, dat
(buiten medeweten van den Raad) uit genoemden be
grootingspost een stoomwals en een mengmachine zijn
aangekocht. Waar deze machines 10 jaar of langer mee
gaan, leek het de Commissie billijk, dat de betaling
ook over zooveel jaren zou loopen.
Het Dagelijksch Bestuur wilde hiervan niets weten
en deed den Raad geen voorstel te dezer zake.
De Commissie v. Sociale Belangen nam met deze
houding geen genoegen en betreurde het, bij monde
van den heer Van Kessel, dat de centen opgemaakt
zijn door aankoop van die twee machines, waardoor
de arbeiders de dupe zijn of worden.
De Wethouder van Publieke Werken nam nu op zijn
beurt ook weer geen genoegen met die mededeeling en
riep:
„Het geld op? Mijne heeren, er is nog geld zat en
we zullen geen cent te kort komen. De wegen, welke dit
jaar aan de beurt waren en bij de begrooting zijn aan
gewezen, worden alle verbeterd. We moeten echter
geen malle dingen gaan uithalen, want dan komen we
er niet. De wegen zijn of worden klaar gemaakt, bo
vendien zijn de beide machines betaald, wat wil men
nog meer?"
Toegegeven dient te worden dat de wethouder sterk
staat. In de vergadering van Donderdag 21 Januari
werd het volgende ontwerp door den Raad aange
nomen:
„le. steun aan werkloozen, in den vorm. van werk
verschaffing, zal slechts verleend worden in
het tijdvak van 1 October tot en met 31
Maart, met dien verstande, dat om de week
werk verschaft zal worden;
2e, het loon der werkloozen zal blijven voor ge
huwden 26.en voor ongehuwden ƒ18.
per werkweek bij de werkverschaffing;
3e. het totaal gezinskomen zal niet meer dan
32.- per week mogen bedragen om voor
tewerkstelling in aanmerking te komen;
4e. de Commissie voor Sociale Belangen is be
voegd om in bijzondere gevallen van het sub
2 en 3 bepaalde af te wijken;
5. het loon, dat in de zes wintermaanden aan
werkloozen wordt betaald, komt ten laste van
den post „werkverschaffing
6e. indien de gemeente voor 't verrichten van
werkzaamheden aan wegen, plantsoenen enz.
in de zomermaanden losse werkkrachten noo
dig heeft, worden deze zooveel mogelijk ge-
recruteerd uit de ingezetenen van Bloemendaal
en wordt hun een loon toegekend naar arbeids
prestatie, zulks ter beoordeeling van den ge
meente-architect. De hiervoor benoodigde gel
den komen ten laste van de posten der be-
SW Kleverparkwcg 154 '60
Tegenover de Middelbaar Technische School
lstc klas Heeren- en Dameskleermakerij
Opgericht 1903 - Telefoon 10303
Heeft steeds het nieuwste in stoffen en
modellen Stalen op aanvraag
grooting, die voor de betrekkelijke dienst
vakken zijn uitgetrokken."
Alleen dus indien de gemeente losse arbeiders noodig
heeft, zullen deze te werk worden gesteld, doch waar
de wegen welke zijn aangewezen worden verbeterd
zonder dat nog langer gebruik behoeft te worden ge
maakt van de hulp van losse arbeiders, is het van den
heer Laan alleszins begrijpelijk, dat hij zich ontdoet van
deze losse krrachten.
Het is ten slotte een eerekwestie, dat de begrootings
post niet overschreden wordt.
De heer Hogenbirk was de krachtige steun van den
heer Laan en verzette er zich met hand en tand tegen,
dat nog langer op den ingeslagen weg zou worden
voortgegaan.
De heer Laan stelde ten slotte voor om de men
schen toch nog te helpen door een bedrag van 10.000
beschikbaar te stellen en daaruit de te maken onkosten
te bestrijden. De werkeloozen zullen dan wederom als
in den winter om de 14 dagen te werk worden gesteld
tegen een belooning van 26.
In dien geest werd besloten.
Inderdaad is dit misschien ook wel de beste oplos
sing. Nu we eenmaal zoo ver zijn, dat de werkeloozen
als losse arbeiders zijn te werk gesteld, dient er iets
te worden gedaan nu op het onverwachtst ontslag
wordt aangezegd, 't Is wel niet in den geest van het
besluit, dat in de Raadszitting van 21 Januari werd
vastgesteld, doch daar maar overheen gestapt. Het
besluit om toch maar weer te helpen werd met alge-
meene stemmen aangenomen.
Het kan misschien voor het volgende jaar een goede
les zijn.
Ten slotte kunnen we nog mededeelen, dat de heer
De Waal Malefijt een lans gebroken heeft voor stop
zetting van de afgraving der tot pleizierterreinen ge
worden duinen van de Ned. Isr. Gemeente te Amster-
Hem werd opgedragen, in welke hoedanigheid, is
ons niet duidelijk, aan bovengenoemde gemeente te ver
zoeken, de afgraving stop te zetten.
OPMERKER.
BLOEMENDAAL.
De Staten-Generaal zal binnen enkele maanden te
behandelen krijgen het ontwerp-wet der Regeering, tot
het- invoeren van een wegenbelasting. Uit hetgeen be
kend is geworden over en uit dat Wetsontwerp, be
oogt de Regeering, uit de opbrengst dezer inderdaad
niet malsche belasting, een wegenfonds te vormen, om
daaruit mede de hooge kosten voor aanleg en ver
betering van Rijkswegen te kunnen bekostigen. De
Regeering plaatst zich op het standpunt, dat het moto
risch verkeer, n.l. dat van autobussen, vrachtauto's,
tractor's etc. verbetering in aanleg en beharding van
schier alle wegen noodzakelijk maakt. Deze meening
is stellig niet aanvechtbaar!
Het spaarpotje, dat de Regeering uit de nieuwe be
lasting denkt te maken, zal schat men dik genoeg
worden, om daaruit ook een gedeelte te geven aan
de besturen der Provinciën voor wegen, welke in
onderhoud zijn bij die lichamen. Of de gemeenten ook
uit dat potje zullen mogen meedeelen, schijnt nog niet
zoo zeker te zijn. Men zal er goed aan doen, maar
niet op veel te rekenen! Als eerst de Rijks-Water
staat voor de zeer hooge kosten van Rijkswegen zijn
breede hand komt ophouden; als daarna de besturen
der elf Provinciën hetzelfde doen, wat zal er dan voor
de vele gemeenten overblijven? En toch hebben schier
alle gemeenten groote uitgaven voor aanleg, onder
houd en verbetering van straten en wegen. Waar
komt tegenwoordig niet de auto en de vrachtauto?
En overal, waar - vooral de laatste op den weg
komt, daar dringt tegelijk de eisch tot verbetering yan
straten en wegen, niet het minst door de noodzake
lijkheid van andere behardingsstoffen, breederen aan
leg etc. Als die gemeenten nu straks stiefmoederlijk
van Vader Staat een bagatel uit het Wegenfonds
of mischien in het geheel niets krijgen, uit welke
middelen moeten de steeds grooter wordende uitgaven
der gemeenten voor wegenbouw en onderhoud dan
worden bestreden? Enkele gemeenten in de Zaanstreek
en ook elders in het land voerden of bestendigen
met meer hardnekkigheid dan ooit te voren hier en
daar een soort wegenbelasting in; sommigen speciaal
voor autobussen. Er gaat een storm van verontwaar
diging door het land over deze ongehoorde achter
lijkheid en Hollandsche benepenheid. Deels om de
hooge kosten, die het gebruik van auto's speciaal
buitengewoon duur gaan maken en deels ook, omdat
Zondag-Namiddag- en -Avond-Concert