RANJA f 0.90 per Flesch
DamastenTafelgoederen
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
STOEL's Woningbureau
T Cinema Palace V
INTEEKENBILfET
I
F. VAN DIGGELEN &Z00N]
Garage „Juliana" - Overveen
Automobielen enMotorrijwielen
r>3TOOMV/A55CMERV'
aVVOET^ ZHDTI
C. SCHUIJT
met SYD CHAPLIN
Cliches a„X1
A. B. I. S.
Fijnwasscherij Fa. Gez. v. d. Haak
Juiianalaan 293-295-297 - Telefoon 11781
ALOEMETIDAALi
Allerlei
HET IS UW
1, WALTER, Bloemendaalscheweg 117
Het grootste lachsucces der wereld
6. EIKELENBOOM
VOOR DE KINDEREN
Vrome
1S J. DE
B PLAATS!
ADVERTEERT
Eerste Jaargang
L. B. ELFERINK - OVERVEEN
als nieuw opgemaakt
Kinderhuisvest 27 - Telefoon 10113
Kleine houtweg 15a - Tel. 12815
HAARLEM
LUXE- Eü ORTHOPAEDISCHE
LAARZENMAKERS
Specialiteit in Rijlaarzen
1e klas Reparatie-Inrichting
Reparatie» Stalling, Olie» Benzine
ZJl
Wij bezorgen en
vragen aan huis.
Verbindingsweg 6
IN DIT BLAD TE
IJmuider Vischhal J. Kernekamp - Schoten
Drogisterij C. TRAPPEL
Verhuur- en Reparatie-Inrichting
BB Rijwielen - Automobielen
AGENT DER „UNION" - „SWIFT" EN „SIMPLEX" RIJWIELEN
BLOEMENDAAL =»a= Telefoon 22509
Telefoon kantoor 22089
Bloemendaalscheweg 161, Bloemendaal
Gr. Houtstraat 111-113, Haarlem
Heden en volgende dagen:
H.E. REURHOFF
Mode-Academie
worden billijk geleverd door
Bloemendaalscheweg 42
Bloemendaal,Tel. 22324
G. P. H. BISMEITER duvenvoordestraaTTi
Hazekind en zijn eigen zinnetje,
Het sprookje van den
molensteen.
ALGE
U I TG E
Julianapa
Aan onze
- r
is het eenige afdoende middel ter
bestrijding van insecten en onge-
dierten en daarbij ongevaarlijk
voor mensch of dier.
Muggen, Vliegen, Vlooien,
Wandgedierten - Kakkerlakken,
Krekels, Rupsen, alsmede Luizen
bij Kóeien, Paarden, Pluimvee enz., worden door
A.B.I.S. niet verdreven, doch onmiddellijk gedood.
Eenmaal geprobeerd, steeds begeerd.
Verkrijgb. bij Drogisterij W. SCHEEPSTRA,
Bioemendaal, K. Kleverlaan 46 - Tel. 22029
Orogi!»t@E*iï HAAKS, Overveert,
Qloemendaaischeweg 301 - Tel. 14424
ROLLANDSLAAN 57
Kruideniers- en Grutterswaren - Fijne Vleeschwaren - Wijnen - Limonades
Hooren en bezorgen zonder prijsverhooging.
worden door de fijnwasscherij
firma Gez. v. cl. Haak
Blank en glanzend schitteren de patronen in al hun
schoonheid en verleenen daardoor aan de tafel de
distinctie die alleen keurig tafellinnen geven kan.
P. H. BRINKMAN, Firma Wed. J. de Reiger
VERWULFT 7 Opgericht 1819 Telefoon 12155
Groote sorteering
FIJN MANDENWERK TUIN- EN SERRE-MEUBELEN
N.B. Specialiteit in eigen gemaakte Reis- en Waschmanden,
Fietsmanden, enz. enz. REPARATIE-INRICHTING
Leveranties uitsluitend van uit ons magazijn en op bestelling
~~i SUifissfajiLforfl iFin TPI.
Bekroond: 'o-G R A V EN H AGE I922, zilveren medaille
Eerste en Tweede Prijs: WAALWIJK I925, gouden medaille
D. VADER VOORHEEN G. KEMPER
!MAAT5C riAPpy TOT E.XPLOITXVTIL
VAM OC Cl
ITCL220I6. ,1 TO~220I&.
X handige reinigingsmid-
/\ll0 delen voor de huis
houding.
XII 1 kleine geriefe-
van de Firma J. D. W. Scholten,
Assistent-Apotheker,
Kleverparkweg 60, Tel. 11249.
IN BLOEMENDAAL'S EDITIE!!
ARTIKELEN voor
Ziekenverpleging
patent-geneesmiddelen
geneeskrachtige
kruiden
ARTIKELEN, die
een wetenschappelijk
ingerichte drogisterij
in voorraad behoort
te hebben,
huishoudelijke
specerijen
meestgevraagde
toiletartikelen
Hoek Kinheimweg
Beveelt zich beleefd aan voor
aanleg en onderhoud v. tuinen
KLOOSTERSTRAAT 8 BIJ DE KLEVERLAAN
Geopend van 's morgens 8 tot 's avonds 7 uur
Nieuwe Hotl. Maatjesharing 5 ct. p. st, 6 st. 25 ct. Garnalen
en verder alle gerookte Visch Prima versche Zeevisch
Dagelijks versche aanvoer
Assistent-Apotheker*
Verband- en Verplegings-Artikelen
Chemicaliën Spécialité's
Homoëopatische Geneesmiddelen
Limonade-Siropen M. ƒ1.- '/jR.JO.SS
Ziilweg 64 b/d Pieten Kiesstraat - Tel. 92553
DAMES HOOFDWASSCHEN EN ONDULEEREN f 1.25
HAARWERKEN IN ELK GENRE.
F. LOS - JANSSTRAAT 69 - TEL. 10883
VOOR ENGROS:
AMSTERDAM
In het vervaardigen van
DAMESHOEDEN
Club- en Prïvóleesen voor Dames
welke zelf hun hoed wensohente
maken en Cursus voor Meisjes:
opleiding Modevak
Degelijke Inschrijving
Ziilweg 92 b.d. Zijjlbrug
DIRECTRICE: O. M. DE MUNNIK
MARQUISES - ZONNESCHERMEN - ROLLUIKEN
BEGROOTINGEN KOSTELOOS SCHERP CONCURREERENDE
S PRIJZEN PRIMA AFWERKING LEVERING BINNEN m
EENIGE DAGEN REPARATIËN SPOEDIG EN BILLIJK UJ
VAKKUNDIGE OPBERGING GEDURENDE DE WINTERMAANDEN
- FABRIEK: JANSWEG 50 - HAARLE M -
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot weder opzeggens toe te abonneeren op
Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.50 per
halfjaar of 80 cent per 3 maanden bij voor
uitbetaling.
Naam
Adres
Datum van ingang
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
,,Ik wil nu eens net doen waar k zin in heb zei
Hazekind op zekeren dag tegen zijn Mama, terwijl hij
naar den uitgang van hun holletje liep.
„Wat wil je dan graag doen, kind?" vroeg zij.
,,'k Weet het niet, maar ik wil nu eens net doen,
waar 'k zin in heb", antwoordde Hazekind,
„Je mag je neusje wel eens even buiten de deur ste
ken en wat in 't zonnetje gaan spelen", zei zijn Mama.
„Nee, ik wil niet in 't zonnetje spelen, 'k wil net
doen, waar 'k zin in heb'
„Je mag de lekkere kruiden eten, die je hier vlak
bij kunt vinden", sprak zijn Mama, „maar pas op, dat
je niet te ver wegloopt, want dan zou Man je wel eens
kunnen pakken, of Hond je kunnen opeten, of Havik
met je kunnen wegvliegen!"
„Ik wil die kruiden niet hebben; ik wil net doen,
waar 'k zin in heb".
Papa Haas vroeg nu met zijn diepe stem: „Wat wil
je dan doen, mijn zoon?"
„Ik weet 't niet", zei Hazekind, „maar ik wil nu eens
net doen, waar 'k zin in heb".
Toen sprak -Papa Haas: „Ik ga nu mijn middag
slaapje doen stoor me dus niet maar, als de
groote maan hoog aan den hemel staat en 't precies
dag is, zal ik je meenemen, heel, heel ver het bosch
in, en daar mag je hollen en draven en spelen en je
buikje rend eten; je zult er heel veilig zijn, want Man
is dan in zijn huis en Hond is in zijn huis en Havik
is ook in zijn huis".
„Ik wil niet naar 't bosch gaan; ik wil er niet spelen
en hollen en draven en eten, als de groote maan hoog
aan den hemel staat; ik wil nu eens precies doen, waar
'k zin in heb."
„Zwijg en stoor me niet langer", zei Papa Haas en
hij deed zijn oogen dicht en lei zijn ooren in zijn nek.
„Kom hier", zei Mama Haas, „dan zal ik je een
verhaaltje vertellen over den kouden tijd van 't jaar,
als Sneeuw op boom en struik ligt en ons goede voed
sel bedekt. Ik zal je vertellen, wat er toen gebeurde
met Haasje, die deed, wat zijn Mama hem had ver
boden en stap, stap, stap, alleen ging wandelen, totdat
hij bij 't Roode Vuur kwam en
,,'k Wil 't verhaaltje niet hoeren", sprak Hazekind,
„ik wil nu eens net doen, waar 'k zin in heb!"
„Houd mij dan niet langer van mijn middagdutje af",
zei zijn Mama en zij deed haar oogen licht en lei haar
ooren in haar nek.
Op 't zelfde oogenblik zag Hazekind Pluimbal voor
bijrollen. Een Pluimbal is, wat er overblijft van een
zeker onkruid, dat in 't gras groeit, als 't uitgebloeid
is. Hij is droog en wit, wit als wol, en kan rollen als
een bal en vliegen als een vogel.
„Ik kan net zoo hard loopen als jij", zei Hazekind.
„Ik kan precies doen, waar 'k zin in heb en nu wil
ik jou- pakken!"
Weg rolde Pluimbal, ver ver ver
Daar ging Hazekind, hop hop hop
Maar juist toen hij hem bijna had gepakt, kwam
Wind onder Pluimbal.
Toen vloog Pluimbal door de lucht, als een vogel
en Hazekind sprong telkens op om hem te grijpen:
hoepla, hoepla, hoepla, hoep!
Rol-om-en-om, vlieger-de-vlieg, ging Pluimbal en
springer-de-spring, hopper-de-hop ging Hazekind tot hij
niet meer kon en zijn pootjes hem pijn deden.
Hij wou een beetje uitrusten, maar daar kwam Man
aan en Hazekind rende naar een holletje onder de
hoornen; o, wat wou hij graag, dat hij maar weer
thuis was.
Hazekind wou nu zien, dat hij weer thuis kwam,
maar o, daar hadt je Hond. Hij wist maar niet, hoe
gauw hij onder een afgebrokkeld stuk muur zou krui
pen; o, wat wou hij graag, dat hij maar weer thuis was.
Toen Hond weg was, kroop hij er onder uit en wou
zien, dat hij thuis kwam, en hij rende, rende, rende.
Maar op eens zag hij Havik hoog in de lucht.
Hazekind verstopte zich gauw in de struiken, en o,
wat wou hij graag, dat hij maar weer thuis was.
Toen Havik nergens meer te ontdekken was, kroop
hij er uit en daar ging juist Pluimbal voorbij.
„Ik kan,je niet pakken en ik wil 't ook niet,", zei Haze
kind, maar de wind blies nu zacht en Pluimbal ging
rol-om-en-om-en-om, heel, heel langzaam, en Hazekind
hompelde mee, hompelde-hompelde-homp, want, och.
zijn pootjes deden hem zoo'n pijn.
't Duurde niet lang, of hij zag zijn thuis.
Hazekind liep zoo hard, als een haasje met pijnlijke
pootjes, maar kan loopen en weldra was hij er en
kroop dicht tegen zijn Mama aan.
„Ik hen niet zoet geweest, Mama", fluisterde hij haar
in het oor. „Wees dan nu zoet", zei zij.
„Ja, dat wil ik wel", antwoordde Hazekind en toen
zei hij: „maak me niet wakker," en hij deed zijn oogjes
dicht en lei zijn oortjes in zijn nek, en toen hielden
ze alle drie een middagslaapje.
Er lag eens aan den kant van den weg een zware,
molensteen in het gras. Daar kwam een toovenaar
aan. Hij was vermoeid en ging op den molensteen
zitten, om wat uit te rusten.
Toen hij weer opstond, zei hij: „Die rust heeft
mij goed gedaan. Als je ooit wat te vragen hebt,
molensteen, dan roep je me maar".
„Help me dan maar dadelijk", zei de molensteen.
„Ik ben aan beide kanten plat, en dat bevalt mij niet.
Ik zou graag een poot hebben om op te staan."
„Goed" zei de toovenaar en hij veranderde den
molensteen in een ronde tafel met één poot.
Drie dagen was de tafel tevreden.
Toen zag ze een kievit loopen. Dat ging er van
langs. Kon ze dat óók maar!
„Toovenaar!" riep ze, „ik zou graag twee pooten
hebben".
„Best!" zei de toovenaar, en hij veranderde haar in
een ooievaar. De ooievaar stapte vroolijk langs de
slooten, maar doordat hij niet van jongs af aan ge
woon was aan twee pooten, sloeg hij nu eens achter
over op zijn rug, dan weer voorover op zijn neus.
„Toovenaar!" riep hij, „geef mij toch drie pooten!
Ik vind twee pooten zoo lastig".
„Best!" zei de toovenaar en hij veranderde hem in
een schoenmakers driestal.
Nu stond hij stevig. Maar het beviel hem niet,
dat hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat den
schoenmaker moest dragen. En dan daarbij: als de
schoenmaker eens uitging, nam hij het hondje met
zijn vier pooten mee en de driestal kon thuis blijven.
„Ach toovenaar!" riep de driestal, „ik zou zoo graag
vier pooten hebben
„Akkoord!" zei de toovenaar en hij veranderde den
driestal in een paard.
Dat was een leventje van pleizier. Draven, galop-
peeren, vroolijk hinniken. Maar 't was zomer en 't
was warm. En het paard werd vreeselijk geplaagd door
vliegen, door horzels. Ja, zelfs door wespen. Al die
zespootige plaaggeesten maakten het paard zóó wan
hopig, dat het dacht: „Wat heb ik nu aan mijn vier
pooten? Zij met hun zes pooten zijn mij de baas".
En weer riep hij: „Toovenaar! Ik zou graag zes
pooten hebben",
„Mij goed!" zei de toovenaar en het paard werd
een mug.
De mug zwierde vroolijk rond, vooral 's avonds,
maar daar zag ze tot haar schrik, hoe een andere
flinke groote mug gepakt werd door een hooiwagen,
zoo'n ronde spin, die snel als de wind met haar acht
lange, dunne pooten op de rustig zittende mug afschoot,
haar greep en levend verslond.
„Zes pooten is nog niet genoeg", dacht onze mug
en zij aan 't roepen:
„Toovenaar! Zou ik alsjeblieft acht pooten mogen
hebben?"
„Wel zeker!" zei de toovenaar en hij veranderde
de mug in een dikke kruisspin.
En ze weefde een web in den tuin tusschen de
takken der frambozen. Toen het klaar was, ging ze
er middenin hangen, met den kop naar beneden. Nu
konden ze komen, de muggen, de vliegen, de motjes!
Terwijl ze zoo hing, zag ze onder zich op den grond
een smal bruin, langwerpig insect loopen. Een duizend
poot was het. Hij liep als een haas. Hij achtervolgde een
worm; die kroop wat hij kon, maar de duizendpoot
haalde hem in, viel hem aan, en maakte hem dood.
De overwinnaar had wel geen duizend pooten, maar
hij had er toch twee en dertig.
„Dat is knap werk", dacht de kruisspin. „Die dui
zendpoot kan zijn prooi vlug vangen en hij heeft
heelemaal geen web noodig
„Toovenaar!" riep ze, „ik zou zoo graag een duizend
poot zijn".
„Ga je gang", zei de toovenaar, en daar liep de
nieuwe duizendpoot al, loerende op alle wormen, die
zich boven den grond zouden wagen. Twee en dertig
pocrten stonden hem ten dienste. Hij zag geen enkel
wormpje, en daarom kroop hij onder een steen. Daar
verschuilen zich de wortnen dikwijls.
Wat zag hij daar?
Daar lag een klein geelachtig bolletje, dat zich ont
rolde, toen de duizendpoot het even met de sprieten
aanraakte. Het diertje was veel dunner, maar het was
wel tweemaal zoo lang als de duizendpoot. En een
pooten, dat hij had! De duizendpoot, die dacht, dat nie
mand meer pooten had dan hij, zag wel, dat die vreem
deling het ver van hem won.
„Wie ben je?" vroeg hij.
„Een millioenpoot".
„Hoeveel pooten heb je?"
„Twee en zeventig".
„Bestaan er dieren, die neg meer pooten hebben?"
„Neen", zei de millioenpoot. „Ik heb de meeste van
allemaal".
Dan wil ik er ook zooveel hebben", zei de duizend
poot. En hij aan 't roepen.
„Toovenaar! Ik zou zoo graag een millioenpoot zijn".
BUREAU
BLOEMEN
ABONNEM
„Wees het!" zei de toovenaar en de nieuwbakken
millioenpoot deed, zooals de andere millioenpooten.
Hij zocht een vochtig plekje op, onder een steen en
rolde zich in. Als het donker werd, zou hij zich ont
rollen en dan zou hij voedsel gaan zoeken, 't Was
overdag te gevaarlijk in den tuin, want dan wemelde
het van vogels en die loeren op alle mogelijke insecten.
De millioenpoot had nu den tijd, en hij overdacht,
wat hij zoo al geweest was:
Géén poot molensteen. t\
Eén poot een ronde tafel.
Twee pooten een ooievaar.
Drie pooten een driestal.
Vier pooten een paard.
Zes pooten een mug.
Acht pooten een spin.
Twee en dertig pooten een duizendpoot.
En nu:
Twee en zeventig pooten een millioenpoot!
Prachtig! Prachtig! Van nul pooten tot twee en
zeventig pooten! Met een beetje hulp kon je het toch
ver brengen in de wereld. Maarwat kreeg hij een
kramp in poot nummer veertien! en ook in poot num
mer acht en zestig! En in nummer zeven en dertig!
En in acht en twintig! Hij begreep al wat het was.
't Was rheumatiek, opgeloopen in dat natte verblijf
onder dien steen.
Maar dan moest hij er onder vandaan gaan. Ja
dat was veel te gevaarlijk. De vogels!
Auw! Daar begonnen weer een paar pooten te ste
ken. Hij wist niet meer welke, hij was de tel kwijt. Zou
hij zoo'n pijn krijgen in alle twee en zeventig pooten?
Dat was niet om te dragen! Die rheumatiek! Die rheu
matiek!
Hoe heerlijk waren dan zijn molensteenjaren! Toen
had hij nooit pijn. Auw! Auw! Auw!
„Toovenaar!"
„Hier ben ik!"
„Och, zoudt u mij alsjeblieft weer in een molensteen
willen veranderen? Ik beloof u, dat ik u nooit weer
wat vragen zal".
„Ook al goed!" zei de toovenaar en de millioenpoot
werd weer een molensteen, die aan den kant van den
weg in het gras lag.
„De wandelaars gingen dikwijls op den steen wat
uitrusten; 't was daar zoo'n mooi zitje.
En als soms iemand bij het heengaan zei; „Dag
molensteen! Tot wederdienst bereid!", dan zweeg de
molensteen en hij dacht; „ik vraag niets, want ik weet
bij ondervinding, dat alle verandering nog geen ver
betering is".
'■I.IUUII,IUUI„IW|I„1UIII„II1HI..II[
worden nooit passé
tonen. Met eenige
terwijl U het orgi
dag tienvoudig in
kleine bedragen c
termijnen. II' vindt
ipark 60 —62 en 6-i
van uitstekende
BETAALT ER
I HAARLEU
^n,,iiHi,n|p|l,,p,i|HB"|inBll|ii
Wegens de vacz
maand Augustus
WEET
Wij zalen heel alleen.
De ..ee een klagelied
Tin om ons heen was
De hemel was veel sl
En Gij, o lief! waart
Wij zaten maar getwt
Was wonderstil en v<
En om ons heen woe
Van 't verre-klagend,
Wij waren als twee li
Die samenstegen tot e
Wij waren als het sa;
Dat aan liet strand zi
Uw blonde haar viel
Rondom mijn stille hoe
Uw teedre hand aan
Zoo waren wij twee i
Uit: „De Tempel".
BL(
Onthulling van hel
W
In tegenwccrdighc
waarbij werden opgen
van het dagelijksch 1
de gemeente Bloeme:
leden der Haarl. Or
Nico Gerharz, werd c
het Wilhelminaduin
huid.
De vereeniging Blo
toestemming om de
genoemde vereeniginc
naar het Julianaduin
Kopje ruimte kwam v
bestaat uit een een\
tevens dienende als
Teitsma te Bloemenc
jongen Bloemendaa
Kempen.
Allereerst werd bi
gesproken docr den
den Toeristenbond v
Deze sprak ongeveei
„Wat leven wij si
Hoe vergankelijk i
Dat is het wat mij
bond voor Nederlanc
stijgt.
Wel klinken deze
thans zeker vreemd
een monument hebbi
Bram Koolhoven ter
populariteit, een poj
voudige vermelding
wezen om den volke
nument te zeggen h(
Niettemin, wanne*
eens beteekende voc
alom bekende, bemii
meester van den ooi
zijn hooge gestalte, 2
zijn enorme werkkra»
land door en toch bij
onder de tienduizenc
zich zelfs ook maai
man, die zoo enorn
bloei, tot vestiging
Dit moge ons wee
opmerken. Toch, he
mocht ook zijn naan:
de bestemming die h
zijn lof verkonden,
doet wat hij gewild
vult de taak die hij