WEEK-AGENDA PLAATSELIJK NIEUWS HENNY MULLER UITGAAN INGEZONDEN MUZIEK 1U BOEKBESPREKING IJSENI KOFF1 THEE Uitve w Smoking - Costuums Plein 35 BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN ADVERT Inver bespo lage p Zondag 8 Januari, Gemeentelijke Concertgebouw: H.O.V. Matinée, 2.30 uur. Stadsschouwburg: Gijsbrecht van Aemstel (Vondel's treurspel). 2 uur. De Olympiade-candidaat. 8 uur. Maandag 9 Januari. Stadsschouwburg: „De meneer van 5 uur", 8 uur. Dinsdag 10 Januari. Stadsschouwburg: „De Vrek", 8 uur. Gem. Concertgebouw: Kon. Liedertafel Zang en Vriendschap. Concert. 8 uur. Woensdag 14 Januari. Stadsschouwburg: „Else Maus als gast in Joh'n Marley". Gem. Concertgebouw: Haarl. Volksuniversiteit, film avond. Donderdag 12 Januari. Stadsschouwburg: „Kent U mijn vrouw", 8 uur. Gem. Concertgebouw: Vereen, tot bev. der gezondh. i. d. Grafische vakken, filmavond. Ned. Vereen, voor Huisvrouwen, vergadering, (zijzaal). Vrijdag 13 Januari. Gem. Concertgebouw: Polyhymna-concert. Bioscoopvoorstellingen. Concertgebouw Modern, optreden van verschillende artisten. BLOEMENDAAL. Aangehouden. Door de politie alhier is aange houden, zekere de G.f die op Vrijdag, 4 October ten madeele van een inwoner dezer gemeente een fret had ontvreemd. De eigenaar had de huid van dit beest herkend bij een opkooper, die dit had gekocht van de G„ welke beweerde de fret gekocht te hebben op een 'advertentie. Het beest was gestorven en hij had nu de 'huid maar ten gelde gemaakt. De politie vond het beter óm maar proces-verbaal op te maken, zoodat de verdachte er wel meer van zal hooren. Aangehouden. Alhier is op de Iepenlaan door de politie aangehouden zekere v. D., zonder vaste woon plaats, welke in het Algemeen Politieblad gesignaleerd stond om nog een gevangenisstraf van zes weken te .ondergaan, wegens het stelen van een geweer te Bloe- mendaal. Na verhoord te zijn op het bureau te Over- veen, werd hij naar het Huis van Bewaring te Haar lem overgebracht. Ongeluk met het sleden. Bij het sleden vanaf de Hooge Duin en Daalscheweg heeft er de vorige week nog een ongeval plaats gehad. Een logé van den heer V. kwam met het sleden terecht tegen een hek op den hoek van den Midden- en Hoogen Duin en Daalscheweg. Hij kreeg een wond aan het achterhoofd "en kon, na verbonden te zijn, weer naar huis terug. De geramde spoorboom aan den overweg Klever laan. Zooals de dagbladen reeds publiceerden, is er de vorige week Vrijdagavond een automobilist, die met de onhebbelijke situatie daar ter plaatse niet bekend was, met zijn auto komende uit het Kinheim- park tegen een spoorboom gereden, daar de spoor- boomen waren gesloten. De chauffeur zag dit op enkele meters afstand en kon zoo spoedig niet meer - stoppen, zoodat een botsing er het gevolg van was. De boom knapte geheel af en< kwam op de rails terecht. Dank zij het vlugge optreden van de wachters, kon de boom nog bijtijds vóór den naderenden trein verwijderd worden, anders had deze botsing misschien ernstigere gevolgen gehad. Er werd gedurende eenige dagen voor afsluiting gezorgd door middel van een ketting. Thans is er weer een nieuwe boom voor in de plaats gekomen. 't Zal bij deze eene botsing niet blijven, want de verlichting is er zeer gebrekkig, zoo zelfs dat niet alleen automobielen, maar ook wielrijders bij avond voortdurend last hebben van de duisternis daar ter plaatse. En het publiek tobt maar geduldig voort Door een hond aangevallen. - Zaterdagmiddag werd de heer T. op den Noorder Stationsweg aange vallen door een herdershond van een familie daar woonachtig. De aangevallene kreeg drie beten in de linkerarm. Na door Dr. Beusekom te zijn verbonden, kon hij zich naar zijn woning begeven. De schade aan kleeding enz., wordt door den eigenaar van den hond vergoed. Korte Kleverlaan 26 Telefoon 22861 Met goud bekroond Van een ladder gevallen. Woensdagmorgen is een tuinman aan de Slingerweg van een vrij hoogen ladder gevallen. Hij klaagde o.m. over hevige pijnen in den rug. De inmiddels ontboden geneesheer, Dr. de Groot te Heemstede constateerde, dat de linkerpols gebroken was. De tuinman werd na verbonden te zijn naar het St. Elisabetsgasthuis te Haarlem overgebracht. OVERVEEN. Twee jubilarisen. Deze week herdachten de hee- ren P. H. Bos en H. Dames, den dag, waarop zij respec tievelijk 30 jaar en 25 jaar collectanten waren in de parochiekerk van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen Alhier. Ter hunner intentie werd door pastoor C. van Niekerk een H. Mis opgedragen, waaronder een alge- meene H. Communie plaats had van leden van het Collectanten-college. Nieuwe Tennisbanen bij het Kennemer Lyceum. Bij de stichting van het Kennemer Lyceum aan het Aariaan Stoopplein te Overveen-Bloemendaal had het bestuur van het Lyceum gelegenheid de hand te leggen op terreinen benoorden het nieuwe schoolgebouw en Stoop's bad. Dit waarborgde vrije ontwikkeling van de school en vooral ook rust voor het schoolwerk in de toekomst. Menig schoolgebouw, dat aanvankelijk vrij lag, is in den loop der jaren door ingebouwd wor den, tramaanleg enz., ernstig in waarde gedaald. Het bestuur van het Kennemer Lyceum heeft nu be sloten op het terrein naast het schoolgebouw, benoor den daarvan, een viertal tennisbanen te doen aan leggen, die in de schooluren, voor de openluchtlessen, ter beschikking van het Lyceum zullen zijn, in de uren daar buiten zullen worden verhuurd, zooveel mo gelijk echter aan personen of groepen van personen, die met het lyceum in verbinding staan ouders, oud leerlingen, enz. Het banencomplex zal bereikbaar zijn door middel van een te bouwen brugje aan den Noord westelijken hoek van het schoolterrein, alwaar fietsen berging, waschgelegenheid, enz. aanwezig is. De banen worden gelegd door de N.V. Werninks Tennisvloeren te Leiden, dezelfde firma, die de 2 banen in het nieuwe Stadion te Amsterdam heeft ingericht. Zij zullen dezen zomer gereed zijn. Voor de leerlingen van het Lyceum opent deze aan leg, nu door een overeenkomst met het naburige Stoop's bad sedert den nieuwen cursus ook het zwemonderwijs in het schoolprogramma is opgenomen, de gelegenheid alle takken van sport in de schöoluren te beoefenen. H. D. AERDENHOUT. Aanrijding. De vorige week Vrijdagmiddag om streeks 12 uur had er een ernstige aanrijding plaats op de Van Stolberglaan hoek Westerlaan, die geluk kig zonder persoonlijke ongelukken afliep. Dr. van W., arts te Haarlem, reed met zijn auto op de Van Stol berglaan in de richting Overveen. De heer de B., garagehouder alhier, reed met zijn auto op de Wester laan richting Aerdenhout. Van W. reed links en zag de B. schijnbaar te laat. Deze, de botsing willende voorkomen, maakte een bocht naar links, terwijl de W. die dit niet begreep naar rechts reed. Toen was een botsing onvermijdelijk, met het gevolg, dat beide auto's zoo ernstig werd beschadigd, dat ze moesten worden weggesleept. De politie maakte van een en ander proces-verbaal op. HAARLEM. Verplaatsing Rijwielzaak A. J. van Straaten, van Kopstraat naar Zijlweg hoek Duvenv.straat. In ver band met de verplaatsing van deze zaak, maken wij orize lezers opmerkzaam op de nieuwe inrichting van bovengenoemde Rijwiel- en Radiohandel. In de ruime winkel is plaats voor een flink aantal rijwielen; we zagen er verschillende merken. Ook op Radiogebied is veel nieuws te zien Achter de winkel is de werk plaats, waarvan den ingang is aan de Duivenvoorde- straat. De groote winkelruiten zijn .voor deze zaak een flinke reclame en de étalageruimte is zoo groot, dat er verscheidene rijwielen in kunnen worden ge plaatst. Wij hopen dat het voor den heer Van Straaten een goede verandering zal blijken te zijn. Heeren Modemagazijn A. J. Ophuijsen, Santpoort straat 55. Het Kleverparkkwartier is weder een mooie zaak rijker geworden door de vestiging van het Heerenmodemagazijn van den heer Ophuijsen. Jaren gevestigd in de KI. Houtstraat, heeft de eige naar zijn zaak verplaatst naar de Santpoortstraat. Het winkelhuis ziet er keurig verzorgd uit; voorzien van mooie betimmering en een moderne étalagekast, doet het alle artikelen zeer tot hun recht komen. Wij maken onze lezers nog opmerkzaam, dat aan deze zaak verbonden is een Dames- en Heerenkleermakerij. Wij wenschen den heer Ophuijsen met zijn nieuwe zaak een goed succes. Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap". De Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap" geeft op Dinsdag 10 Januari een concert ter herdenking van den lOOsten sterfdag van Frans Peter Schubert, met medewerking van Betsy van BreemenSchrik (viool) te Amsterdam en Emmy van Eden (Eere-lid) aan den vleugel. BUiTEN VERANTWOORDING DER REDACTIE Geachte Redactie, Verzoeke beleefd voor het onderstaande een plaatsje in het eerstvolgende nummer van uw veelgelezen blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Een onbegaanbaar stukje trottoir! Wie ontfermt zich eens over het korte eindje voet pad tusschen ingang Kinheimpark en spoorwegover weg aan de Kleverlaan. Woensdagochtend met den krachtigen dooi, was het geheel onbegaanbaar en met droog weer is het zoo hobbelig en hard, dat menschen met gevoelige voeten of dames met hooge hakken er ook geen gebruik van kunnen maken. En toch is dat korte zijwegje op momenten, dat tal van fietsrijders, auto's en voertuigen van allerlei soort na het openen der spoorwegafsluitingen zich verdrin gen, voor voetgangers dringend noodig om het gevaar van d.en overgang zooveel mogelijk te ontgaan. Met enkele karrenvrachten zand, schelpgruis of sintels is het ongerief te verhelpen. Uw abonné, P. Naschrift van de Redactie. Als er zich iemand over bedoeld stukje voetpad zal ontfermen, zal het de gemeente wel wezen. Particulieren zullen er o.a. geen moeite voor doen. 't Zou trouwens dwaasheid zijn, want de gemeente is zulks verplicht. Maar, zooals u wellicht weet, 't is juist het punt, waar onze gemeente zich liever niet mee bemoeid. Want er is daar meer op te knappen als hetgeen door u wordt bedoeld. De entrée van Bloemendaal geeft daar al een zeer armoedige aanblik, vooral nu het Haarlemsche gedeelte van de Kleverlaan sinds kort aanmerkelijk is verbeterd. We kunnen alleen maar hopen en wachten. 4 W - r- WORDT OflOVFKTROFFFPI GEPEPAEFERE EER3TE NEE. VULCAriliEER-iriRICHTinG FWriA J. LETKHERT O TOLSTRAAT 01 04 AMSTERDAM TELEF00H 25167 BEUKSTRAAT l HAARLEM TELIFOOPI 10402 SWnOTÖDLEin 10-11 HILVERSUM TELEfOOM 656 phonie van César Franck, een klank- en kleurrijk werk, zeer dankbaar uitgevoerd door het Amster- damsch orkest, dat weer blijk gaf, niet voor niets een wereldnaam te bezitten en beroemd te zijn om zijn bijzondere accenten en klankeffecten, 't Was een prachtige avond. ELSA VAN DEN BOSCH. 4c Concert der „Bach"-Vereeniging te Haarlem. Het Amsterdamsche Orkest, onder dirigentschap van Pierre Monteux, die Dinsdagavond weer voor 't laatst van dit seizoen het podium der Gemeentelijke Concert zaal betrad. Als ouverture speelde men „die Fingalshöhle" van Mendelssohn-Bartholdy, een frisch en prettig muzikaal werk, één van de betrekkelijk weinige werken, waaraan Mendelssohn-Bartholdy, een frisch en prettig muzikaal en zijn „Sommernachtstraum" toch zeker niet het land zal gehad hebben. Daarna liet de solist, de neger-tenorzanger Roland Hayes, zich in drie werken vóór de pauze hooren, n.l. in de Aria uit de opera „Semele" van Handel, in een aria uit „La Calanuta Cuori" van Galuppi en in „La Fuite en Egypt" uit het oratorium ,.1'EnfanceduChrist" van Berlioz. Het eerste werk zong Hayes in 't En- gelsch, de andere in 't Italiaansch en in 't Fransch. Opmerkelijk was hoe zuiver en mooi zijn uitspraak was en hoe goed H. de verschillende componisten be greep en hun werken wéérgaf. Groot van volume is zijn stem niet, doch munt uit door fijnheid en vooral in „Ie Calanuta Cuori" was zijn bijzonder solto voce te bewonderen. ,,1'Enfance du Christ" oogstte zóón applaus, dat orkest en solist zich lieten bewegen het nog eens te spelen en te zingen. Na de pauze bracht het orkest nog de d-moll Sym- Avond-Concert voor Leden der H.O.V. Soliste Sepha v. Beinum—Jansen. Daar het deze keer een geheel Beethoven-pro gramma was, zette men in met de „Coriolan"-ouver- ture. Evenals de „Pastorale"-symphonie, die als werk na de pauze werd gegeven, is het altijd weer voor iedereen gemakkelijk te begrijpen muziek. Van de „Pastorale" spreekt zeker het „Sturm und Geurther", wel het meest tot den toehoorder. De „Szène am Bach" is velen in onzen tijd wat te uitgesponnen. Misschien had het tempo (Andante molte mosso) iets vlugger genomen kunnen worden. Sepha van Beinum speelde het prachtige rijke over bekende vioolconcert in D, zooals men weet het eenige dat Beethoven voor den violist Clement geschreven heeft. Het ware te wenschen, dat het tweede concert in C óók voltooid ware geworden; er zijn slechts losse schetsen van gevonden. Het „Allegro ma non troppo" met zijn vijf hoofdthema's speelde de violiste breed, rustig zuiver. Onmiddellijk trof de zuiverheid der octaven van het dominante septiem accoord, waar mede het eerste deel na het voorspel van het orkest inzet. Ook klonk de cadenz mooi en duidelijk, en het geluid van het instrument, dat de violiste naar ik hoorde, slechts kort bespeelt, droeg goed de zaal in. Het wil .mij toeschijnen, dat de flageoletten niet altijd gemakkelijk aanspreken op deze viool: overigens is de kwaliteit van de toon over 't geheel goed. Het Lar ghetto uit het vioolconcert eigende zich bijzonder voor dit instrument; het pittige Rondo werd door violiste en orkest frisch voorgedragen. Sepha van Beinum, die óók voor Haarlem en omstreken lang geen onbekende is, mocht zich met man en orkest in eenovatie en mooie bloemen verheugen. De Ledenmatinée van 15 Januari brengt óók een bijzonder mooi programma met George Robert als solist. Niet minder als vier (voor het orkest) nieuwe werken brengt van Beinum dan naar voren. We twijfelen dan ook niet, dat de zaal wederom flink bezet zal zijn en dat de H.O.V. als loon voor haar harde en opgewekte werken véél nieuwe leden zal mogen werven! ELSA VAN DEN BOSCH. Speciale aanbieding Zijde gevoerd £CC 80.-, f 60.-en Een proeve van Eerste klas Engelsch Kleermakerswerk tegenover de Tempeliersstraat Telefoon 11265 Haarlem HERPLAATSING WEGENS MISSTELLING ,,Dat moet geboet worden", door Martin Andersen Nex0, geautoriseerde vertaling door Cl. Bienfait. Ingen. 2.90, géb. 3.90. Uitgave: Van Holkema Warendorf, Am sterdam. Anderson Nexö,. beschrijver van het kind en van de natuur. In dit boek komen beide tot uiting in hun mooiste vorm. Het is de geschiedenis van een boete doening en de man, die boet, zien wij, als wij de eerste pagina van het boek gelezen hebben, duidelijk voor ons. Opgegroeid in een ongelukkig milieu, heeft hij zijn jeugd doorgebracht, staande tusschen zijn vader en zijn moeder, terwijl hij sterker indrukken kreeg dan iemand vermoedde. Waarom kon vader niet hebben, dat je hem in de oogen keek, en moeder wel? Hij had daar het eerst, aandacht aan geschonken, omdat de hond het ook niet kon verdragen. Als eenig kind had' hij het dienstmeisje benijd, dat ze 's avonds haar broer op visite kreeg en hij had gezien, dat hij de armen om haar heen sloeg. Waarom mocht hij dat niet vertellen? Het probleem werd nog grooter, toen hij op een goeden dag ontdekte, dat ze twee „broers" had. Als hij in een warmen zomer met zijn moeder naar buiten gaat, gaan bewondering en verbazing hand aan hand. De bloemen en vogels bren gen zijn kinderhart in verrukking, maar wat hem vooral bezighoudt is: hoe ze witte melk kunnen melken uit zwarte koeien. Kort na hun terugkeer in de stad, wordt moeder ziek, ze gaat naar het ziekenhuis en keert niet terug. Vader en moeder leven gescheiden. Soms ziet hij moeder aan school, maar hij merkt dat vader het onaangenaam vindt. Later schaamt hij zich, wijl hij zich eens vernederde door iets onaardigs te zeggen van moeder, enkel om vader pleizier te doen. Pas als hij zestien is, gaan de oogen hem open en vlucht hij naar zijn moeder, die hij terugvindt als een droevig wrak, gevolg van de zonde van zijn vader. Na enkele jaren sterft zij, hij beëindigt snel zijn studie in de rechten en neemt ergens buiten een volontairse plaats aan. In dien tijd leert hij een jonge vrouw ken nen; zij krijgen elkaar lief en hij beleeft den geluk kigsten tijd van zijn leven tot hij door een enkele daad al het schoon vernietigt. Hij is de zoon van zijn vader! Angstig heeft hij zichzelf bij hem vergeleken, gespeurd of hij ook maar de geringste overeenkomst met hem kon ontdekken, en dan plotseling, door zijn ontrouw, verstoort hij de idylle van zijn liefde. De jonge vrouw zal zijn ontrouw niet overleven, zij verdrinkt zich in den boschvijver. En de jonge man sleept zijn gebroken leven voort en boet. ,,Een hel op aarde", door Guido de Verona, geautoriseerde vertaling door Chr. Moresco- Brandts. Ing. 2.90, geb. 3.75. Uitgave: Van Holkema 6 Warendorf, Amsterdam. Miquël, een vijftig-jarige avonturier, huwt met een veel jongere vrouw, die haar stiefdochter Ivona bij zich heeft. Miquël zelf heeft een aangenomen zoon. Deze jonge man wordt hartstochtelijk verliefd op zijns vaders vrouw en tusschen hen beide ontstaat een ver houding tot groote jaloezie van Ivona. Tusschen de twee jonge menschen is een teedere liefde opgebloeid en Ivona, bang haar geliefde af te moeten staan aan haar stiefmoeder, deelt Miquël de ontrouw van zijn vrouw mede. Deze aarzelt geen oogenblik, maar zijn vrouw en zoon samen verrassend, doodt hij de eerste en jaagt de tweede zijn huis uit. Ivona volgt hem en de twee jonge lieden vertrekken naar Zuid-Amerika, waar zij zich aansluiten bij een groep van goud-zoekers. Zij trekken allen, door een Engelschman aangevoerd, met sleden, honden en tenten het land in op zoek naar goud, Het geluk dient hen ziet en overvallen door den barren winter moeten zij kampeereren in hun tenten en leven van wat de jacht hen opbrengt. De leider komt door een ongeluk om 't leven; een Spanjaard sterft aan scheurbuik, zijn vrouw volgt hem spoedig. De overgeblevenen trekken verder en in de donkere dagen en nachten vertellen zij elkaar hun levensloop, die gaat tusschen avonturen en misdaden. Door koude en schaarschheid aan voedsel komen zij stuk voor stuk om, tot slechts Ivona, haar vriend en een Patagoniër overblijven. Zij bereiken de streek, waar ze het goud vinden, maar Ivona zinkt uitgeput inéén. De Patagoniër laat hen in den steek. Dan komt Miquël, die een karavaan heeft uitgerust, •veneens naar de goudvelden toe. Zijn mannen ont dekken Ivona en haar liefste, neergezonken in de sneeuw. Zij willen hen redden, maar Miquël hen her kennend, geeft het sein voort te trekken en het paar in den steek te laten. Dit is zijn wraak. De beide men schen sterven dien nacht, door de sneeuw bedolven. Ontvangen Boeken. „De kinderen van Heckendam", door Marie Diers; prijs ingenaaid 2.50, in prachtband 3.50. Uitgave A. G. Schoonderbeek, te Laren. De strijd des levens bleef de personen die in dit boek worden beschreven, niet vreemd. Reeds vroeg verloren de kinderen van Heckendam hun ouders en moesten voor zichzelf zorgen, de ouderen kregen de zware taak op zich om ouderlijke plichten te vervullen zonder ouderlijke autoriteit te bezitten. Een fijn be schreven boek waar veel uit te leeren valt; het is een greep midden uit het leven, het is een boek dat opheft, en iemand verbeteren kan. Met veel genot kan men dit lezen, de naam 'van den schrijver waarborgt zulks reeds. „De Huizen van Ohlenhof", door Hermann Löns, vertaling van J. J. Musschenhage, illustraties van Sj. Kuperus. Uitgave: A. G. Schoonderbeek, Laren. Herman Löns geeft in dit fraai geschreven boek verschillende verhalen weer welke in dezelfde plaats voorvallen. Het zijn ondér meer karaktertypeeringen van personen, die in Ohlenhof zich vestigden en ken nis maakten met de dor'psche bekrompenheid, of van menschen die in deze plaats werden geboren en groot gebracht doch door 's levensslaap de aandacht trok ken van de kleine omgeving. We laten hieronder zulk een beschrijving volgen van „De Dieshoeve". Tegenover de nieuwe herberg, maar zoo ver van den straatweg af, dat men de gebouwen maar net kan zien, ligt de Dieshoeve, de grootste boerderij van Ohlenhof. Van het anderhalf dozijn gebouwen, die er onder de zevenhonderd eiken van 't erf staan, hebben de meesten nog strooien daken. Een van de schuren, waarvan de eikenplanken zoo grijs als oud zilver en zpo hard als been zijn, staat er nog uit den tijd vóór den Dertigjarigen Oorlog; de vier gaten in den gevel zijn nog afkomstig van de kogels eener rondtrekkende' bende van Tilly. Het woonhuis is nog heelemaal in den ouden stijl gebouwd, alleen is er voor jaren een schoorsteen opgezet; maar de ouderwetsche schouw met de groote paardekoppen aan de einden der bal ken werpt thans nog zijn reusachtige schaduwen op de deel en in zijn steenhard, roetkorst, zoo blank als staale weerspiegelt zich het open haardvuur. Het is een hard slag volk, dat op de hoeve woont. De mannen werken veel, drinken weinig en spreken heelemaal niet; ze bevelen alleen maar. Hun neuzen zijn recht, hun oogen koel, hun lippen vormen een scherpe lijn, hun knoken zijn geweldig sterk en hun handen reusachtig. De overgrootvader van den boer heeft als jonge man in 't veen een landlooper, die hem aanviel, met één greep gewurgd. De vrouwen hebben altijd veel geld en sterke beenderen gehad. Van de Dieshoeve heeft Duitschland flinke menschen gekre gen: één generaal, vier geestelijken, een beroemden anatoom, allemaal, allemaal mannen van de daad. Want ook de geestelijken waren mannen van de daad, hun woorden vielen als donderslagen van den kansel, en één van hen heeft in tien jaar tijd uit een aan den drank verslaafde gemeente een fatsoenlijk dorp gemaakt, deels met Gods woord, deels met zijn boe- renvuist. Nu nog vertelt men in zijn dorp van een woeste vechtpartij op een Zaterdagavond, die zoo erg werd, dat de waardin in haar angst naar den dominé liep. Die ging in z'n hemdsmouwen met haar mee, sprong midden in het kluwen van dronken kerels, sloeg ze naar alle hoeken uit elkaar, gooide de jenever van de tafel en joeg ze naar bed. Toen hij stierf, huilden die genen het meest, waarop zijn woorden en zijn vuisten het zwaarst waren neergekomen. Zij zijn heel hard, de mannen van de Dieshoeve men vertelt van hen, dat ze hun zwakke kinderen niet laten groot worden. Ze hebben allemaal bij de garde gediend. En toch leeft er op de hoeve een man, die niet hard is. Hij heeft het gezicht van de Diesboeren en heeft het ook weer niet, want zijn trekken zijn' fijn en zijn oogen zijn als die van een kind. Dat is oom Hein. Wie is oom Hein? Oom Hein is oom Hein, verder niets. Hij loopt op pantoffels, wat anders geen enkele Diesboer doet, hij helpt aardappelen schillen, alsof hij een dienstmeid was, hij slooft zich uit met de kinde ren, hij draagt ze in de zon, hij brengt ze naar bed. hij waakt bij ze, als ze ziek zijn en hij vertelt ze ver haaltjes, zonderlinge verhaaltjes, die Homerus eens in verzen neerschreef en waar Herodotus woorden voor vond. Als hij ze in slaap zingt, zingt hij de hexameters van Homerus en maken ze hem kwaad, dan scheldt hij in 't Grieksch of Latijn. Zondagsmiddags zit hij in 't prieel of 's winters op zijn kamer en leest in de geel geworden boeken, die hem van Odysseus of Ajax vertellen en van de' zeden der Nubische volke ren, die Herodotus voor ons bewaard heeft en dat gene, wat Tacitus over de oude Germanen heeft ge schreven. Hij leest het, maar hij begrijpt het. niet. Hij leest het Grieksch en Latijn vlotweg, maar de beteekenis ervan is hem ontgaan. Hij haspelt datgene, wat de dominé van den kansel spreekt met de gestalten van Homerus door elkaar en maakt daar verwarde ge schiedenissen van, hij laat Petrus Hektor verslaan en de schoone Helena het hoofd van Christus met koste lijke olie zalven. Meestal zijn z'n oogen goedig en vroom; alleen als de Meimaand komt, kijken ze koud en hardvochtig en wekenlang praat hij dan alleen met vrouwen en kinderen. Want in Mei was het, toen z'n vader hem voor 't gymnasium opwachtte ten tegen hem zei: „Ik heb je van school genomen; Johan is dood; hij heeft zenuwkoorts gehad. Je boeltje is al in 't rijtuig, .ik heb. 't van den dominé gehaald. En nu gaan we eten." Heinrich was daarmee erfgenaam van de hoeve ge worden, want de wet op de Diesh'oeve luidt:: „De oudste wordt erfgenaam van de hoeve; de tweede zoon studeert, de derde trouwt op een boerderij." De eerste nacht lag Heinrich slapeloos en dacht aan zijn boeken en dacht aan den kansel, waarop hij zich in gedachten al had zien staan; den volgenden morgen was hij aan 't werk. Hij werkte als een knecht, maar de boeken vergat hij niet. Halve nachten zat hij met z'n lexikon en grammatica over Herodotus en Home rus of over Tacitus en Cicero gebogen; en als hij bij 't ploegen of zaaien eraan dacht, dat hij drie jaar lang de eerste van de klas geweest was, dan werd zijn gezicht vuurrood en zijn oogen vlogen vol haat over 't veld. Maar nooit klaagde hij zijn nood aan vader of moeder. Nooit was hij nalatig bij 't werk en nog vóór de knechten was hij 's morgens uit 't bed. Hij weende nooit in z'n kamertje, -maar hij lachte ook niet; hij ging alleen maar als hij gedwongen werd naar de herberg en de meisjes behandelde hij, alsof ze voor hem niet bestonden. Dat duurde zoo zeven jaren lang. Zijn handen wer den bruin en breed en zijn gezicht smal en bleek; om zijn mond kwamen rimpels en zijn oogen waren koud en strak. Maar op den eersten Mei van het achtste jaar na den dag, waarop zijn vader hem met de rood- schimmels afhaalde, glimlachte hij weer zacht en vrien delijk, toen hij 's morgens uit zijn kamertje kwam; en zijn vader wist niet, wat hij zeggen zou, toen hij hem daar zag staan, gekleed in zijn Zondagsch pak en met de schoolboeken onder den arm. Hij wou hem barsch toespreken, maar toen hij hem in de oogen keek, sidderde hij en. moest gaan zitten en drie dagen later lag hij op de schragen; een beroerte had een eind aan zijn leven gemaakt. Heinrich echter ging glimlachend langs de dood kist, praatte over 't mooie rapport, dat hij gekregen had en vroeg aan den dominé, of de Grieken Tha- lassa of Thalatta en of de Romeinen Cicero of Ki- kero gezegd hadden en verzocht heni een moeilijk stuk uit Livius te verklaren. Hij werd naar Hildesheim gebracht. Na een jaar werd hij als ongeneeselijk ontslagen. Sedert dien tijd leeft hij als een krankzinnige, die niemand kwaad doet, op de hoeve, welke de jongste broer overge nomen heeft. Hij schilt aardappelen en past op de kinderen, gaat om den anderen Zondag naar de kerk, gekleed in zijn beste jas met lange slippen en met z'n gouden dasspeld in de dubbele halsdoek en leest 's middags in z'n boeken. Hij valt niemand lastig. Als hij onzin praat, dan laat men hem maar praten, zon der erom te lachen. Men let heelemaal niet op hem. Hij telt niet mee. Hij bestaat eigenlijk heelemaal niet. Hij is alleen maar oom Hein. Bij denzelfden uit( verscheen „Der zwal op terugkomen. „He Fee 2 Wa Am Dit boek is doortir heid en een bijzonde geïllustreerd met tal stad Middelburg wa< Wie het boek leest zal, ondanks de gej een klein medelijder Simon wiens onrusti( geschokt, terwijl hij voelt. „V< Ho Uit Ook deze uitgave hebberijen" is evena liefhebber een welde van vetplanten dat plant noodig is en bereikt. Het boekje is typ sierd met een 60-tal Van de reeks „BI den uitgever A. G „Buurtgenootjes", ee van acht tot twaalf Ook deze uitgave gename schuilt er in Hoe leuk en tegeli van baas Glas gety zwerveling. „D illu ga\ Een spannend jon Regelprijs 15 een speciale tarieven, tentiën, t.w. Vras Huur- en Verhi Verkoop, etc. vai 50 cent, elke re{ mits bij vooi VAN Neemt pr< blijft Nog slechts VOOR' van onz< Alle voorradic Engelsche Ulsters, Overjassen, Demi-saii Reger Col wordei opgei Door nu reec te koopen, bes op uw vooi Wacht dus Zoo voorde nooit. Zi Alleen: I t.o. de Ten Haarlem. - T

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1927 | | pagina 2